Als je je ogen dicht doet kun je het zien

The Optimist 15 jan 2025 Zingeving

Gisteren kwam de fanfare mijn hotelkamer in. Het leek wel een carnavalsoptocht. Plezier van anderen kan wanstaltige vormen aannemen, maar hier had het iets zachts. Strikt genomen was de ruimte te klein voor het gezelschap. Maar met wat inschikken lukte het. Mijn vader, al zo’n vijftig jaar dood, wenkte me. Mijn moeder was er ook. Ik had een berenpyama aan.  Ze vonden me er goed uit zien. En dat vond ik zelf ook. Ze speelden alleen maar Beatles covers. Je moet doen waar je het beste in bent. Ik knikte. Toen we vertrokken ben ik nog snel even naar de receptie gelopen om te betalen. Laat maar zitten, zei de vrouw, we vonden het gewoon heel leuk om je te hebben. Echt? zei ik. Echt, zei ze.

Ik fabuleer graag. Liefst in de vroege ochtend als ik de tijd heb, loop ik altijd een stukje over het water. Dat vinden de kinderen in de buurt leuk. Je moet er in geloven. Dat is het belangrijkste. Ik oefen nu op manden met brood. Vermenigvuldigen. Dat is best lastig. Ik ben eigenlijk niet zo erg gek op brood. Maar ik zie op tegen vissen. Dus heb ik gekozen voor brood. Vissen kan altijd nog.

Mij kon je vroeger wakker maken voor bijbelverhalen. Nu ben ik blij als ik eindelijk slaap.

Waar die drang tot fabuleren vandaan komt weet ik niet. Ik fantaseer graag. Het is natuurlijk een vorm van liegen. Dat je je niks van de werkelijkheid aan trekt. Het is de drang om te ontsnappen. Op reis te gaan in je hoofd. Dat geeft een vrij gevoel.

Laatst gaf mijn telecomprovider aan waar ik was. U bent nu in Spanje. Dat helpt. Een telefoon die je zegt waar je bent. Met het vorderen van de jaren zie ik het nut daar steeds meer van in. Dat de telefoon vertelt dat je naar de bakker op weg bent. En onthoudt wat je daar ook alweer ging doen. En die je vertelt wie die vriendelijke vrouw is die op bezoek komt (‘dat is uw dochter en ze heet Ellen, ze heeft twee kinderen, Hans en Josien. Vraag even hoe het met ze gaat. Dat vindt Ellen, uw dochter leuk’, die andere vrouw is de verpleegkundige. Noem haar maar zuster. Dat zijn steeds andere, daar is geen beginnen aan’)

Waar was ik. Oja, ik fantaseer graag. Dat kun je ook visie noemen. Dingen die er niet zijn. Het ligt op de plank naast Visie en Hallucinatie. Die zijn er aan verwant.

Ik ga nu door. Ben benieuwd waar de tocht naar toe gaat. Mijn vader houdt mijn hand vast. Ik zwaai naar de receptioniste en schreeuw dat ik van haar hou. Ze moet er enorm om lachen. Dat is omdat we ooit samen waren, maar ze ging dood.

Harry Starren, auteur, spreker

 

 

The Optimist

The Optimist

The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.

Meer over The Optimist >

Reacties

Geef een reactie