Eerste off-shore zeewierboerderij van Nederland

Op de bodem van de zee, voor de kust van Scheveningen, liggen sinds kort twee ecologische ankers. De ankers zijn een nieuwe stap naar de allereerste off-shore zeewierboerderij van Nederland.

Tussen de twee onlangs geplaatste ankers ligt een zeewierteeltsysteem waaruit zeewier geoogst kan worden en waar zeeleven tussen kan groeien. Het zeewier dat groeit aan het cultivatiesysteem trekt zeeleven aan en dient als schuilplaats en kraamkamer. De eco-ankers zelf bevorderen op hun beurt ook het zeeleven, maar dan op de bodem. Dit initiatief komt voort uit een samenwerking tussen North Sea Farmers en AFAS. De eco-ankers zijn onderdeel van een onderzoek dat moet uitwijzen of er zeewier gekweekt kan worden op open zee. Als dit slaagt, is het de bedoeling dat er in windmolenparken op zee zeewierteelt plaatsvindt.

Veelzijdigheid van zeewier

Het nut van zeewier voor mensen is enorm gevarieerd. Femke Prins, woordvoerder van North Sea Farmers, noemt een aantal voorbeelden: ‘Nori is een zeewiersoort die vaak gebruikt wordt voor sushi. Daarnaast wordt er verdikkingsmiddel gemaakt van zeewier voor in voeding. Ook als biostimulant heeft zeewier erg interessante toepassingen, het bevordert de groei van het wortelstelsel van planten en gaat schimmelgroei tegen bij veel neerslag. Anderzijds kunnen de planten in droge periodes juist meer vocht vasthouden.’ Prins somt een aantal grondstoffen op die door zeewier gemaakt kunnen worden: ‘Je kunt van zeewier vezels voor kleding maken, maar ook papier, bouwmaterialen, capsules voor medicijnen en bioplastics. Er wordt nog steeds met verschillende toepassingen geëxperimenteerd.’

Ecologische opbrengst

De ecologische ankers zijn ontworpen met het oog op het zeeleven in de Noordzee. Uit eerdere testen met ankers blijkt dat er een toename is in biodiversiteit op plekken waar ankers geplaatst zijn. De ambitie van North Sea Farmers is om 160 hectare aan zeewierinstallaties per windpark op te zetten. Dit zou zo’n duizend ton nat zeewier per jaar opbrengen. Prins benadrukt dat het project nog in de onderzoeksfase is: ‘Uiteraard is dit een stapsgewijs proces, maar als we ruimte krijgen om meer onderzoek te doen, moet dit gaan lukken.’

Foto: Jurriaan Brobbel