Meer palmolie en minder schade voor het milieu: experts denken dat het kan

Wereldwijd groeit de vraag naar palmolie en normaal gesproken worden hiervoor meerdere bossen gekapt. Nederlandse experts zeggen dat het nu anders kan waardoor de diversiteit van de natuur behouden kan blijven en overige milieu-impact van de bestaande productie naar beneden kan.

In Indonesië, de grootste palmolieproducent ter wereld, is er deze eeuw alleen al meer dan tien miljoen hectare aan plantages bijgekomen. Vaak ter vervanging van andere gewassen zoals rubber en rijst, maar ongeveer een derde van die nieuwe plantages staat op recent ontboste grond of kwetsbaar veengebied. Het gevolg: verlies aan biodiversiteit, ontwatering en een forse uitstoot van CO2.

Ruimte voor verbetering

In samenwerking met de Universiteit van Nebraska-Lincoln en het Indonesische Oliepalm Onderzoekinstituut zijn experts bezig met meer onderzoek. Ze zijn ervan overtuigd dat er aan de groeiende vraag naar palmolie voldaan kan worden zonder daarvoor bossen te kappen of maagdelijke veengrond te gebruiken. Daarnaast is gebleken dat uit de bestaande plantages meer opbrengst mogelijk is dan in de huidige situatie daadwerkelijk gebeurt. Er is dus veel ruimte voor verbetering.

Bovendien kan volgens de onderzoekers de milieu-impact van palmolieproductie omlaag. Dit is mogelijk onder meer door gecombineerde teelt toe te passen. De betrokken boeren experimenteren bijvoorbeeld met de tijdelijke teelt van gewassen wanneer de oliepalm na zo’n 25 jaar moet worden vervangen.

Experimenteren

Dergelijke experimenten dragen ook bij aan meer gelijkheid voor vrouwen. In Riau op Sumatra maken vrouwen koekjes en sap van ananas die tussen de palmen aangeplant is. En de bananenteelt in Kalang, Centraal Kalimantan, heeft veel vrouwen aangezet tot het frituren van bananenchips in palmolie. Die verkopen ze vervolgens op lokale markten.

Daarnaast zijn er nog meer ideeën voor verbetering door bijvoorbeeld gebruik te maken van de veeteelt. Koeien die eens in de zoveel tijd onder de oliepalmen mogen grazen. Hiermee spreiden ze het risico van tegenvallende oogsten en prijsschommelingen. Ook wordt bestudeerd of het mogelijk is om een aantal oliepalmplantages in veengebieden aan het eind van hun levensduur niet te vervangen, maar te herbebossen. Of geschikt te maken voor natte vormen van landbouw, zoals junglerubber, sago, riet en rijst. Dit zou mogelijk zijn door de waterstand te verhogen.

Meer informatie vind je hier.