Column Roland Pluut: Cum laude richting het geluk

Roland Pluut 27 apr 2018 Actualiteit

Column van onze uitgever Roland Pluut

Het kost nogal wat inspanning om tot een Amerikaanse topuniversiteit zoals Yale of Stanford te worden toegelaten. Alleen de allerslimsten krijgen er een plek. Ook in Nederland blijft een aantal studies gebonden aan een numerus fixus, waarbij geldt: hoe hoger de cijfers op de eindlijst, hoe groter de kans op toelating. Inmiddels tellen zelfs de cijfers uit de 5e klas mee. De druk om goede cijfers te halen loopt overal op. Gevolg? Studenten leren alleen nog hoe ze hoge cijfers kunnen halen; niet hoe ze een gelukkig of emotioneel bevredigend leven kunnen leiden. Hierdoor liggen psychologische klachten op de loer, maar daar komt nu verandering in.

De trend begon in de VS. Het onderwijs-systeem is daar anders en er ligt meer prestatiedruk bij de leerlingen en studenten. Een prestigieuze – en dure – universiteit op het cv biedt betere kansen op de arbeidsmarkt. Sommige kinderen zijn daarom al vanaf de kleuterschool bezig met het bouwen aan hun cv. De beste kleuterschool, basisschool en middelbare scholen geven meer kans om toegelaten te worden. Veel vrijwilligerswerk en extra-curriculaire activiteiten helpen ook. Eenmaal toegelaten tot de universiteit van hun keuze leren studenten alles over wetenschapsfilosofie of middeleeuwse literatuur. Maar ze hebben geen flauw idee hoe ze moeten ontspannen.

De psychologische klachten van studenten liepen in Amerika de spuigaten uit. Ze komen onder ruim de helft van de studenten voor. Het werd tijd voor een oplossing. Yale trapte af en ontwikkelde een nieuw vak: Psychology and the Good Life (psychologie en het goede leven). Het was een doorslaand succes. Meer dan 25 procent van de eerstejaarsstudenten schreef zich in voor het vak. Dat zijn meer dan 1.180 studenten. Het was het meest populaire vak dat Yale ooit had aangeboden. Ook op Stanford University volgt inmiddels één op de zes studenten een vak dat zich richt op het ‘ontwerpen van een bevredigend leven’. Ook in Nederland is steeds meer aandacht voor studentenwelzijn. De Nederlandse studenten staan weliswaar onder minder heftige druk dan hun Amerikaanse collega’s, maar toch is het hier ook pittig. Burn-out komt onder studenten steeds vaker voor.

Gelukkig leven

Aan de Radboud Universiteit biedt filosoof Hans Thijssen studenten het vak Gelukkig Leven. In een artikel dat hij voor De Gelderlander schreef zegt hij: ‘Dit voorjaar heeft de Radboud Universiteit het voortouw genomen in een onderzoek naar het welzijn van haar studenten. Meer dan 4.000 studenten hebben de vragenlijsten ingevuld. (…) Meer dan een kwart van de studenten ervaart leegte, en iets meer dan een vijfde van de studenten mist mensen om zich heen. Regelrecht verontrustend is dat 56 procent van de studenten druk of heel veel druk ervaart en 43 procent van die groep geeft aan zich hierdoor minder gelukkig te voelen. De diagnose is duidelijk. Onder studenten is nogal wat geestelijk lijden aan te treffen dat inherent is aan hun situatie.’

Toch is hun zaak nog lang niet verloren, want het gevoel van geluk is volgens recente wetenschappelijke inzichten te oefenen. Bij geluk komen drie componenten kijken. Als eerste is er de biologie van de mens. Hierbij gaat het onder andere om hoe de hersenen werken en hoe de hormoonhuishouding zich gedraagt. Als bepaalde hersengebieden onvoldoende functioneren of gelukshormonen niet genoeg door het lichaam worden aangemaakt, is het moeilijker – maar niet onmogelijk – om geluk te voelen.

