The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Jager-verzamelaars van de Jahai-stam zijn veel beter in staat om geuren te benoemen dan westerlingen. Ze hebben er zelfs een uitgebreidere woordenschat voor. Recent onderzoek door taalwetenschapper Asifa Majid van de Radboud Universiteit heeft aangetoond dat de Jahai en Nederlanders dezelfde geuren aangenaam en onaangenaam vinden, hoewel deze taalkundig verschillen.
Wetenschappers wijzen er al eeuwen op dat geur onmogelijk in woorden is te vatten. Het Nederlands lijkt dit standpunt te ondersteunen. Misschien is ‘muf’ wel het enige echt duidelijke voorbeeld van een woord dat een geur omschrijft in de Nederlandse taal. De Jahai, een stam van jager-verzamelaars op het Maleisische schiereiland hebben echter net als andere jager-verzamelaars, een uitstekende woordenschat voor geuren ontwikkeld. Ook toonde eerder onderzoek van Majid en haar collega’s aan dat jager-verzamelaars bijzonder goed lijken te zijn in het praten over geur.
In recent onderzoek is aan dertig sprekers van het Jahai en dertig Nederlandstaligen gevraagd om geuren te benoemen. Het gezicht van de proefpersonen werd gefilmd, zodat de onderzoekers ook hun gelaatsuitdrukkingen bij de verschillende geuren konden bepalen. In het onderzoek zagen ze opnieuw dat Jahai-sprekers speciale geurwoorden gebruikten om over geuren te praten. Bijvoorbeeld ‘snes’ voor scherpe geuren van benzine, rook, maar ook diverse insecten en planten en ‘pléen’ voor geuren die deden denken aan bloed, vis of vlees. Nederlandstaligen verwezen juist naar geuren aan de hand van concrete bronnen, zoals ‘bloemen’, maar ook omschreven ze geuren met ‘als je d’r langsfietst’ of wanneer je ‘achter de vuilniswagen staat’.
In vergelijking met Nederlanders zijn Jahai het vaker met elkaar eens bij het beschrijven van geuren. Daarnaast geven ze kortere antwoorden en benoemen ze geuren sneller. Jahai hadden gemiddeld twee seconden nodig en Nederlanders dertien seconden. Nederlanders lijken dus meer moeite te hebben met het bedenken van een manier om geuren te beschrijven, doordat ze daar geen specifieke woordenschat voor hebben. De snelle reacties van de Jahai laten daarentegen zien, dat de groep makkelijker op woorden voor geuren kan komen.
Ondanks deze verschillen in taalgebruik was er geen verschil tussen de Jahai en de Nederlanders wat betreft hun emotionele reactie op geuren: ze walgden van dezelfde soorten geuren. Dit was af te lezen aan hun gezicht door de neusrimpel en verlaagde wenkbrauwen. Het wijst er dus op dat geuren overal ter wereld op dezelfde manier worden waargenomen in verschillende culturen, ook al wordt taal gevormd door cultuur.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties