Op weg naar gezondheid met dr. Gabor Maté

The Optimist 9 dec 2022 Gezondheid

De Canadees dr. Gabor Maté is een bekend arts en trauma- en verslavingsdeskundige. In zijn nieuwste boek De mythe van normaal deelt hij zijn visie op de oorzaken van ziekte en geeft hij scherpe kritiek op hoe onze maatschappij ons ziek maakt. Toch doet hij niet aan doemdenken: hij geeft ons perspectief en handvatten op weg naar gezondheid en heling. In samenwerking met uitgeverij AnkhHermes delen we het inleidende hoofdstuk van Maté’s tot nu toe meest urgente werk.

DOOR: GABOR MATÉ

Waarom ‘normaal’ een mythe is (en waarom dat van belang is)

‘Het feit dat miljoenen mensen dezelfde ondeugden met elkaar gemeen hebben, maakt die ondeugden nog niet tot deugden. Het feit dat ze zo vaak dezelfde fouten begaan, maakt die fouten nog niet tot waarheden. En het feit dat miljoenen mensen dezelfde soort psychische aandoeningen hebben maakt deze mensen nog niet gezond van geest.’ – Erich Fromm, The Sane Society

Over de meest door gezondheid geobsedeerde samenleving die ooit heeft bestaan kun je niet zeggen dat alles goed is.
Gezondheid en welzijn zijn een moderne obsessie geworden. Industriën waarin miljarden dollars omgaan profiteren van de niet-aflatende drang van de moderne mens om op mentaal, emotioneel en financieel niveau heel veel tijd en energie te stoppen in gezondere voeding, een jonger uiterlijk, een langer leven en in het opwekken van het gevoel dat ze echt leven. Of ze willen gewoon minder last hebben van allerlei klachten. We krijgen het ene na het andere ‘belangrijke gezondheidsnieuws’ voorgeschoteld op de voorpagina van tijdschriften, in nieuwsberichten op tv, via commercials en reclame die we overal om ons heen zien, en via de dagelijkse stortvloed aan internetcontent die viraal gaat. Allemaal prijzen ze op de een of andere manier een vorm van zelfverbetering aan. We doen ons uiterste best om al die ontwikkelingen bij te houden: we slikken supplementen, we worden lid van yogastudio’s, we gaan anders eten, we stoppen veel geld in genetisch onderzoek en methoden om kanker of dementie te voorkomen, en we zoeken medisch advies of alternatieve therapiën voor fysieke en psychische klachten en dingen die ons tot diep in onze ziel kwellen.
En toch gaat onze gezondheid achteruit.

‘Hoe kunnen we verklaren dat we in onze moderne wereld, met al ons medisch vernuft en onze medische ontwikkelingen, steeds meer chronische lichamelijke ziekten zien?’

Wat is er aan de hand? Hoe kunnen we verklaren dat we in onze moderne wereld, met al ons medisch vernuft en onze medische ontwikkelingen, steeds meer chronische lichamelijke ziekten zien, evenals een groeiend aantal mensen met een psychische stoornis of verslaving? En hoe komt het dat dit ons niet alarmeert, als we het al opmerken? En hoe kunnen we de vele ziekten die ons belagen voorkomen en genezen, zelfs als we acute catastrofes zoals de covid-19-pandemie even buiten beschouwing laten?

Als arts met meer dan dertig jaar ervaring waarin ik van alles heb gedaan, van het ter wereld brengen van kinderen tot het leiden van een afdeling voor palliatieve zorg, word ik steeds opnieuw geraakt door hoe mensen worden beïnvloed door hun sociale en emotionele omgeving en hoe dit tot gezondheid of ziekte kan leiden. Deze nieuwsgierigheid, of misschien moet ik zeggen fascinatie, heeft er na verloop van tijd voor gezorgd dat ik me ging verdiepen in de nieuwste wetenschappelijke inzichten met betrekking tot dit soort verbanden. In mijn vorige boeken heb ik er een aantal beschreven en hebben we gezien dat ze zich bijvoorbeeld manifesteren in de vorm van bepaalde stoornissen en aandoeningen, zoals adhd, kanker, allerlei soorten auto-immuunziekten en verslaving. Ik heb ook over onze ontwikkeling tijdens onze kindertijd geschreven, de belangrijkste periode van ons leven.

In De mythe van normaal ga ik nog een stap verder. Ik ben ervan overtuigd geraakt dat er achter de epidemie van geestelijke en lichamelijke chronische aandoeningen die ons op dit moment teistert, iets mis is in onze cultuur. In mijn beleving veroorzaakt onze cultuur niet alleen al die gezondheidsproblemen, maar ook de ideologische blinde vlekken die voorkomen dat we in de gaten hebben dat we in deze benarde situatie zitten, waardoor we er niets aan doen. Deze blinde vlekken, die overal in de cultuur voorkomen maar vooral in het werk dat ik doe tragische gevolgen heeft, zorgen ervoor dat we de verbanden tussen onze gezondheid en ons sociaal-emotioneel leven niet zien.

Je zou het ook zo kunnen zeggen: lichamelijke of geestelijke chronische ziekten zijn voor een groot deel een functie of kenmerk van hoe de dingen zijn, en dus niet een of ander mankement. Ze zijn een gevolg van hoe we leven, ze zijn niet een of andere mysterieuze afwijking van wat normaal is.

‘Dat ons sociale leven invloed heeft op onze gezondheid wisten we al, maar het is nog nooit zo belangrijk geweest als nu dat we dit erkennen.’

Ik noem onze cultuur ‘toxisch’. Daarbij denk je misschien aan dingen als milieuverontreinigende stoffen die al sinds het begin van het industriële tijdperk overal voorkomen en heel slecht zijn voor onze gezondheid. Er zijn inderdaad ongelooflijk veel giftige stoffen in onze leefomgeving, zoals asbestdeeltjes en kooldioxide dat allerlei schade aanricht. Maar we kunnen ook de meer hedendaagse betekenis van ‘toxisch’ uit de populaire psychologie gebruiken: de verspreiding van negativiteit, wantrouwen, vijandigheid en polarisatie waardoor het huidige sociaalpolitieke klimaat wordt gekenmerkt.
Deze twee betekenissen passen absoluut in onze discussie, maar ik gebruik de omschrijving ‘toxische cultuur’ voor iets wat nog veel breder is en veel dieper in ons is verankerd: de totale context van sociale structuren, geloofssystemen, veronderstellingen en waarden die onze cultuur, en daardoor ook elk aspect van ons leven, doordringen.

Dat ons sociale leven invloed heeft op onze gezondheid wisten we al, maar het is nog nooit zo belangrijk geweest als nu dat we dit erkennen. Ik zie het als de belangrijkste en meest ingrijpende gezondheidsproblematiek van onze tijd, en in mijn ogen wordt dit probleem onder andere veroorzaakt door de toenemende stress en ongelijkheid in onze samenleving en de klimaatcrisis waarmee we te maken hebben, om maar een paar opvallende dingen te noemen. We moeten niet meer alleen naar ons individuele welzijn kijken, maar ook naar ons collectieve welzijn. Dat geldt vooral in deze tijd van geglobaliseerd kapitalisme, dat in de woorden van de cultuurhistoricus Morris Berman de ‘totale commerciële omgeving is geworden die een volledige mentale wereld omvat’. In dit boek ga ik ervan uit dat je lichaam en geest niet los van elkaar kunt zien. Daarom zou ik aan Bermans citaat willen toevoegen dat dit kapitalisme ook een totale fysiologische omgeving vormt.

