The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Ron van Es gaat op zoek naar de reden van ons bestaan. ‘Is er een grondplan?’, vraagt hij zich af. Hierover interviewt hij mensen die hem inspireren. In dit zesde deel spreekt hij Nienke Meijer, voormalig voorzitter van college van bestuur bij Fontys Hogescholen en nu co-founder van de stichting De Buitenboordmotor en commissaris bij een aantal grote bedrijven.
DOOR: RON VAN ES (INTERVIEW) EN WILLEMIEN BAKSTEEN (REDACTIE)
Zoeken we niet allemaal naar betekenis in ons leven? Een reden van bestaan? Waarom zijn we hier en wat hebben we hier te vinden? Het is een heel oude vraag die bij elke generatie weer springlevend is. Eigenlijk zoeken we dus een plan voor ons leven, een grondplan.
Heeft ons leven een grondplan, of zijn we toevallig op deze plek, in deze familie, in dit leven gekomen? Hoe ontvouwt ons leven zich met of zonder grondplan? Hoe kunnen we kijken naar verleden, heden en toekomst? En zijn onze patronen in het leven verklaarbaar? Is het grondplan dan de draad die begint bij je geboorte en nooit meer ophoudt? De draad die ons verbindt en de draad die ons de weg wijst? Is het de draad die als een touw langs het bergpad omhoog loopt? De draad als de navelstreng van het leven? En werkt dat als de draad van Ariadne die ons naar de uitgang van onze eigen doolhof zal leiden?
Met deze vragen ga ik het gesprek aan met mensen die mij inspireren en boeien. Mensen die verschillende antwoorden geven op die vraag, maar er altijd in slagen een nieuw licht te werpen op die oude, noodzakelijke vraag naar ons bestaan.
Ik interviewde Nienke Meijer een aantal jaren geleden voor mijn boek ‘Ertoe doen, de cirkel van betekenisvol leven’ en we kwamen al snel op een gedeeld thema uit: servant leadership. Nienke verruilde haar werk als voorzitter van Fontys Hogescholen in Eindhoven voor een wel heel bijzondere start-up, De Buitenboordmotor, waar gewerkt wordt aan de systeemverandering die nodig is in de arbeidsmarkt; hoe mensen van werk naar werk én van geen werk naar werk kunnen bewegen. De arbeidsmarkt verandert sterk en de accenten komen anders te liggen, hoe zorg je ervoor dat er dan echt naar mensen wordt gekeken? De missie van De Buitenboordmotor is: ‘Het versterken van een verbonden samenleving door permanente ontwikkeling en erkenning van iedereen.’ Nu spreek ik haar in haar woonplaats Haarlem.
Is er een grondplan in ons leven?
Als het er is, dan ontvouwt het zich.
Ontvouwt het zich nu?
Bij mij wel, als ik terugkijk dan denk ik dat er allerlei logische stappen zijn die ik niet zag toen ik ze nam. Ik weet niet of het een grondplan is bij mij, of bij iedereen, maar ik weet wel dat als je je bewust bent van wat je aan het doen bent in relatie tot anderen, dat dan de weg zich ontvouwt en dan komen er eigenlijk dingen die je niet van tevoren bedacht zou hebben. Het komt ergens vandaan.
Wat is ergens?
Voor mij is dat een combinatie van gebundelde energie, bewustzijn, dingen die groter zijn dan wij kunnen bevatten dan met onze ratio. Hoe meer ik daar voor opensta, hoe meer ik zie dat ik woorden vind voor de dingen die ik niet van tevoren zou bedenken.
Is dat niet gewoon oorzaak en gevolg?
Weet je, dan zou het maakbaar zijn, als dit gebeurt dan is dit het gevolg. Kijk, het woord grondplan klinkt alsof het maakbaar is, een soort bouwtekening en dat je daarmee al de stappen doormaakt; zo strak zie ik het niet. Ik zie wel dat het een soort organisme is dat groeit. Hoe meer je ervoor openstaat, hoe meer de dingen groeien in een bepaalde richting die passen bij wie jij bent en wat je doet en wat je kunt delen met anderen. En nu ik de leeftijd heb die ik heb, voel ik dat de dingen nu beter passen bij wie ik ben.
Moet je daar dan een zekere leeftijd voor hebben?
Nou ja (lacht), het was een stuk makkelijker geweest als ik dit tien jaar geleden zou hebben gezien. Ik denk dat je in iedere fase weer een nieuw bouwsteentje krijgt en dat ik, toen ik jonger was, ook dingen deed die hier in pasten. Alleen ben ik mij nu meer bewust van hoe ik in relatie met anderen kan zijn. Ik voel ook meer ruimte. En tegelijkertijd zie ik dat de dingen niet maakbaar zijn. Dat is best ingewikkeld in deze samenleving. Je zou toch graag willen weten wat er de komende vijf jaar gaat gebeuren. Én ik kan genieten van de onverwachte dingen die nu op mij afkomen die te maken hebben met het feit dat ik veel te geven heb. In inspiratie of liefde waarmee ik ook mijn eigen pad kan vinden.
Ik heb een paar weken geleden weer Edith Eger herlezen (Edith Eger is overlever van verschillende concentratiekampen en auteur van ‘De Keuze, leven in vrijheid’) over keuzes. Bij haar staat bovenaan toch nog steeds de nieuwsgierigheid. Dat zit bij mij zo tot in mijn tenen, bij alles wat ik onderneem, dat ik mijn idee voor het niet-maakbare kan inruilen voor nieuwsgierigheid en openstaan voor wat er nog allemaal gaat komen.
Hoe stem jij af op ‘iets’ dat jou begeleidt?
Ik mediteer niet iedere dag tien minuten, maar ik doe wel vaak een stapje terug uit de dagelijkse zin en onzin. Voor mij is dat elke week zwemmen in een duinmeer; het is dan soms zo koud, dat je echt niets anders meer voelt. En ook bij bepaalde meetings en gesprekken niet gelijk denken: wat moet ik hier nu weer mee, maar meer afstemmen: wat gebeurt hier nu? En dan meegaan met wat er op dat moment is. Klinkt dat vaag?
Ik vind dat niet vaag, juist niet. Dat betekent dat je de kunst verstaat van schouwen en beschouwen?
Dat is zoals ik ben opgegroeid. Ik ben het oudste kind in het gezin. Mijn jongste zusje is gehandicapt en dat had veel invloed op ons gezin. Ik heb altijd wel de taak op me genomen om goed te kijken en te luisteren naar wat er daar gebeurde. Ik kan nu ook makkelijk schakelen en zien wat er om mij heen gebeurt. Dat geeft me ook comfort. Wat ik natuurlijk veel zie, is dat mensen vaak aan het ouwehoeren zijn en daarmee niks zeggen. Niet luisteren en alleen maar een eigen punt willen maken. Dan is mijn rol vaak: hoe zorg ik dat we toch datgene boven tafel krijgen waar het echt over moet gaan? En daar moet je wel een zekere leeftijd voor krijgen. Om te durven vertrouwen op het gevoel van: dit is wat ik nu moet doen hier. Dit kan ik zeggen, dit kan ik vragen, in welk gezelschap dan ook.
Je hebt een zekere balans gevonden?
Ja.Toen ik jonger was, baalde ik altijd van die mensen die vertelden dat je wat kilometers moet maken om zo in het leven te staan. Dat is het laatste wat ik wil uitstralen, maar het helpt wel om met zelfvertrouwen jezelf te omarmen in dat wat je kunt, maar ook in dat wat je niet kunt. Ik spreek – ik ben overigens een lousy coach omdat ik veel te veel vertel – veel jonge dertigers die worstelen met wat anderen van hen vinden. Ook met vragen als: ik wil eigenlijk dit, maar kan ik daar voor gaan staan? Ik geef vooral terug dat het ook daar om zelfvertrouwen gaat. En dat het niet altijd gaat zoals je denkt dat het moet gaan.
Ik sprak eerder met Annemiek Schrijver (aflevering 1 van deze serie), die had het over ‘wakker worden’; zou de jongere generatie nu sneller wakker worden denk je?
Nou, ik hoop het.
Of zit daar dezelfde onzekerheid als bij die dertigers, veertigers?
Als zogenoemde ‘Minister van Oplossingen’ voor het radioprogramma ‘Spraakmakers’ van Radio 1 doe ik nu een project met jongeren tussen 16 en 23 die onder andere op een ROC in Amsterdam zitten. Daar zie ik dat zoveel jongeren geen hoop hebben, het niet zien zitten, niet weten wat ze moeten doen en niet het gevoel hebben dat de wereld beter gaat worden, maar eerder slechter. Dus ‘wakker’ worden, en dat is misschien mijn activisme, ik wil iedereen wel wakker schudden! Hoe nemen we met elkaar de verantwoordelijkheid als het gaat over het klimaat of over de economie? We moeten dingen gaan dóen. En dan niet om onszelf, maar omdat het voor ons allemaal beter is.
Je hebt zelf blijkbaar een grote verantwoordelijkheid?
Ja, dat is mijn makke natuurlijk altijd; ik heb een enorm verantwoordelijkheidsgevoel. Voor alles. Ik kan dat nu wel beter hanteren hoor, hoewel, uiteindelijk pak ik dan toch van alles op dat op me afkomt. Ik vind het soms in alle eerlijkheid ingewikkeld als anderen die verantwoordelijkheid niet voelen.
Dat vind je onbestaanbaar?
Ja, en ik wil het niet veroordelen, maar ik snap het niet dat je niet weet of begrijpt wat je voor een ander kunt doen. Wat kan ik doen voor die nieuwe generatie, of wat kan ik doen voor mijn buren? Je kunt hulp aanbieden op alle niveaus. Dat kan in een bestuur, maar het kan ook zijn dat je in een straat ziet dat iemand iets nodig heeft. Kijk gewoon om je heen.
Ik las laatst het boekje van Marjolein Heemstra ‘In lichtjaren heeft niemand haast’ over de kosmos, de ruimte boven ons. Ze beschrijft daarin hoe ze haar plaats weer ontdekt in dat grote geheel. Misschien helpt ons dat verticale denken om dan ook weer anders horizontaal om ons heen te kijken?
Ja. En dat bracht het boek van Edith Eger mij ook wel, dat we het gevoel hebben gevangen te zitten, dat het met ons niet goed gaat, en dat we onvoldoende voelen dat we zelf de stap kunnen maken. Ik wil daar, nogmaals, geen oordeel over vellen, want dat is het niet. Het is ook iets dat we met elkaar gecreëerd hebben.
Ik doe nu dus dat project met jongeren en daar zie ik dat jongeren of hun ouders niet iets fout doen, maar het is de hele context waarin ze vastzitten.
Wat is dan hun grondplan?
(stil, aarzelt) Ik denk dat ze het ingewikkeld vinden om daar op in te tunen. En dat ze zo, zeker in die leeftijd, heen en weer worden geslingerd tussen alles wat van hen verwacht wordt. Met hun eigen onzekerheid of zelfs met echt psychische problemen. Die problemen komen voort uit gebrek aan aandacht, gezien worden. Maak dat bespreekbaar. Zorg dat het überhaupt boven tafel komt. Hoe ze zich voelen, en wat dat betekent. Ik probeer in dat project niet alleen te onderzoeken hoe we het kunnen benoemen, maar ook wat je er zelf aan kunt doen.
Als je het hebt over een grondplan – zij hebben ook een grondplan waar ze op aan kunnen haken. Ik las laatst iets van Dirk de Wachter, die schrijft dat we zo ontzettend denken dat geluk maakbaar is. Dat als het dan niet lukt, het ook jouw schuld is. Op het moment dat dit, zeker bij jongeren, maar ook bij ons allemaal zo in ons hoofd zit, dan durf je ook niet meer te vertrouwen dat dat grondplan er is.
Dan raken je voeten geen grond meer?
Dat is precies waarom ik wil dat iedereen zich daar weer gezien voelt, dat je niet zweeft, dat je bespreekbaar maakt waar je bent, wat er met je gebeurt. Daarna kun je pas gaan kijken hoe je dingen anders kunt gaan oplossen.
Misschien is het wel een grondplan, maar nog geen bouwplan. Je hebt wel grond, maar het bouwen gaat niet vanzelf. Zoiets. Ik ben hier met een doel, maar je moet het nog wel uitwerken. En dat lukt mij zelf steeds beter. Soms zit ik ergens bij en dan weet ik: dit is niet wat ik moet doen, dit is niet waarom ik hier op deze wereld ben. Hier kan ik niet de verandering brengen.
Als je dit zo vertelt dan vermoed ik dat je denkt dat er meer is tussen hemel en aarde?
Ja, maar dat is niet zoiets als een God. Dat zit niet in mijn opvoeding. Ik ben ervan overtuigd, of dat nu in ons DNA zit of waar dan ook, dat we veel meenemen uit het verleden en dat dat in ons leven een rol blijft spelen. Dus het is zeker niet dat je hier maar even bent, en dan weg, en er is ook niet iets als een hiernamaals waar ik verder ga, maar ik weet wel dat de energie van wie ik ben en wat ik doe, dat die leidt tot iets dat hierna doorgaat. In andere mensen, of in andere projecten, waar dan ook.
Ik heb onlangs het stervensproces van een heel dierbare vriendin van heel dichtbij meegemaakt. Zij had het volledig geaccepteerd dat ze zou sterven en haar laatste weken in het hospice waren heel warm en liefdevol. Veel familie en vrienden kwamen langs in een context van niet alleen het verdriet maar vooral van liefde. Wat ik mooi vond om te zien is dat daar iets ontstond tussen al die mensen die elkaar niet eens zo goed kenden. Ik dacht toen, dit is eigenlijk wat je meegeeft, en ook toen ze stierf was het niet zo; dit is nu weg. Dat stuk liefde en energie, dat is er nog steeds.
Is dat onbenoembare dan ook het wezenlijke bindmiddel tussen ons mensen?
Ja, en daarom heb ik misschien moeite met het woord God, omdat het een soort personificatie is van iets dat hoger is, en die streng oordelend is. Zelf ben ik steeds beter in het niet oordelen en ik denk dat dit de enige manier is waarop we met elkaar kunnen samenleven. En dat gevoel van energie dat er daar in die laatste weken bij het sterven van mijn vriendin was, dat gebeurt op zoveel plekken en dat helpt voor een ieder bij wat hij of zij te doen heeft, en ik wil dat dan ook weer aan anderen meegeven.
Is dat bindmiddel dan niet jouw oproep om het leven en werk op een andere manier te gaan bekijken? Je zit ook in een aantal commissariaten van grote bedrijven waar je misschien soms denkt: waar zijn we toch mee bezig?
Zeker. Dat is bij het ene bedrijf wat makkelijker dan bij het andere bedrijf, en je invloed op de werkvloer is minder groot dan je soms zou willen. Maar het is waar je ook bent, een soort reaching out waar je kunt. Of dat nu is in de taxi bij de taxichauffeur, of ergens in een boardroom. Wat ik mooi vind is, dat als je het echt gewoon doet, aandacht geven, dan gebeurt er ook van alles.
Dat is ook wat ik op dit moment als co-founder bij De Buitenboordmotor meemaak, waar we het hebben over het vermenselijken van de arbeidsmarkt. Dat ik daar gewone menselijke gesprekken voer, eerlijk en oprecht. Dat we elkaar weer als mens ervaren.
Bij De Buitenboordmotor heb je dan ook een voorbeeldfunctie lijkt me, naar bijvoorbeeld ministeries met wie jullie werken. Je zit op een cruciaal punt daar, toch?
Het gaat om het vermenselijken van de arbeidsmarkt, dat we weer naar mensen kijken en niet naar het systeem van procedures en diploma’s. Er zijn miljoenen mensen die willen werken, maar die buiten het systeem staan. Er zijn wel allerlei programma’s die daar iets aan willen doen, maar het is de bedoeling dat bedrijven mensen aannemen om wie ze zijn en daar de verantwoordelijkheid voor nemen. En veel ingewikkelder dan dat is het eigenlijk niet. Die spiegel voorhouden en het concreet laten zien.
Op de website van De Buitenboordmotor staat: Jarenlang heeft de nadruk gelegen op welvaart, op efficiency en hoe mensen ingezet konden worden om dat te bereiken (human capital). De aanname was dat dit ook zou leiden tot welzijn en dat er gelijkheid zou ontstaan. Dat heeft anders uitgepakt. Er staan te veel mensen met veel talenten langs de zijlijn die wel willen, maar nu niet mee kunnen doen op de arbeidsmarkt.
Heb je het idee dat je er iets mee kunt veranderen?
Ik heb de overtuiging dat ik dit mee kan helpen veranderen. Ook omdat ik zoveel mensen tegenkom die hetzelfde voelen. Het kan niet anders dan dat we dit met elkaar anders gaan doen. Ik weet ook dat als je geen hoop meer hebt op verandering, ja dan, pak dan maar in en ga op een berg zitten ergens. (lacht) Als je niet de drive hebt om dit voor elkaar te gaan krijgen, loop je tegen zoveel hobbels aan. Maar kijk, er is een hele generatie die het nu echt moeilijk heeft en ja, met dat gegeven kan ik niet goed omgaan.
Ik kom ook niemand tegen die zegt: wat een onzin. Dus de grote uitdaging is dat we op alle niveaus de energie zo richten dat we elkaar gaan versterken. Als de massa maar groot genoeg is dan veranderen we het wel. En er zijn genoeg mensen die dit willen.
Ik had het met Wouter van Noort over (lees Optimist magazine nr. 211 – juli/augustus) de boven- en de onderstroom. De beweging in de onderstroom is niet altijd zichtbaar. Maar op het moment dat er mensen zoals jij zijn die zeggen: maar hé, wacht eens even, als we het nou eens zo doen, dan krijg je genoeg mensen mee. Omdat het natuurlijk leeft bij veel mensen, maar door die onderstroom die niet zichtbaar is, lijken ze er niet te zijn.
En dan in actie komen met elkaar. Het is nu makkelijk om te zeggen: goed idee, ik ben het met je eens, maar dan? Gewoon, wat heeft dat voor gevolg voor wat jij morgen gaat doen? Dus niet blijven praten, dan laten we het moment liggen.
Het lijkt er dus op dat jij in lijn ligt met je grondplan?
Ik weet niet precies waar het grondplan naar toe gaat. (lacht)
Nou ja, je bent letterlijk aan het bouwen, grondplan en bouwplan komen samen. Dus niet alleen praten aan de vergadertafels, maar je wilt ook iets doen. Je bouwkracht is er ook.
Ja, en dat dan op verschillende vlakken. Dat is het mooie van hoe ik nu kan werken. Ik heb veel energie, ik begin pas. En ik vind het vanuit mijn nieuwsgierigheid mooi om dingen te ontdekken. Zo ben ik nu betrokken bij het idee om een festival in Haarlem te organiseren over verbinding. Niet om het zo te noemen, maar waar het gebeurt. Iets waar mensen naartoe gaan in hun eentje omdat ze weten dat je daar mensen tegenkomt voor een goed gesprek bijvoorbeeld. Ik weet niet of dit ook de verbinding gaat worden tussen de onder- en de bovenstroom, maar hoe mooi is het als je, zoals ik dat nu doe, aan allerlei balletjes een duwtje kan geven. Dan zie je wel wat past in je grond- of bouwplan.
Ik krijg ook veel energie van mijn rollen bij de media, zowel als bestuurder bij de stichting De Volkskrant als ook als Minister van Oplossingen bij de radio. Daar zou ik nog wel meer mee willen. Media geven een stem aan mensen die zelf dat bereik niet hebben. En hoe serieus nemen media nou die rol om dat te vertolken en daarmee ook mensen te helpen om in beweging te komen? Nou ja, ook een blad als De Optimist heeft natuurlijk een mooie rol om nieuwe inzichten te verspreiden.
Kranten en radio lijken me oude media, en misschien niet meer zo relevant? Misschien moet de aandacht nu veel meer liggen bij het onderwijs. Bij de nieuwe generatie die er nu aankomt. Zelf heb ik de eerste Young Purpose Day georganiseerd in 2022 en wat mij opviel was dat jongeren onvoldoende van elkaar weten hoe ze in de wereld kunnen staan. Ook daar weer die onderstroom die zichtbaar mag worden. Als je daar het idee van hun eigen grondplan kunt vertellen, betekenis geven aan hun eigen leven, dan red je een klein stukje van de wereld. En als we daar nou als mentoren omheen staan…
Precies, dat is toch die uitdrukking, ‘you need a whole village to raise a child’. Ja, daar ligt ook mijn grote liefde, het onderwijs.
Terug naar het onderwijs dus (lacht)
Ja, ik weet het en het gaat gebeuren. Dat voelt zo als datgene dat diep in mij zit. Ik ben er toevallig in terechtgekomen…
Nou, het paste in je grondplan (we lachen allebei)
Precies, en dat bedoel ik, je bedenkt het allemaal niet van tevoren en als je terugkijkt dan zie je die logische lijn in je leven en dan klopt het ook. In dat onderwijs kijk ik met dezelfde nieuwsgierigheid naar waar voor mij het momentum zit om daar mijn plek weer in te nemen. Dat komt.
Wat ik wel mooi vind aan jouw Young Purpose Day is dat je dan twee onderstromen ziet. Je hebt de onderstroom van degenen die elkaar weten te vinden en die in staat zijn om zelf hun weg te vinden. En je hebt de onderstroom, bijvoorbeeld in de MBO’s, van een hele groep jongeren die niet eens de hoop heeft om bij te dragen aan een betere wereld. En hoe zorg je er nou voor dat je die kloof weet te dichten? Anders krijg je een grote groep die zich niet verbonden voelt. Dan krijg je ook niet voldoende mensen mee in de verandering die nu zo nodig is in de samenleving.
Ik zie een nieuw project opdoemen.
(lacht hard) Ja, ja. (even stilte) Ja. Dit is wel echt mijn… nou ja, dat voel je ook wel, hier zit zo mijn overtuiging dat daar de link gemaakt moet worden om grotere groepen mensen aan te laten haken. Dat zij er toe doen. En wat ze zelf kunnen doen daarin.
Het onderwijs van nu is zo ingericht dat leren betekent dat je geen fouten mag maken, terwijl je alleen maar kunt leren als je wel fouten maakt. Ik heb ooit eens een column geschreven bij Fontys ‘hoe gaan we met het groene potlood door een tentamen heen, in plaats van met het rode potlood?’. Met De Buitenboordmotor kijken we ook zo naar verdere scholing. Niet alleen maar de modules doen die je nodig hebt, maar eerst kijken naar wat je al kan.
Ik zie met name die groep van VMBO-ers en MBO-ers die in een systeem gedrukt is, dat zo gericht is op cognitief presteren. Hoe veranderen we dat? Hoe zorgen we ervoor dat we de jongeren weer zien die nu uitvallen? Zodat ze wel perspectief krijgen. Niet door ‘zielig’ te helpen, maar vanuit de overtuiging dat het voor ons zelf ook beter is. Liefde geven en daardoor ook liefde ontvangen.
Ron van Es – mentor, schrijver, spreker & maker bij School for Purpose Leadership. Iedere maand spreekt Ron inspirerende mensen over de zin van ons bestaan. Die gesprekken zijn online te lezen via www.theoptimist.nl.
Maandag 19 juni bood Nienke Meijer in het radioprogramma ‘Spraakmakers’ in haar rol als Minister van Oplossingen samen met studenten van ROC Amsterdam aan minister Robbert Dijkgraaf een pakket oplossingen aan om mentale gezondheid van mbo-studenten te verbeteren.
Lees ook:
Annemiek Schrijver: ‘Wij lijken sprekend op elkaar’
Annemieke Wester: ‘De magiër, die ben je zelf’
Harry Starren: ‘De wil tot bestaan is dan ook het behoud van de soort’
Danielle Braun: ‘We zijn een bonobo én een chimpansee’
Wouter van Noort: ‘De volgende generatie zit op mijn schouders.’
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties