Rijden op zeewierbenzine: daar ligt misschien wel de toekomst

Elk jaar wordt ruim vijfentwintig miljoen ton zeewier geoogst voor consumptie en cosmetica. Maar waarom gebruiken we dan niet een deel van al dit zeewier voor iets anders? Benzine bijvoorbeeld. Dat moeten de onderzoekers van het MacroFuels-project hebben gedacht toen ze begonnen met het maken van deze toch wel erg aparte benzinevariant.

Bij het maken van de brandstof wordt zeewier in contact gebracht met bacteriën die gisting veroorzaken. En zo worden de suikers in het zeewier omgezet tot het benzinealternatief biobutanol. En met succes: Deense onderzoekers gebruikten de zeewierbenzine om een auto wel 80 kilometer per uur te laten rijden. Het grootste probleem waar de onderzoekers tegenaan lopen, is dat er nog niet genoeg zeewier is om de alternatieve brandstof te maken. Ook daar wordt in het project hard aan gewerkt volgens de onderzoekers.

Nu wordt nog het grootste deel van onze biobrandstoffen gemaakt met overblijfselen van de suiker-, mais- en sojateelt. Het probleem is echter dat voor deze gewassen veel land, mest en water nodig is. Daarom zoekt de Europese Unie in hun 20-20-20 klimaat- en energiedoelstellingen naar alternatieven in zee. En dat is waar zeewier om de hoek komt kijken: met zout water en zon groeien deze algen namelijk ontzettend snel, in sommige gevallen met wel meer dan 60 centimeter per dag. En dat is niet het enige voordeel van zeewier: het haalt ook grote hoeveelheden CO₂ uit de lucht.

We moeten nog wel even wachten voordat wij onze auto kunnen volgooien met een paar liter zeewierbenzine, maar waarom dan niet in de tussentijd overstappen op een elektrische eend? In The Optimist #190 kan je lezen over het bedrijf van Sander Aaldervink, die in zijn garage Citroen 2CV’s ombouwt tot elektrische superauto’s. Dat artikel lees je hier.