Bekentenissen van een vleesfanaat

The Optimist 178 januari / februari 2018 Samenleving

De moderne mens worstelt met een gewetensvraag: mag ik nog vlees eten? Pijnigen we ons geweten terecht of kan een sappige entrecote op zijn tijd geen kwaad? Reinout Burgers, ooit vegetariër en nu overtuigd carnivoor, dook in zijn eigen ziel én in de wetenschap voor een antwoord.

‘Hierdie beesvleis kom uit eindelose Karoo uit’, vertelt haar vader. ‘Dit proe ’n bietjie anders as in julle kaaskoppieland.’ Hij lacht met een delicaat gevoel van Zuid-Afrikaans understatement.

Het is mijn eerste avond in Zuid-Afrika. Ik zit aan een grote tafel waar prachtige gegrilde stukken vlees en andere dampende lekkernijen aanlokkelijk staan uitgestald. De familie van mijn Zuid-Afrikaanse vriendin, die ik een half jaar daarvoor in Zuid-Frankrijk had ontmoet, verwelkomt mij met de traditionele Afrikaanse braai.

Nog vlak voor het aanschuiven, houd ik vol dat ik vegetariër ben. Haar familieleden kijken mij meewarig aan. En terecht! Vijf jaren van vegetarische volharding smelten in vijf minuten als het vet van de T-bone steak, die spetterend en sissend van het kolenvuur op tafel wordt gezet. Bij de eerste voorzichtige neusproeverij verander ik weerloos van een preuts vegetarische gelovige in een heidense vleesfanaat. In mijn jaren in Zuid-Afrika heb ik zelfs gejaagd en als een bloeddorstige het rauwe, bijna kloppend hart van een impala opgegeten als verplicht Afrikaans jachtritueel.

‘Mijn geweten knort in mijn ziel als de honger naar vlees in mijn maag.’

Ooit was ik vegetariër, bijna vijf jaar lang. In mijn studententijd bleek het met een spaarzaam budget lastig om diervriendelijk vlees te kopen. Ik werd vegetariër, omdat ik vond dat dieren een vriendelijk leven mochten leiden en in de toenmalige landbouwpraktijk leek dat een verre wereld. Vijf jaar lang elke dag vleesvervangers eten. Erwten, bonen, falafel, groenteburgers, tofu, tempé en af en toe een visje. Nu ben ik een carnivoor pur sang, die van een goed stuk vlees kan genieten. Mooi mals vlees dat je dit met de achterkant van het mes kunt snijden. Goed dooraderd met intramusculair vet en stevig van smaak, zo van het houtvuur. Het liefst ‘blue’, zoals de Fransen tegen een bloedrood gebakken entrecote zeggen.

Sinds mijn wederopstanding als carnivoor en mijn terugkeer naar Nederland knaagt het geweten aan mijn nieuw verworven eetlust. Vlees eten in Nederland is een ‘doodzonde’ geworden. Een klein stukje vlees, een paar keer in de week, moet volgens de Hollandse norm meer dan voldoende zijn – en is eigenlijk nog teveel. Niet alleen vanwege ethische motieven over dierenwelzijn, maar ook omdat het eten van vlees tegenwoordig niet als duurzaam en milieuvriendelijk wordt gezien.

Mijn geweten knort in mijn ziel als de honger naar vlees in mijn maag. Mag ik vlees eten of moet ik mijn stukje dood dier laten staan om de wereld te redden en net als in mijn studentenjaren vegetarisch worden?

Evolutionair voordeel

De mens is een omnivoor. Sommige ‘meat lovers’ en – waarschijnlijk vleesetende – wetenschappers beweren zelfs dat wij carnivoren zijn. Als je het menselijke maagdarmstelsel vergelijkt met dat van de zuivere carnivoren is de mens het perfect evolutionaire voorbeeld van een omnivoor met een hoge mate van voorkeur voor vlees.

Dat vlees en mens een onlosmakelijke evolutionaire band met elkaar hebben, ontdekten wetenschappers van de universiteit van Lund in 2012. De Zweden vergeleken 67 soorten zoogdieren, waaronder mensen, apen, orka’s en muizen. Ze vonden een duidelijk verband tussen vlees eten en de leeftijd tot wanneer nakomelingen worden gezoogd. Soorten die vlees eten, verkorten de zoogtijd zodat de volgende zwangerschap vroeger kan plaatsvinden. Dit heeft een zeer grote invloed gehad op de verspreiding van de menselijke soort.

De overstap van onze aapachtige voorvaderen van voornamelijk vegetarische omnivoor naar een bestaan als carnivoor maakte ook de explosieve ontwikkeling van de hersenen mogelijk. Tussen één en twee miljoen jaar geleden verdrievoudigden die in omvang. Daarmee kreeg de mens ook het vermogen om werktuigen te ontwikkelen om efficiënter te jagen en methodes om de voedselvergaring te vergemakkelijken.

Uit een recente studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, bleek eveneens dat de evolutie van de menselijke hersenen niet mogelijk zou zijn geweest zonder het eten van vlees. Het rapport stelt dat vlees minder kauwkracht per calorie vereist dan eten van het zwaar plantaardig voedsel van de vroege mensachtigen. Minder kauwen en de calorierijke, voedzame voordelen van het vlees hebben een grote rol heeft gespeeld in de evolutie van het gezicht en tanden, in de ontwikkeling van de spraakorganen, motoriek, thermoregulatie en de grootte van het menselijk brein.

Neurowetenschapper Suzana Herculano-Houzel aan de Federale Universiteit van Rio de Janeiro, berekende dat het toevoegen van neuronen aan de primaathersenen op een vaste ‘kostprijs’ van ongeveer 6 calorieën per miljard neuronen ligt. Als de plantaardig etende gorilla’s mensachtige hersenen zouden gaan ontwikkelen, hebben ze 733 calorieën per dag extra nodig. Daarvoor moeten ze nog eens twee uur extra besteden aan foerageren, terwijl ze al 80 procent van hun tijd besteden aan het zoeken naar eten. En ze hebben maar twaalf uur daglicht in de tropen…

Vanuit evolutionair en fysiologisch oogpunt kan ik dus met een gerust geweten vlees eten. Dat de mens zijn evolutie aan vlees te danken heeft, betekent echter niet dat onze toekomst er ook van afhangt. We kunnen weer in echte omnivoren veranderen met vooral plantaardige voedingsstoffen. Er zijn tegenwoordig voldoende voedselproducten in de winkels verkrijgbaar die het vlees kunnen vervangen. Bovendien investeren mensen als Bill Gates miljarden in het ontwikkelen van kunstvlees op basis van weefseltechnieken. Directeur van Varkens in Nood, Hans Baaij, denkt dat daar de toekomst van mens en dier ligt. Zelfs staatssecretaris Van Dam stelde 1,8 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek naar kunstvlees.

Artificieel vlees is altijd nog beter dan geen vlees, maar ik weet het niet. Een hotdog, diepvrieshamburger of kipnugget kan natuurlijk mijn honger stillen, maar ik vrees dat het nog heel lang zal duren voordat kunstvlees de smaak en textuur van een Karoo-koe zal evenaren. Tot dan blijf ik verlangen naar de authentieke smaakbeleving, hoeveel kunstnuggets ik ook opgepeuzeld heb.

De hele waarheid

Intussen verkondigen natuur-, milieu- en dierwelzijnsorganisaties met de passie van een prediker dat vlees eten het milieu verontreinigt, de natuur aantast door roofbouw en de wereldvoedselzekerheid ondermijnt. Hun redenering is dat voor de productie van vlees heel veel hectares grond nodig zijn om granen en ruwvoer te verbouwen. Het is veel efficiënter om geen vlees meer te eten en de akkerbouwgewassen direct voor menselijk consumptie te telen.

Dat is een onweerlegbaar feit, maar die organisaties vertellen niet de hele waarheid, want niet alle grond waarop vee gehouden wordt, is geschikt voor de teelt van gewassen. In Nederland kennen we de veenweidegebieden in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Friesland. Ruim 220 duizend hectare, ofwel grofweg 10 procent van het landbouwareaal, kan vanwege drassigheid alleen voor ‘grazende’ veeteelt worden gebruikt. Stoppen we met het eten van runderen en schapen, dan kan hier geen landbouw bedreven worden, want ook bij melk- en wolproductie worden dieren geslacht en gegeten. Deze gronden worden dus onttrokken aan de productie van voedsel.

Over de hele wereld zijn er onvruchtbare en onherbergzame gebieden die ongeschikt zijn voor de teelt van plantaardig voedsel, maar waar dieren wel kunnen overleven die voor de lokale bevolking de belangrijkste voedselbron zijn. Die gebieden zouden zonder het eten van vlees onbewoonbaar worden of de bevolking uithongeren.

In haar proefschrift stelt Hannah van Zanten dat het niet duurzaam is om vlees helemaal van het menu te schrappen. Veganisten gaan de wereld niet redden. Volgens Van Zanten zijn natuurlijke weilanden niet geschikt voor voedselgewassen en verteren dieren gras en kruiden beter dan de mens. Bovendien draagt het gebruik van bijproducten, zoals soja- en koolzaadschroot, bietenpulp of bierbostel bij aan het verminderen van het landgebruik en kunnen ook de reststromen van de voedselproductie en -consumptie (voedselverspilling) gebruikt worden als veevoer, vooral voor varkens.

Met minimale verspilling in de voedselketen zou de mens 71 gram varkensvlees per dag (14 gram eiwit) duurzaam kunnen eten. Dat is exclusief de dierlijke eiwitten van de natuurlijke weilanden. Worden ook graaslanden duurzaam benut door herkauwers, dan kan de mens nog eens 7 gram dierlijke eiwitten per dag meer eten. In totaal dus 21 gram, ofwel een derde van de aanbevolen hoeveelheid eiwit dat een persoon dagelijks nodig heeft.

Tot een soortgelijke conclusie komt een Amerikaanse rapport over de draagkracht van de binnenlandse landbouwgronden. De onderzoekers stellen dat een veganistisch dieet tot minder duurzaam landgebruik leidt dan het dieet van een omnivoor. Het meest efficiënt is een vegetarisch dieet met een beetje zuivel en vlees. Flexitarisch wordt dus het nieuwe vlees eten en gaat de wereld redden van de verdoemenis.

Een onbewuste flexitariër

Mijn geweten is gesust. Bewust minder vlees eten is het motto, en eigenlijk doe ik dat al sinds mijn terugkeer naar Nederland, omdat vlees hier smakeloos is. Wie ooit met de achterkant van zijn mes een ‘blue’ stukje entrecote heeft gesneden dat vers van de gril komt en dit met zijn ogen dicht heeft gegeten om zich op de smaakpapillen te concentreren, weet precies wat ik bedoel. Elk supermarktbiefstukje is een teleurstelling. Tegenwoordig krult het varkensvlees in de pan van het vele vocht of het stinkt naar berengeur. Een taaie lap stoofvlees of oude legkip smaken in het suddersap zoveel beter en zijn duurzamer.

In plaats van flauwe retailkiloknallers eet ik liever een overrijpe avocado met volle crème fraîche, een vleugje zout en peper of een stevige gegrilde pompoen met komijn, jalapenos en geroosterde pecannootjes, of kikkererwten met honing, mosterd en knoflook. Ik kan mijzelf daarom een onbewuste flexitariër noemen. Niet vanuit principe, maar om zintuigen te blijven prikkelen met echte lekkernijen.

Er rest nog één gewetensvraag en dat is een ethisch dilemma. Mag de moderne mens een dier doden om op te eten, terwijl er voldoende voedzame alternatieven bestaan? Die vraag is diepgaand filosofisch. Er is geen korte uitleg. Noch wetenschappers, noch ik hebben een eensluidend antwoord. Het is een persoonlijke keuze die je zonder vooroordeel moet kunnen maken. Voor mij is dit een keuze die ik maak met veel respect voor het dier.

