The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Een kruimel op de rok
van het universum
– Lucebert.
Druktemakers, dat zijn we. We zijn niets en we zijn alles. Alles wat we hebben, stelt niets voor. Dat zou een bevrijdende gedachte kunnen zijn. Toch stuit deze observatie, die mij volkomen houdbaar lijkt, op verzet. Het lijkt het recept voor zinloosheid. ‘Dat het er allemaal niet toe doet’.
Mijn vriend en collega William schrijft een boek. Over de camino. Zijn tweede gang naar Santiago de Compostela. Het wordt ook zijn tweede boek. Over de gang naar Compostela. En opnieuw zal ik aan dat boek bijdragen. ‘Nee hè, niet wéér’.
Ik raakte geïrriteerd over zijn voornemen én zijn verzoek. Twee keer hetzelfde doen, kwam mij als gemakzuchtig én nutteloos voor. Wat maakte me bozig? Het bracht mijn denken in beweging. Is het nu juist niet mooi, dezelfde gang te maken? Tegenspreken. En toen het denken begon, kwam als vanzelf de volgende gedachte. Kun je dezelfde gang eigenlijk wel maken? Je stapt niet twee keer in dezelfde rivier, zoals je ook niet twee keer hetzelfde boek kunt lezen.
Het brengt mij Harry Mulisch in herinnering. Ik had ‘het stenen bruidsbed’ gelezen. En zijn fantastische vertellingen. Hij sprak in de bibliotheek van Baarn, waar ik ben opgegroeid. Toen hem gevraagd werd naar de bedoeling van het boek, retourneerde hij de vraag. Want het boek is van de lezer. Het verhaal ontstaat niet in het schrijven, maar bij het lezen, hield hij ons voor. Het gehoor voelde zich terecht gewezen.
Dick Swaab, die ik in het werk wat beter leerde kennen, is twee keer getrouwd. Met dezelfde vrouw. Hun tweede huwelijk is veel beter dan het eerste. Ik moest toen hij het vertelde aan Harry Mulisch denken.
Het komt vaak voor, heb ik begrepen, dat mensen die getrouwd zijn en daarna zijn gescheiden, na een tijdje van gewenning aan de nieuwe situatie, elkaars beste vrienden worden. Het wordt ook wel ‘het nahuwelijk’ genoemd. Vrienden voor het leven.
Wat bedoel ik hier nu mee te zeggen? Dat in de herhaling een kans besloten ligt. Simpelweg omdat de herhaling mits aandachtig aangegaan, nooit een herhaling is. We hebben de kans die bijna niet te ontwijken is, de ervaring van de tussentijd, mee te nemen in het reeds bekende. Dat daardoor nieuw is, kansen biedt. Alles is nieuw voor wie er grote ogen voor opzet.
Dat is de opgave voor wie bewust wil leven. Het vermogen ontwikkelen elke herhaalde ervaring te ervaren als nieuw.
TS Eliot, de grote dichter, zegt het in Little Gidding zo mooi. Het staat in de laatste van de Four Quartets:
‘And the end of all our exploring
will be to arrive where we started
And know the place for the first time’
Doe het elke dag alsof het je eerste ervaring is, slurp het op. Kijk de ander aan, en ontdek dat het een ander is. Durf de bekende weg opnieuw te gaan. Ken het voor de eerste keer. Niets hetzelfde voor wie goed oplet.
En worden wij daar beter van? Ik vermoed van wel. Maar stel je van dat beter worden nou ook niet al te veel voor. Want zó veel stellen wij ook zelf niet voor. Ik zeg het onze eigen grote dichter na. We zijn niet meer dan een kruimel op de rok van het universum.
Harry Starren, auteur, spreker
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties