DOOR : ELISE CRULL Dan kent u tijdsverstrengeling nog niet. In de zomer van 1935 correspondeerden Albert Einstein en Erwin Schrödinger met elkaar. Het was een rijk, veelzijdig en soms een beetje knorrig gesprek over de implicaties van de nieuwe kwantummechanica-theorie. Het kernpunt van hun gesprek was een zorg die Schrödinger later verstrengeling noemde: de onmogelijkheid om twee kwantumsystemen of -deeltjes onafhankelijk van elkaar te beschrijven als die interactie met elkaar hadden gehad. Tot aan zijn dood bleef Einstein ervan overtuigd dat verstrengeling aantoonde dat de kwantummechanica incompleet was. Schrödinger dacht dat verstrengeling juist het bepalende kenmerk van de nieuwe natuurkunde was. Maar dat betekende nog niet dat hij dat zomaar accepteerde. ‘Ik weet natuurlijk hoe de hocus pocus wiskundig werkt’, schreef hij op 13 juli 1935 aan Einstein. ‘Maar ik vind zo’n theorie niet leuk.’ Schrödingers beroemde kat, die zich ergens tussen leven en dood bevond, verscheen voor het eerst in die brieven. Hij was een gevolg van de worsteling om hun problemen goed te formuleren. Hun probleem was dat verstrengeling ingaat tegen hoe de wereld zou moeten werken. Ten eerste kan informatie niet sneller reizen dan de snelheid van het licht. Maar in een stuk uit 1935
Het volledige artikel lezen?
Geen abonnee, maar wil je wel artikelen lezen? Geen probleem. Je kunt losse artikelen kopen via Uhmi. Uhmi is een nieuwe manier om snel en veilig te betalen voor artikelen en direct verder te lezen. Probeer het nu uit en krijg een euro gratis.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Wij gebruiken cookies om je de best mogelijke ervaring te geven. Meer informatie vind je op onze privacy pagina. Privacy & Cookies
Reacties