Naar mijn mening zit onze sociale en economische cultuur zo in elkaar dat ze zelf chronische stressfactoren teweegbrengt die ons welzijn enorm aantasten, en dat is de afgelopen decennia alleen maar erger geworden.
Ik vind de volgende analogie heel inzichtelijk. In een laboratorium is een cultuur of kweekomgeving een biochemische soep die de ontwikkeling van een specifiek organisme bevordert. Als we ervan uitgaan dat de microben in kwestie gezond zijn en geen genetische afwijking hebben, kunnen ze zich in een cultuur die voor hen geschikt is en die op de juiste manier in stand wordt gehouden zonder problemen vermenigvuldigen. Als dezelfde organismen opeens ziekteverschijnselen beginnen te vertonen of niet goed gedijen, komt dat ofwel doordat de cultuur verontreinigd is geraakt, ofwel doordat er iets mis was met het oorspronkelijke mengsel. Hoe het ook zij, we zouden het dan een toxische cultuur kunnen noemen die ongeschikt is voor de organismen die erdoor in leven gehouden moeten worden. Of nog erger: een cultuur die hun bestaan in gevaar brengt. Zo is het ook met de samenlevingen waarin wij leven. Televisiemaker, activist en auteur Thom Hartmann zegt dan ook: ‘Een cultuur kan gezond of toxisch zijn, en voedend of moordzuchtig.’

Als onze cultuur wordt gezien als een laboratoriumexperiment, laat zij met betrekking tot ons welzijn zien wat er allemaal mis kan gaan, en dat deze problemen zich steeds meer over de wereld verspreiden. Ondanks de meest fantastische economische, technologische en medische middelen die we ter beschikking hebben, lijden talloze mensen aan ziekten die het gevolg zijn van stress, onwetendheid, ongelijkheid, milieuverloedering, klimaatverandering, armoede en sociaal isolement. Miljoenen mensen sterven voortijdig aan ziekten die we kunnen voorkomen of aan ontberingen die we met al die middelen die we ter beschikking hebben gemakkelijk uit de wereld kunnen helpen.

In de Verenigde Staten, het rijkste land dat ooit heeft bestaan en het epicentrum van het wereldwijde economische systeem, heeft 60 procent van de volwassenen een chronische aandoening, zoals een hoge bloeddruk of diabetes, en meer dan 40 procent heeft twee of meer van dit soort aandoeningen. Bijna 70 procent van de Amerikanen gebruikt minstens één geneesmiddel op recept; meer dan de helft slikt er twee. In Canada, waar ik woon, is ongeveer de helft van alle babyboomers hard op weg om binnen een paar jaar een hoge bloeddruk te krijgen als de huidige trends zich voortzetten. Onder vrouwen is er een buitenproportionele stijging van diagnoses van mogelijk invaliderende autoimmuunziekten zoals multiple sclerose (ms). Onder jongeren lijkt er een toename te zijn van vormen van kanker die niet aan roken zijn gerelateerd. Het percentage mensen met obesitas, en dus ook alle gezondheidsrisico’s die deze aandoening met zich meebrengt, stijgt in veel landen, ook in Canada, Australië en vooral de Verenigde Staten, waar meer dan 30 procent van de volwassenen aan de diagnostische criteria van obesitas voldoet. Onlangs is Mexico zijn noorderbuur in deze niet al te benijdenswaardige categorie voorbijgestreefd. Per uur worden achtendertig Mexicanen met diabetes gediagnosticeerd. Dankzij de globalisering is Azië bezig met een inhaalslag. ‘China is het obesitastijdperk binnengegaan,’ meldde Ji Chengye, een onderzoeker op het gebied van kindergeneeskunde in Peking. ‘De snelheid van de toename is schokkend.’

In de gehele westerse wereld neemt het aantal diagnoses van psychische gezondheidsklachten ook toe, zowel bij jongeren en volwassenen als bij ouderen. In Canada zijn depressie en angst de snelst groeiende gezondheidsproblemen. En in 2019 hadden meer dan vijftig miljoen Amerikanen, meer dan 20 procent van de Amerikaanse volwassenen, een psychische stoornis. In Europa zijn psychische stoornissen volgens een recent internationaal onderzoek ‘de grootste uitdaging op het gebied van gezondheid van de 21e eeuw geworden’. 10 Miljoenen Noord-Amerikaanse kinderen en jongeren krijgen stimulerende middelen, antidepressiva en zelfs antipsychotica voorgeschreven waarvan de langetermijneffecten op de zich ontwikkelende hersenen nog niet bekend is. Dit is een gevaarlijk sociaal experiment waarmee men met behulp van chemische stoffen de hersenen en het gedrag van jonge mensen probeert te beïnvloeden. Een huiveringwekkende kop uit 2019 op de online nieuwssite ScienceAlert spreekt voor zich: ‘Het aantal zelfmoorden onder Amerikaanse kinderen rijst de pan uit, en niemand weet waarom.’ Het beeld is in het Verenigd Koninkrijk al net zo grimmig, waar de Guardian onlangs meldde dat ‘Britse universiteiten een golf van angst, geestelijke inzinkingen en depressies onder studenten meemaken’. Terwijl de globalisering de wereld steeds meer in haar greep krijgt, vinden levensomstandigheden die tot nu toe alleen maar in ‘ontwikkelde’ landen voorkwamen ook hun weg naar andere landen. In China is adhd bij kinderen bijvoorbeeld ‘een toenemende zorg voor de volksgezondheid’ geworden.

‘De titel van dit boek verwijst echter niet naar deze betekenis van ‘normaal’, maar naar een verraderlijker betekenis die ons niet naar een gezondere toekomst leidt, maar een gezondere toekomst onmogelijk maakt.’

De klimaatcrisis, die nu al een effect op ons heeft, gaat met een volledig nieuw gevaar voor onze gezondheid gepaard, namelijk een nog grotere bedreiging – voor zover dat mogelijk is – van ons bestaan dan sinds Hiroshima het geval is, toen we zijn gaan vrezen voor een mogelijke kernoorlog. ‘Ongerustheid over klimaatverandering geeft jongeren het gevoel dat ze geen toekomst hebben, dat de mensheid ten dode is opgeschreven,’ meenden onderzoekers in 2021 die onderzoek deden naar de attitudes van meer dan tienduizend personen in tweeënveertig landen. Samen met het gevoel dat ze door hun regering en volwassenen zijn verraden en in de steek worden gelaten, zijn deze moedeloosheid en hopeloosheid ‘chronische stressoren die belangrijke, langdurige en steeds meer toenemende negatieve gevolgen zullen hebben voor de geestelijke gezondheid van kinderen en jongeren.’
Als we onszelf weer even vergelijken met organismen in een laboratoriumexperiment, wijzen deze en andere gegevens er onmiskenbaar op dat we in een toxische cultuur leven. En nog erger, we zijn aan een heleboel dingen die ons teisteren gewend geraakt, of misschien beter gezegd, we hebben ons eraan aangepast. Het is, bij gebrek aan een beter woord, normaal geworden.

In de medische wereld verwijst het woord ‘normaal’ onder andere naar de toestand waarnaar wij als artsen streven en die de grenzen aangeeft tussen gezondheid en ziekte. ‘Normale niveaus’ en ‘normaal functioneren’ zijn ons doel als we behandelingen toepassen of geneesmiddelen voorschrijven. We bepalen ons succes of falen ook aan de hand van ‘statistische normen’; we stellen bezorgde patiënten gerust dat een symptoom of bijwerking volkomen normaal is, oftewel ‘te verwachten’ valt. Dit zijn allemaal specifieke en legitieme toepassingen van het woord die we kunnen gebruiken om situaties zo realistisch mogelijk in te schatten, zodat we onze tijd en energie op de juiste dingen kunnen richten.

De titel van dit boek verwijst echter niet naar deze betekenis van ‘normaal’, maar naar een verraderlijker betekenis die ons niet naar een gezondere toekomst leidt, maar een gezondere toekomst onmogelijk maakt.
In voor- en tegenspoed kunnen we als mens aan dingen gewend raken, vooral als de veranderingen stapsgewijs plaatsvinden. Het moderne werkwoord ‘normaliseren’ verwijst naar een mechanisme waarbij iets wat vroeger als afwijkend werd gezien, zo normaal wordt dat het niet meer op onze radar verschijnt. Op maatschappelijk niveau betekent ‘normaal’ dan vaak ‘hier is niets te zien’: alle systemen functioneren zoals het hoort, verder onderzoek is niet nodig.