Het tweede component is de om-standigheden. Dit is waar de meeste studenten mee te kampen hebben. Het zijn factoren zoals financiën, burgerlijke staat en woonsituatie die maken dat de omstandigheden voor geluk meer of minder aanwezig zijn.
Desondanks zijn er tal van dolgelukkige mensen die in relatieve armoede leven. Dit is waar de derde component komt kijken, namelijk de eigen gedachtes over geluk. En die zijn te trainen. Thijssen: ‘Die laatste component bepaalt ongeveer vijftig procent van het geluk. In acht colleges leren wij de studenten meer over geluk. Wat is het, waarom is het er en hoe kan je het vermeerderen. Daar komt positieve psychologie, mindfulness maar ook sociale interactie bij kijken. De colleges worden daarom gegeven door een psycholoog, psychiater, neurowetenschapper, psychopatholoog, econoom, een professor in HR en zelfs een letterkundige. Samen bieden zij een totaalplaatje aan kennis en kunde over geluk.’ Het vak mocht rekenen op heel wat belangstelling. Ruim negentig studenten schreven zich in.

Het kan dus wél

Het is dan ook niet verwonderlijk dat toenmalig minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, in 2017 bij de opening van het academisch jaar op de Radboud Universiteit sprak over geluk. In haar speech haalde ze een opmerking aan van de Noorse minister van Onderwijs: ‘Beter een mislukte advocaat dan een succesvolle loodgieter.’ Bussemaker noemde het ‘een citaat waarachter een wereld van ongeluk schuilgaat. Van altijd maar op je tenen moeten lopen om met je hakken over de sloot te komen. Van altijd de slechtste van je klas zijn. Van niet met je vriendjes kunnen spelen omdat je bijles hebt. En van als je eenmaal die mislukte advocaat bent, je kinderen niet zien opgroeien omdat je avond na avond moet overwerken. Omdat je het tempo eigenlijk niet kunt bijbenen.’

Ook zij ziet dat het probleem van ongelukkige studenten niet iets van alleen Amerika of Europa is. Ook in Azië doen zich vergelijkbare problemen voor. ‘Daar werden scholieren opgestuwd tot prestaties die hun kunnen te boven gaan. Kinderen werkten er hun hele schoolloopbaan toe naar één centraal examen dat bepaalde op welk niveau ze verder mochten leren. Op de dag van het examen liepen scholieren van lagere klassen uit om de examenkandidaten geluk te wensen en werd het vliegverkeer stilgelegd, zodat de laatstejaars niet werden gestoord op deze belangrijke dag. Het resultaat mocht er zijn: Zuid-Korea stond steevast in de absolute top van allerlei ranglijsten waarmee onderwijsprestaties worden vergeleken.’

Toch kan Zuid-Korea niet dienen als rolmodel voor beter onderwijs. Bussemaker: ‘Daar stond wel tegenover dat er geen land is waar studenten ongelukkiger waren. Zuid-Korea kampte met een schrikwekkend aantal zelfmoorden onder jongeren, die te relateren zijn aan de psychische druk om te slagen op school. Die druk was groot omdat de eer van de familie op het spel staat en er soms financiële sancties staan op slechte cijfers. Nederland scoort ook hoog op de lijstjes van onderwijsprestaties. Niet zo hoog als Zuid-Korea, of andere toppers als Singapore, Hong Kong of Japan, maar wel in de Europese top. En tegelijkertijd behoort onze jeugd tot de gelukkigste ter wereld, zo blijkt uit onderzoek van onder andere Unicef en de WHO. Het kan dus wél.’

‘De diagnose is duidelijk. Onder studenten is nogal wat geestelijk lijden aan te treffen dat inherent is aan hun situatie.’

Betekenis

Waarom is er eigenlijk zo plotseling meer aandacht gekomen voor de prestatiedruk en de afwezigheid van geluk onder studenten? Het was toch altijd al hectisch op de universiteit? ‘Ik denk dat studenten op zoek zijn naar betekenis’, aldus Peter Salovey, directeur van de Yale University in een artikel in Quartz. Salovey was een voorloper in het onderzoek naar emotionele intelligentie. Hij stelt dat hoewel studenten vandaag de dag meer ontwikkeld en wereldser zijn dan voorgaande generaties, ze ook minder weerbaar zijn. Hun gevoel van kwetsbaarheid maakt dat ze op zoek gaan naar een doel, zowel in universitaire vakken als elders.