Dit artikel verscheen eerder in Vork, een platform met prikkelende opinies over de voedselketen.

The Optimist

The Optimist

The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.

Meer over The Optimist >

Reacties

8 reacties op “Bekentenissen van een vleesfanaat”

  1. Het is een keuze die je maakt. Dat klopt. Waarom zetten we als vleeseters en flexitatiers kennelijk zo moeilijk daarachter dat leesteken, die punt?

    Waarom voelen we de behoefte als we dieren iets aandoen daarbij te vermelden dat we dat met respect voor diezelfde dieren doen?

    Vlees eten, wat je er ook van mag vinden, komt er in feite op neer dat je het belang van die ander, dat dier, om vrij te zijn van angst, pijn, ander lijden, en simpelweg te mogen leven, doelbewust ondergeschikt maakt aan je eigen belangen van genot, gewoonte, gemak – veel meer triviale belangen en die je ook prima zou kunnen vervullen op manieren zonder die ander te schaden.

    Zeg nou zelf? Iemand komt naar je toe, kijkt je aan en zegt: “Ik doe jou onnodig pijn, laat je onnodig lijden en doodmaken, maar dat doe ik met álle respect voor jou hoor.”? Zo iemand wil je dan toch alleen maar een rotschop verkopen of niet? 😉

    Vlees eten, nogmaals wat je er verder ook van mag vinden, is je eigen belang voorop stellen ten koste van een ander. Dat vinden we toelaatbaar, omdat die ander geen mens is. Dat is niet respectvol voor die ander. Het is gewoon wat het is. When you make the decision, the least you can do, is fully own up to it. We romantiseren teveel.

  2. Walgelijk egoistisch. Wanneer je beseft dat de vleesindustrie de holocaust is voor dieren en deze bedrijfstak is verworden tot het meest misdadige systeem wat de mens ooit heeft bedacht. Wetenschappers die beweren dat hersenen groeien van vleeseten. Het zou mooi zijn als mensen wat met die gegroeide hersenen deden. In deze tijd is niets anders nodig dan een beschavings-offensief, maar wat doet de optimist. Zij publiceren een verhaal van iemand die het recht denkt te hebben zijn eigen behoefte te bevredigen ten koste van dieren én het milieu. De beschaving van mensen meet men aan de wijze waarop zij met dieren omgaat. De titel van uw tijdschrift is wat mij betreft ongepast in dit kader. Als dergelijk stukken podium krijgen in dit blad gaat het er niet beter uitzien op deze aardkloot. Jammer zou ik zeggen

  3. Vleeseten is GEEN persoonlijke keuze, je vergeet het onnodige slachtoffer, het dier.

    Zoals gezegd, er is genoeg plantaardig voedsel, dus waarom kies je ervoor een dier te doden dat niet dood wil.

  4. Je geweten sussen, doe je alleen als je weet dat je schuldig bent…. Luister naar je geweten en wordt veganist. Je jongere zelf was goed bezig, laat hem nou niet verworden tot een oude hedonist die met drogredenen (Ja maar in Afrika, Ja maar miljoenen jaren geleden, Ja maar niet álle grond, Ja maar eiwitten) zijn eigen hachje probeert te verdedigen. Gek genoeg blijkt uit dit hele stuk dat u wel beter weet en u bewust laat leiden door uw smaakpapillen en dat een wetenschappelijk onderbouwt groen licht probeert te geven. Punt 1 is dat bij deze mislukt en de andere comments hier wijzen u nog op een andere belangrijke “factor”: het dier dat u zo graag, liefst zo rood en bloedend mogelijk (met veel respect) eet.

  5. Beste Hans,

    Hartelijk dank voor je reactie. We hebben hem doorgegeven aan Reinout.

    Als hoofdredacteur wil ik je graag uitleggen waarom ik er voor heb gekozen om Reinout’s stuk te plaatsen.

    Op dit moment is wereldwijd ongeveer 4% van de bevolking vegetarisch. Daarmee verwoordt Reinout dus een mening die heel veel mensen er op na houden. Dat is niet optimistisch of pessimistisch, dat is een feit. Ik ben van mening dat hij met zijn stuk bovendien ook aantoont dat het nodig is om na te denken over de keuze om vlees te eten. Hij dacht na en is daarna is hij tot een andere conclusie gekomen dan jij. Naast dit artikel staat in het magazine ook het verhaal van Lisette Thooft (https://theoptimist.nl/als-het-eten-niet-lekker-zit/). Zij beschikte over dezelfde kennis als Reinout en kwam juist tot een ander besluit. Die mening plaatsen we ook. Daarnaast spraken we Tobias Leenaert (https://theoptimist.nl/veganisten-hebben-niet-genoeg-empathie-voor-mensen/) die als veganist min of meer tussen de twee standpunten in staat.

    In een gezonde discussie, en zeker in de journalistiek, is het belangrijk om altijd allebei de kanten van een verhaal te tonen. Ook als je het er niet mee eens bent. Eén specifieke mening censureren omdat we het er niet mee eens zijn, dát zou wat mij betreft pas echt niet optimistisch zijn.

    Met vriendelijke groet,

    Lisette Weber-Ziere
    Hoofdredacteur

  6. Sorry, ik heb niet alles gelezen. Ik eet geen vlees, allang niet en ik lust geen vlees. Ik begrijp niet hoe je na een tijdje vegetariër geweest te zijn nog vlees lust. Ik drink nu een jaar geen melk meer in mijn koffie. Ik taal er nu niet meer naar. Waarom maken mensen het zo moeilijk. Kun je na een jaartje je oude gewoontes nog niet vergeten? Wat een flauwe kul allemaal.

  7. Ik zit met hetzelfde dilemma. Sinds een paar jaar eet ik alleen wild, geschoten door een jager uit de buurt. Deze dieren hebben in Nederland geen natuurlijke vijanden, hun aantal wordt daardoor te groot waardoor er onvoldoende voedsel is. Ik eet wild zwijn, ree, gans, houtduif en heel af en toe haas (met Kerstmis). Ik eet 2 a 3 x per week vlees, verder vegetarisch en vis.
    Ik erger me een beetje aan de venijnige stukjes van fanatieke vegetariërs en veganisten. De mensheid eet al duizenden jaren vlees. Dieren doden elkaar om te eten. Acceptatie en tolerantie is soms ver te zoeken.

  8. Ik eet vlees omdat ook ik aan dieren denk.
    Het zijn de landbouwers die de pesticiden gebruiken waar o.a. bijen door sterven. Pesticiden heten dierenplagen te voorkomen maar zijn een juist plaag voor dieren. Die sterven vaak een afschuwelijke dood voor de vegetariërs. Als je weet hoeveel dieren slachtoffer zijn van o.a. maai-dorsmachines dan schrik je. Daarnaast: Weide vogels zijn afhankelijk van landbouwgronden voor veeteelt. Daarmee ook andere soorten. Willen we die diversiteit onder druk zetten alleen om onze emoties vrij baan te geven t.a.v. veeteelt en vlees eten? Waarom de rechten van de vleesdieren zo prominent voorop stellen en de rechten van de rest van de dieren vergeten? Heeft de mens niet te veel en te vaak de neiging om zich als superieur te profileren?
    Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken zou voedsel tekorten veroorzaken. En als we dan pogingen doen om die bestrijdingsmiddelen uit te bannen dan hebben we weer een andere smoes omdat dan genetisch gemanipuleerd uit den boze is.
    Het leven is een doolhof van keuzen maken. En als je dan een keuze maakt moet je een ander niet de maat nemen als er aan je eigen keuzen ook nadelen kleven.
    Waarom zijn we vaak zo eenzijdig in het kijken naar en belichten van de werkelijkheid als we ook maar enigszins denken dat we de wijsheid in pacht hebben? Waarom alleen de splinter in de ogen van de ander en de eigen balk niet zien?

Geef een reactie