Ik kijk hier heel anders naar.

De inmiddels overleden woordkunstenaar, schrijver en essayist David Foster opende een toespraak eens met een geestige parabel waarmee de problemen van normaliteit heel goed worden geïllustreerd. Het verhaal gaat over twee vissen die een ouder lid van hun soort tegenkomen, en die hen joviaal begroet: ‘Goedemorgen, jongens. Hoe staat het leven in het water?’ De twee jonge vissen zwemmen een eindje verder, en uiteindelijk kijkt de een naar de ander en zegt: ‘Wat is water in godsnaam?’ Het punt waarover Wallace zijn publiek wilde laten nadenken was dat ‘de meest voor de hand liggende, alomtegenwoordige, belangrijke werkelijkheden vaak het moeilijkst te zien zijn en dat ze vaak het lastigst zijn om over te praten’. Hij gaf toe dat dit kan klinken als ‘een banale gemeenplaats’ maar ‘in het soms moeilijke leven van volwassenen kunnen banale gemeenplaatsen van levensbelang zijn.’

Daarmee verwoordde hij in wezen de stelling van dit boek. Het leven en de dood van mensen – de kwaliteit van hun leven en in veel gevallen de duur ervan – zijn inderdaad nauw verbonden met de aspecten van de moderne maatschappij die ‘het moeilijkst te zien en het lastigst om over te praten’ zijn. Deze verschijnselen zijn, net als water voor vissen, zowel te omvangrijk als te dichtbij om waargenomen te kunnen worden. Met andere woorden, de kenmerken van het dagelijks leven die we als normaal zien schreeuwen het hardst om onderzocht te worden. Dat is mijn centrale stelling. Mijn belangrijkste doel is dan ook om anderen een nieuwe manier aan te reiken om naar deze verschijnselen te kijken en erover te praten, door ze van de achtergrond naar de voorgrond te halen zodat we er sneller de broodnodige remedies voor kunnen vinden.

Om mijn stelling te onderbouwen zal ik aanvoeren dat een heleboel dingen die in onze maatschappij als normaal worden gezien, niet gezond of natuurlijk zijn, en dat als we voldoen aan wat in onze moderne maatschappij als normaal wordt gezien, we proberen te voldoen aan behoeften die volledig afwijken van onze natuurlijke behoeften. Met andere woorden, ze zijn op fysiologisch, mentaal en zelfs spiritueel niveau ongezond en schadelijk.

Als we ziekte niet als een wrede speling van het lot of een of ander boosaardig mysterie zouden zien, maar als een te verwachten en dus normaal gevolg van abnormale, onnatuurlijke omstandigheden, zou dat enorme gevolgen hebben voor hoe we omgaan met alles wat met gezondheid te maken heeft. Fysieke en psychische aandoeningen zouden dan niet meer worden gezien als individuele uitingen van pathologie, maar als levende alarmsignalen die onze aandacht richten op waar onze maatschappij de weg is kwijtgeraakt, en in welk opzicht onze zekerheden en veronderstellingen met betrekking tot gezondheid in feite onwaarheden zijn. Ze kunnen ons ook laten zien wat er nodig is om het roer om te gooien en een gezondere wereld op te bouwen.

Een gezondere wereld wordt niet zozeer belemmerd door een gebrek aan technologische kennis, geld of nieuwe ontdekkingen, maar veel meer door het verwrongen idee van normaliteit binnen onze cultuur dat er zelfs voor zorgt dat we niet handelen naar wat we eigenlijk allang weten. Dit zien we vooral waar een heldere blik het meest gewenst is: in de geneeskunde.

Binnen het huidige medische paradigma worden twee fouten gemaakt, die het gevolg zijn van een schijnbaar wetenschappelijke benadering die in sommige opzichten veel meer lijkt op een ideologie dan op het gebruik van empirische kennis. Hierbij wordt alleen maar naar de biologische aspecten van complexe gebeurtenissen gekeken, en worden lichaam en geest als los van elkaar gezien. Daardoor kijken artsen bijna alleen maar naar het lichaam of de geest in plaats van naar de wezenlijke connectie tussen beide. Deze tekortkoming betekent niet dat de geneeskunde niet tot de meest wonderbaarlijke dingen in staat is en doet ook niets af aan de goede bedoelingen van een heleboel artsen, maar ze beperkt wel heel sterk het goede dat de medische wetenschap zou kunnen doen.

‘Voor mij begon dit proces enkele tientallen jaren geleden, toen ik de ingeving kreeg om verder te gaan dan de droge standaardvragen over symptomen en het medische verleden van mijn patiënten.’

Een van de meest hardnekkige en rampzalige tekortkomingen die onze gezondheidszorg hinderen is de onwetendheid – in de zin van niet weten of van bewust negeren – van wat wetenschappelijk al is vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is het overvloedige en toenemende bewijs dat je de organen en systemen van levende mensen niet als los van elkaar kunt zien en dat hetzelfde geldt voor onze geest en ons lichaam. Over het algemeen is de medische wereld tot nu toe nog niet bereid of in staat geweest dit bewijsmateriaal in de praktijk te integreren en behandelmethoden aan deze inzichten aan te passen. De nieuwe wetenschap – waarvan een groot deel conceptueel gezien helemaal niet zo nieuw is – heeft nog geen noemenswaardige invloed op het curriculum van geneeskunde-opleidingen, waardoor goedbedoelende zorgverleners nog steeds in het duister blijven tasten. Een groot aantal van hen moet uiteindelijk zelf de verbanden leggen.

Voor mij begon dit proces enkele tientallen jaren geleden, toen ik de ingeving kreeg om verder te gaan dan de droge standaardvragen over symptomen en het medische verleden van mijn patiënten. Ik informeerde ook naar de grotere context van hun ziekte: hun leven. Ik ben dankbaar voor wat ik van deze mannen en vrouwen heb geleerd doordat ze me hebben verteld hoe ze leefden en aftakelden en hoe ze hebben geleden en zijn hersteld, en door andere verhalen over hun leven. De kern, die geheel overeenstemt met wat de wetenschap aantoont, is dit: gezondheid en ziekte zijn geen willekeurige toestanden in een specifiek lichaam of lichaamsdeel. In wezen zijn ze een uitdrukking van iemands totale leven dat niet los van andere dingen kan worden gezien: het wordt beïnvloed door – of beter gezegd, het komt voort uit – een web van omstandigheden, relaties, gebeurtenissen en ervaringen.

Natuurlijk zitten er ook goede kanten aan de verbazingwekkende medische vooruitgang van de afgelopen twee eeuwen, en aan de onvermoeibare volharding en intellectuele vindingrijkheid van mensen die dankzij hun werk enorme stappen mogelijk hebben gemaakt op het gebied van onze gezondheid. Om slechts één voorbeeld te noemen: het aantal gevallen van polio – een vreselijke ziekte die nog maar twee of drie generaties geleden talloze kinderen verlamde of het leven kostte – is volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention sinds 1988 met meer dan 99 procent gedaald. De meeste kinderen die nu leven hebben waarschijnlijk nog nooit van de ziekte gehoord. 15 En zelfs de meer recente hiv-epidemie is in betrekkelijk korte tijd veranderd van een doodsvonnis tot een beheersbare chronische aandoening, althans voor mensen die de juiste behandeling kunnen krijgen. En hoe vernietigend de covid-19-pandemie ook is geweest, de snelle ontwikkeling van vaccins mag tot de grote triomfen van de moderne wetenschap en geneeskunde worden gerekend.

Het probleem met dit soort goed nieuws – en het is heel goed nieuws – is dat het de geruststellende overtuiging aanwakkert dat we over het geheel genomen vooruitgang boeken in de richting van een gezondere levensstandaard en onszelf daardoor in een onterechte passiviteit sussen. Het werkelijke beeld is totaal anders. We staan absoluut niet op het punt om onze hedendaagse gezondheidsproblemen onder controle te krijgen. Integendeel, we kunnen de ontwikkeling van sommige gezondheidsproblemen nauwelijks bijbenen. Vaak kunnen we alleen maar de symptomen chirurgisch en/of farmacologisch verzachten. Hoe welkom medische doorbraken ook zijn en hoe vruchtbaar onderzoek ook kan zijn, de kern van het probleem is niet een gebrek aan feiten of aan technologie of technieken, maar een verarmd, verouderd perspectief dat geen verklaring kan bieden voor wat we in de praktijk zien. Het doel van dit boek is het aanreiken van een nieuw perspectief dat volgens mij enorme mogelijkheden biedt voor een gezonder paradigma: een nieuwe visie op wat normaal is en waarmee het beste in ons wordt gevoed.

In dit boek kijken we telkens naar oorzaken, verbanden en gevolgen die beïnvloeden hoe gezond of ongezond we zijn. We beginnen aan de binnenkant op het niveau van onze biologische aspecten. Daarna verdiepen we ons in de nauwe relatie tussen ons lichaam, onze hersenen en onze persoonlijkheid. Vervolgens kijken we naar de sociaaleconomische en de politieke aspecten die ons leven beïnvloeden. Ik laat zien hoe onze lichamelijke en geestelijke gezondheid op een zeer ingewikkelde manier is verweven met hoe we ons voelen, wat we over onszelf en de wereld waarnemen of geloven, en over hoe het leven al dan niet tegemoetkomt aan onze basisbehoeften. Aangezien trauma hier in ons moderne leven ook een zeer belangrijke rol bij speelt, hoewel die rol helaas grotendeels genegeerd of verkeerd begrepen wordt, begin ik met een werkdefinitie waar ik mijn verhaal op voortbouw. Ik vertel bij elk onderwerp welke algemene kennis we erover hebben en welke inzichten we er al over hebben opgedaan. Dat doe ik door aan te geven wat we kunnen leren van de wetenschap en onze eigen opmerkzaamheid. De bedoeling hiervan is dat de mythen worden ontkracht die de status quo in stand houden. Net als in mijn vorige boeken gebruik ik verhalen uit de dagelijkse praktijk en casestudies om wetenschappelijke bevindingen en de implicaties die zij voor onze gezondheid hebben duidelijk te maken. Deze verhalen zijn van mensen die zo genereus zijn geweest om me iets over hun ziekte en gezondheid te vertellen. Hun verhalen variëren van enigszins verrassend tot werkelijk ongelooflijk, en van hartverscheurend tot inspirerend.

Ja, inspirerend. Want uit al die heftige verhalen vloeit ook iets hartverwarmends voort. Wanneer we nuchter kunnen kijken naar wat we als cultuur met betrekking tot gezondheid en ziekte normaal hebben gemaakt, en als we beseffen dat dit eigenlijk helemaal niet de bedoeling is en dat we er ook helemaal niet aan zijn overgeleverd, kunnen we terugkeren naar wat de natuur altijd voor ons bedoeld heeft. Zodra we de intentie hebben om de dingen helder voor ogen te krijgen, kan het helingsproces, wat in wezen ‘terugkeren naar heelheid’ betekent, beginnen. Die uitspraak is geen belofte van wonderbaarlijke genezingen, maar de erkenning dat iedereen welzijn kan ervaren. Dat kan echter pas als we de misleidende mythen over wat normaal is en waaraan we passief gewend zijn geraakt, onder ogen zien en ontkrachten. Als dit waar is voor ons als individu, moet het ook waar zijn voor ons als soort. Genezing is niet gegarandeerd, maar wel beschikbaar. Het is niet overdreven om op dit punt in de geschiedenis van de aarde te zeggen dat het ook hard nodig is. Alles wat ik in de loop van de jaren heb gezien en ontdekt geeft me het vertrouwen dat we dit in ons hebben. •

Van 9 t/m 15 december 2022 is De mythe van normaal de boekentip van de week. Tijdens deze week bestel je het nieuwste boek van Gabor Maté zonder verzendkosten in de webshop van The Optimist.

The Optimist

The Optimist

The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.

Meer over The Optimist >

Reacties

Geef een reactie