149 september 2012 De wonderbaarlijke opkomst van natuurgeneeswijzen en biologische landbouw in Cuba. De tijd is goed geweest voor Maria Tomas. De Cubaanse negerin, 62 jaar, heeft schitterende, grote bruine ogen en door haar gladde huid lijkt ze hooguit vijftig. Nog niet zo lang geleden liep Tomas een hardnekkige mondinfectie op. Ze had voortdurend jeuk en irritatie aan haar slijmvliezen. Ze ging naar vijf verschillende artsen in Nederland en Spanje, maar niet één kon de oorzaak vinden of kwam met een werkzaam medicijn. Pas toen ze voor een paar maanden terugging naar haar geboorteland Cuba, was er een arts die haar van de klachten afhielp. Met kruiden uit de Cubaanse wildernis die nota bene verkrijgbaar waren in de apotheek op de hoek van haar stadsappartementje in Havana. De straten zijn modderig en vol kuilen. De koloniale panden tussen Flores en Serrano zijn smerig en slecht onderhouden. Roestige balkons lijken elk moment van de ooit statige gevels te kunnen vallen. Restjes verschoten roze of gele verf bladderen van de muren. Ze woont al jaren in Nederland en Spanje, maar dít is de thuishaven voor Maria Tomas. Ze is gek op kaas, Koninginnedag en de vrijheid hier. Maar als er iets met