Laurie Santos, de docente psychologie die het vak aan Yale doceert, denkt dat het doel van de lessen – studenten helpen uit te vogelen wat het betekent om een gelukkiger, bevredigender leven te leiden en ze daar wetenschappelijk bewezen methodes voor aan te leren – vooral beklijft bij studenten die eigenlijk nu pas beseffen dat de academische discipline, die nodig was om toegelaten te worden, ook negatieve gevolgen heeft voor hun slaap, geestelijke gezondheid en gevoel van sociale verbondenheid. ‘Onze intuïtie over wat we moeten doen om gelukkig te worden, is fout’, zegt ze. We denken dat we hoge posities met veel macht en een hoog salaris willen, zelfs als dat betekent dat we de dingen die ons in balans en gezond houden moeten opofferen. Menselijk contact, lichaamsbeweging en ontspanning worden opzij geschoven.’

Maar wat blijkt? Geld maakt maar een klein beetje gelukkig. Amerikaans onderzoek toont aan dat een salaris boven de 75.000 dollar niet significant bijdraagt aan meer geluk. Genoeg lijkt dus belangrijker dan heel veel. En ook macht maakt niet gelukkig. Waar het meer om gaat is keuzevrijheid. Helaas zijn zowel geld als keuzevrijheid in het strakke stramien van een dure universiteit schaars. Deze omstandigheden, die vallen onder de tweede component van geluk, dragen bij aan de hoge mate van depressie, angsten en stress die aanwezig is onder studenten.

Positieve psychologie

Een mogelijke oplossing voor die omstandigheden is de positieve psychologie. Deze stroming, in 1998 op de kaart gezet door de prominente psychologen Martin Seligman en Mihaly Csikszentmihalyi, focust op de positieve zaken in het leven.

Dit in tegenstelling tot de traditionele psychologie die zich meer richt op zelfontdekking en het begrijpen van psychisch lijden. Positieve psychologie legt de nadruk op positieve ervaringen (zoals geluk, hoop en liefde), positieve eigenschappen (zoals vitaliteit, doorzettingsvermogen en wijsheid) en manieren waarop instellingen een positief verschil kunnen maken binnen de maatschappij.‘We leven nu in een tijd waarin we heel veel wetenschappelijk onderzoek beschik-baar hebben over positieve psychologie. We weten wat ons gelukkig maakt en we weten welke gedragsveranderingen er nodig zijn’, aldus Yale’s Santos. In haar lessen bespreekt ze onderwerpen zoals het nut van het geven aan goede doelen en het kiezen van een betekenisvolle carrière. En omdat de wetenschap heeft aangetoond dat het nastreven van hoge cijfers geluk juist tegenwerkt, moedigt ze haar studenten aan om het vak simpelweg te halen. Niet om een hoog cijfer te halen. Vanwege het succes van haar vak wordt het sinds maart ook gratis online aangeboden via Coursera. Daar heet het The Science of Well-Being.

Meer hulp

Problemen met de geestelijke gezondheid van jong volwassenen nemen toe op alle universiteiten. Het is een wereldwijd probleem. ‘Ik was verrast hoe vaak angst en depressie voorkomen onder studenten’, zegt Santos. Uit een onderzoek onder Yale-studenten bleek in 2013 dat meer dan de helft van hen psychologische hulp heeft gezocht. In een eerder onderzoek, uitgevoerd in 2009 door een Amerikaanse gezondheidsorganisatie onder ruim tachtigduizend studenten, werd al aangetoond dat 39 procent zich hopeloos voelt en 25 procent voelde zich zo depressief dat ze het moeilijk vonden te functioneren. Bijna de helft (47 procent) voelde zich overweldigend angstig en 84 procent voelde zich in het algemeen overweldigd door de hoeveelheid dingen die ze moeten doen. Tariq Sewbaransingh van de Landelijke Studentenvakbond reageert: ‘In Nederland hebben we helaas geen landelijke cijfers over studentenwelzijn. We hebben daarom zelf een onderzoek gedaan, waaruit blijkt dat de cijfers die de Radboud uit hun onderzoek naar studentenwelzijn haalde min of meer landelijk gelden. De LSVB is dan ook in gesprek met het ministerie van OCW om de geestelijke gezondheid van studenten op de kaart te krijgen. Vooralsnog is het type initiatieven zoals dat van Thijssen nog erg versnipperd. We weten dat er studie-verenigingen en losse faculteiten zijn die lezingen en cursussen organiseren, maar een landelijke aanpak is er niet. We hopen dat snel te veranderen.’

Jolien Dopmeijer herkent de psycholo-gische problemen onder studenten ook. Zij onderzoekt voor hogeschool Windesheim de relatie tussen psychosociale problemen en studievertraging en uitval, evenals de relatie tussen het studieklimaat en psychologische interventies die je kunt inzetten bij studenten met problemen. In dat onderzoek kon zij in 2012 voor het eerst aantonen dat er een relatie bestaat tussen psychosociale problemen zoals angst, somberheid en alcohol- en drugsgebruik enerzijds en studievertraging en uitval anderzijds. Dopmeijer: ‘De problemen onder studenten bleken ernstig en bij veel studenten aanwezig. De studenten die problemen en belemmeringen ervaren in hun studie ervaren een lage mate van binding met de opleiding en de school.’

Sinds enkele jaren is er op Windesheim daarom het project FIVE (Fit & Veilig Windesheim). Hierin wordt gewerkt aan een gezonder en veiliger studieklimaat om op die manier studievertraging en -uitval tegen te gaan. Psychosociaal welbevinden en sociale cohesie zijn hierin belangrijke factoren. Daarnaast zijn er op de opleidingen initiatieven om de student met problematiek beter te ondersteunen. Zo worden de introductieprogramma’s verbeterd, zijn er trainingen groeps-dynamica en worden docenten getraind om dreigende uitval eerder te signaleren.

Minder sociale isolatie

In het vak Lessons of Community and Compassion: Overcoming Social Isolation and Building Social Connectedness through Policy and Program Development (Lessen over gemeenschap en medeleven: sociale isolatie overwinnen en het bouwen van sociale contacten door beleids- en programmaontwikkeling) stelt Kim Samuel, professor aan de McGill Universiteit, de meest geïsoleerde mensen ter wereld voor aan haar studenten. Het gaat om vluchtelingen en migranten, inheemse gemeenschappen, families die in armoede leven en gehandicapten. Een van de doelen van het vak is, zo zegt McGill, ‘studenten leren een gevoel van veiligheid en gemeenschap te ervaren in hun eigen levens.’ Op die manier kunnen ze die verbinding doorgeven aan minder bevoordeelde populaties. ‘Alle studenten hebben wel eens een gevoel van sociale isolatie ervaren’, zegt ze. ‘En die herkenning is de weg naar wederkerigheid.’

Veel studenten zeggen dat het vak een kantelpunt was in hun leven. Jeremy Monk, die Samuels vak volgde en nu een master doet, zegt in een interview: ‘Ik denk dat velen van ons terugkijken op onze tijd aan de universiteit als een plek waar we begonnen. Een plek waar onze ideeën tot bloei kwamen en waar we het gevoel kregen dat we een verschil kunnen maken in de wereld.’ Daarmee verwoordt hij perfect het gevoel van ‘maakbaarheid’ van het leven dat de huidige generatie studenten ervaart.

