Milieutechnoloog Kirsten Steinbusch zet GFT-afval om in biochemicaliën, om kunststoffen te maken. Als je de auto vol tankt met biodiesel of de elektrische auto oplaadt, dan ben je goed bezig voor het milieu, maar blijf je afhankelijk van aardolie. In het stuur, dashboard, bumpers en lak van de auto zitten namelijk kunststoffen die zijn gemaakt van aardolie. Je zou het niet denken, maar bijna één op de drie olietankers die de Rotterdamse haven binnenvaart, is bestemd voor producten in plaats van voor energie. Milieutechnoloog Kirsten Steinbusch (31) heeft een proces uitgevonden om ook deze afhankelijkheid van aardolie te beëindigen. Haar uitvinding zet afval als groente-, fruit- en tuinafval (GFT) om in biochemicaliën, waarvan kunststoffen kunnen worden gemaakt. Onlangs won haar bedrijf Waste2Chemical 20.000 euro van New Venture, een businessplancompetitie. Ontdekking [su_row] [su_column size=\"2/3\"] Steinbusch deed haar ontdekking bij toeval tijdens haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Wageningen. Eigenlijk was ze op zoek naar een proces om afval om te zetten in biobrandstof. In een klein flesje liet ze GFT gisten. De bacteriën deden echter niet wat ze wilde. Tot haar verbazing maakten de bacteriën grote hoeveelheden biochemicaliën. Voor wie nog even aan zijn scheikundeles wil terugdenken: er ontstonden middellange in