Bijen kunnen binnenkort naar de voedselbank

Bijen en andere bestuivende diersoorten hebben het moeilijk. Om de beestjes aan voedsel te helpen worden komende maand meer dan duizend voedselbanken speciaal voor bijen geopend.

Steeds meer bijen leven onder de armoedegrens. Ze kunnen nauwelijks meer aan voldoende en gevarieerd voedsel komen. In aanloop naar Nationale Zaaidag op 22 april 2021 bieden The Pollinators de insecten een helpende hand. Dit doen ze door maar liefst 1500 zogenoemde Voedselbanken voor Bijen te openen.

Uitdeelpunt

De voedselbanken worden gerund door particulieren in heel Nederland en vormen hét uitdeelpunt van bloemzaad. Om op 22 april mee te kunnen doen aan Nationale Zaaidag kunnen bewoners een zakje bloemzaad ophalen bij een Voedselbank voor Bijen in de buurt. De bloemzaadjes moeten bijdragen aan een nodige voedselboost. Steeds meer onderzoek toont aan dat bestuivende insecten sterk in aantallen afnemen. Dit terwijl ze hard nodig zijn voor een gezonde natuur met voldoende biodiversiteit. En ook wij mensen kunnen niet zonder bestuivers: zeventig procent van de gewassen die we eten is afhankelijk van bestuiving door bijen of andere insecten.

Eerder succes

Vorig jaar werden er 1000 Voedselbanken voor Bijen geopend, dit jaar wordt er dus naar 500 uitdeelpunten meer gestreefd. Jan van Betten, medeoprichter van The Pollinators: ‘Het is echt fantastisch om te zien dat zoveel mensen en bedrijven zich samen met ons inzetten voor biodiversiteit. Het leuke aan deze actie is ook het sociale element. De voedselbanken bestuiven als het ware hun eigen omgeving, en we hopen natuurlijk dat iedereen die meedoet hierna nog veel meer voor de bij gaat doen.’

Als particulier kun je jezelf tot 1 april 2021 aanmelden bij The Pollinators. Je ontvangt dan een pakket met daarin zakjes biologisch bloemzaad. Alle afhaalpunten zijn straks te vinden op de online kaart op hun website.

Wil je weten hoe je voor nog meer biodiversiteit kunt zorgen? Luister dan naar de Onderstroom podcastaflevering over guerrilla gardening.

Foto: Sacha Tijmstra