Ontwerp

Aan Stanford wordt daarom het vak Ontwerp je Leven gegeven door Bill Burnett en Dave Evans. Burnett is het hoofd van het designprogramma aan Stanford en Evans was de uitvinder van Apple’s eerste computermuis. Bovendien was hij een van de oprichters van het inmiddels beroemde gaming bedrijf Electronic Arts. Evans denkt dat iedereen de beroemde vraag van de dichter Mary Oliver probeert te beantwoorden: ‘Wat ben je van plan te doen met je wilde en kostbare leven?’. ‘Niemand van ons is geboren met een handleiding voor het leven’, stelt Evans. ‘Studenten die bijna zijn afgestudeerd moeten die vraag snel en onder druk beantwoorden. Ze zijn in 22 jaar perfect getraind om tot prestigieuze universiteiten te worden toe-gelaten. Maar er is ze niet geleerd hoe ze moeten leven in deze wereld en ze weten niet wat “leven” voor ze betekent.’ Evans merkt daarbij terecht op dat ‘goed op school zijn’ niet betekent dat je ook ‘goed in leven’ bent.

Het vak is op Stanford zo’n succes geworden dat Evans en Burnett een speciaal lab hebben opgericht: Life Design Lab. Dit lab helpt andere universiteiten om vergelijkbare vakken op te zetten. ‘We voegen de component “leven” heel expliciet weer toe aan de universiteitservaring’, stelt Evans. ‘Dat is aantrekkelijk want er is veel behoefte aan, de prioriteit ligt hoog en er wordt weinig aangeboden om te helpen.’

Hans Thijssen ziet de zoektocht naar geluk ook als een filosofisch vraagstuk. ‘De academische filosofie kan een belang-rijke rol vervullen in het verhelderen van de “grote” problemen die samenhangen met onze levenssituatie. Scherp nadenken laat ons nieuwe mogelijkheden zien en kan ons gedrag beïnvloeden. Ik concentreer me op het thema geluk. Ik onderzoek wat we bedoelen wanneer we het over geluk hebben en welke persoonlijke vaardigheden de filosofische traditie aanreikt voor een gelukkiger leven. Volgens mij biedt de Boeddhistische filosofie een belangrijke aanvulling op het westerse perspectief, vooral wanneer het gaat om de relatie tussen persoonlijk en maatschappelijk geluk en duurzaamheid.’

‘Studenten leren een gevoel van veiligheid en gemeenschap te ervaren in hun eigen levens.’

Jong geleerd

Het navolgen van geluk is nauwelijks nieuw te noemen. Plato had het er al over en een hele rits aan filosofen, zelfhulpgoeroes en auteurs schreef boeken vol over het fenomeen. Positieve psychologie is een nieuwe trend onder studenten. Presentaties op universiteiten over het onderwerp zitten tjokvol. Wat wel nieuw is, is de wetenschappelijke onderbouwing bij wat mensen gelukkig maakt. Ook het groeiend besef onder universiteiten, dat studenten een dergelijke begeleiding nodig hebben, is nieuw.

Hoewel ouders ook verantwoordelijk zijn voor de weerbaarheid van hun kinderen, focussen ze zich toch vaak meer op leerprestaties. Betere schoolprestaties leveren later in het leven een betere positie op, zo is de gedachte. Studenten moeten daarom vaak nog hun eigen stem vinden. Ze moeten leren verder te gaan na mislukkingen en leren zelf na te denken.
Maar er is nog een belangrijk voordeel aan lessen in geluk. De lessen benadrukken dat je geestelijke gezondheid en emotionele balans ook belangrijk zijn als je jong bent. Het is niet iets dat pas aandacht verdient op latere leeftijd. We kunnen het nu al beïnvloeden en als de vaardigheid eenmaal is aangeleerd, is ze een leven lang in te zetten. Het lijkt wel een beetje op het spelen van viool. Je moet er werk in stoppen, elke dag weer. Geluk is nooit een verloren zaak, want ook al zijn de vingers aan de geluksviool wat stram geworden, oefenen helpt. De wetenschap toont aan dat gelukkig worden niet snel gaat, maar een paar lessen aan de universiteit maken het wel makkelijker.

Roland Pluut

Roland Pluut

Roland Pluut is een Ode-lezer van het eerste uur. In 2015 nam Roland Ode, dat...

Meer over Roland Pluut >

Reacties

Geef een reactie