The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Enig kind zijn beïnvloedt de hersenontwikkeling. Kinderen zonder broers en zussen zouden daardoor allerlei negatieve eigenschappen hebben. Ze noemen dat het ‘enigkindsyndroom’. Deze kinderen zijn daardoor egoïstischer, verwend en asociaal. Maar is dat wel zo?
De term ‘enigkindsyndroom’ werd in het leven geroepen door de Amerikaanse psycholoog Granville Stanley Hall. Meer dan een eeuw geleden beweerde hij dat een enig kind ‘een ziekte op zichzelf is’. De wetenschap spreekt dit echter steeds vaker tegen, schrijft de Belgische krant Het Laatste Nieuws (HLN).
Duitse wetenschappers lieten bijvoorbeeld vijfhonderd geïnterviewden alle clichés opsommen over enig kind zijn. De vaakst voorkomende stereotypering was: ze zijn ontzettend narcistisch. Ter controle werd het karakter van 1.800 mensen onder de loep genomen.
Kinderen die enig kind zijn, hebben zelfs iets minder narcistische karaktertrekken dan mensen met broers en zussen, blijkt uit de bevindingen die in september zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Social Psychological and Personality Science.
Met de arrogantie van een enig kind valt het ook wel mee. Wetenschappers vonden namelijk geen verschillen tijdens het onderzoeken van het mentale welzijn. Enig kinderen waren niet meer of minder angstig of hadden niet meer of minder zelfvertrouwen dan mensen met broer of zussen.
Daarnaast zou een enig kind asocialer en zieliger zijn, omdat het alleen is. Het kind zou daardoor eenzamer zijn en minder snel vrienden maken. Maar ook dit klopt niet, toonde een studie aan gepubliceerd in SAGE Journals. Een enig kind op de lagere school heeft net zoveel vrienden als anderen. Ook zouden de vriendschappen net zo betekenisvol zijn.
Als enig kind ben je overigens in je vroege jeugd wel slimmer. Amerikaanse onderzoekers namen om daarachter te komen 115 studies onder de loep. En inderdaad, kinderen die enig kind zijn, blijken beter te scoren op IQ-testen en betere resultaten te behalen op scholen dan leeftijdsgenoten met broers of zussen. Alleen kinderen met een jongere broer of zus leken even intelligent, schrijft HLN. De grootste verschillen gelden echter vooral bij peuters en kleuters. Hoe ouder de kinderen, des te kleiner het verschil met de leeftijdgenoten die broers of zussen hebben.
Bron: HLN.beSchrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties