Weg met ons?

The Optimist 13 nov 2024 Zingeving

Er is geen kruid tegen ons gewassen. We zijn een gevaar op de weg. We doen gewoon wat in ons opkomt. We kennen God noch Gebod. We verketteren anderen. Noemen ze dom of achterlijk. We zijn bang en overschreeuwen dat. We denken dat ze zijn als wij. En vast niet te vertrouwen. We blaffen elkaar af. Betwijfelen alles wat we zeggen. We dichten elkaar de ergste dingen toe. En overal verdenken we de anderen. We vertrouwen niemand. We schieten op alles wat beweegt. We maken alles op, want wie dan komt, die dan leeft of sterft, wat maakt het uit? We stemmen op wie evident niet deugt, maar die tenminste niet doet of hij beter is. We zijn boos en onbeleefd. We lezen niet, of hooguit wat we toch al vinden. Ons maakt het niet echt uit, als iemand niets heeft. Dat heeft hij aan zichzelf te danken.

Verdriet beperk je tot je eigen familie. Je vertrouwt niet wie een ander geloof heeft. Zelf geloof je niks, maar dat noem je dan gezond verstand. Wie naar theater gaat moet dat vooral zelf weten. Je slaat als iemand iets beledigends zegt. Je weet het niet precies maar neemt aan wat je te pas komt. Dat vínd je dan gewoon. Je vindt wat anders is, slecht. Doe normaal. Je draagt je hart op de tong en zegt waar het op staat. Wie wint heeft het gewoon goed gedaan. De televisie staat altijd aan. Wat je niet volgen kunt, is het volgen niet waard. Mensen moeten gewoon doen en zeggen waar het op staat. Kunst is ‘moeilijk doen’. Wat je niet mee kunt zingen, is, sorry hoor, geen muziek. Je hebt het niet op mensen die hier niet horen. En je vindt ze stinken bovendien.

Ik weet niet of ik hier wil zijn. Als ik met mensen praat, blijken het bijna altijd lieve mensen. Ik praat over hun kinderen. Over hoe hun leven is gegaan. Ze vertellen mij hun onzekerheden. Soms laten zij hun tranen gaan. Ik koester hun woorden, vraag door waar hen de adem stokt. Ik leg mijn hand op hun schouder. Zoek in hun ogen de twinkeling. Hoor hoe zij hun vader missen. En hun moeder. Hun vroeg gestorven kind.

Wij dragen elkaar. Wij knikken. We mompelen en maken een gebaar. Wij zijn het evenbeeld van elkaar. We lachen om dezelfde dingen. We troosten elkaar bij groot verdriet. Wij bezoeken elkaar in het ziekenhuis, op het werk en in de gevangenis. Wij laten elkaar niet los, ook al maken wij het ernaar. We zetten de vuilnisbak buiten als het je even niet lukt. We nodigen elkaar uit. We stoppen op de stoep voor een praatje. We helpen de aarzelende mens naar de overkant. We zwaaien naar je als we je zien. We zeggen goeiemorgen, ook kennen we je niet.

We huilen om wie we zijn en vragen om genade.

Harry Starren, auteur, spreker

 

The Optimist

The Optimist

The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.

Meer over The Optimist >

Reacties

Geef een reactie