The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
We moesten naar Wildkamp, want de pomp was kapot. Als de naam Wildkamp je niets zegt; dat is een winkel waar ze buizen en kleppen en roosters verkopen voor waterleidingen, rioleringen, tuinen en vijvers. Leidinggoten, regenpijpen, dakpannen. Slangen en koppelingen. Kruiwagens en laarzen. En pompen dus, voor als de tuin te droog is om op eigen kracht te overleven. De paden zijn er zo breed als een klaslokaal, de schappen zijn van ijzer en de artikelen heten geen Alex, maar gewoon naar wat ze zijn. ‘Folie’. ‘Golfplaat’. Of: ‘Wegafbakening stapelbaar’. Ik hou van zulke winkels, maar ik wist nooit goed waarom. Sinds die pomp weet ik het: alles wat er te koop is, heeft een mens soms echt nodig. Wildkamp is daarmee voor mij het ultieme tegenover van Xenos, waar ze alleen maar dingen verkopen die je níet nodig hebt.
Wildkamp verkoopt alleen wat nodig is
Het is het totale onopgesmukte van dat soort winkels waar ik blij van word. Of nou ja, blij… tevreden, dát is het woord. Je weet er waar je aan toe bent. De dingen zijn er zoals ze zijn, niets wordt mooier of rozer of lichter gemaakt dan het is. Gamma was vroeger ook zo, maar daar moet je je nu eerst een weg banen tussen palletkussens ‘Hidde’, parasols ‘Florida’ en manshoge barbecues door, voordat je bij de spullen komt die echt met werken te maken hebben.
We hoeven heus niet terug naar berenvellen, om ons iets te herinneren van het echte leven
Je ziet aan winkels als Xenos en Gamma wat er op veel vlakken in onze samenleving gebeurt. We zijn verzeild geraakt in een bestaan dat versierd wordt en gezellig wordt gemaakt, terwijl de werkelijkheid die eronder ligt uit het oog is geraakt. Er zijn mensen die bij het woord ‘huis’ eerder aan een interieur denken dan aan cement en dakpannen. Er zijn mensen die yoghurt eten en zich niet realiseren dat daar een koe voor nodig was. Die regen gezellig vinden en dan binnen een kaars aansteken, zonder na te denken over wat er in de riolen onder hen allemaal kolkt en bruist. En o ja, er zijn ook mensen die in een vliegtuig een parfummetje kopen en vergeten dat het vliegtuig stinkt.
In de grond van het bestaan klinkt altijd iets van liefde
Ik zou graag eens een lans breken voor het echte, onopgesmukte leven. We hoeven heus niet terug naar hutten, noch ons in berenvellen te hullen, om ons iets daarvan weer te herinneren. Waar het om gaat is het onderscheid gaan zien tussen wat echt is en wat illusie is. Tussen nodig en overbodig. Tussen zijn en hebben. Want dat is het jammere van de kussens en de parasols en de parfums: je zou kunnen gaan denken dat je ze nodig hebt om te leven. Maar ze leiden je juist af van de grond van het bestaan, het echte leven raken ze niet.Nu zul je vragen: wat en waar is dan de grond van mijn bestaan? Het antwoord op die vraag is voor elke mens anders, maar dat er ergens in het antwoord iets van liefde klinkt, is onvermijdelijk. Als je nou verrast bent door het woord liefde hier, zo laat in dit verhaal, dan klopt dat helemaal. Het maakt duidelijk dat al die franje van het bestaan er in elk geval niets mee te maken heeft. Alleen daarom al is het goed om er zo nu en dan eens tussendoor te gluren. En als je nu zegt: “Ja maar die pomp van Wildkamp dan Maria, dat is dan toch ook franje. Als het droog is, sterft gewoon je tuin” – tja, dan heb je gelijk. Alles is franje in het zicht van de liefde.
Maria van Mierlo, geestelijk begeleider, publicist
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties