Nieuwe stappen in behandeling ziekte van Raynaud

Onderzoekers van medische instituten in Londen en Berlijn identificeerden twee genen die het fenomeen van Raynaud veroorzaken. Deze vondst baant een weg voor een behandeling van de ziekte.

Het fenomeen van Raynaud is een ziekte waar mensen in verschillende mate last van kunnen hebben. De ziekte kenmerkt zich door een vernauwing in de bloedvaten bij de vingers en tenen waardoor bloed minder makkelijk naar deze plekken stroomt. Het gevolg is meestal een verkleurde huid en een pijnlijk gevoel. Kou en emotionele stress zijn factoren die een aanval teweeg kunnen brengen.

Weinig kennis

De ziekte van Raynaud is niet zeldzaam. Volgens cijfers van het Slingeland Ziekenhuis heeft zo’n 10 procent van de wereldbevolking ermee te maken. Het komt net iets vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Toch is er niet veel onderzoek naar de ziekte gedaan. Dokters kunnen bloeddrukverlagende medicijnen voorschrijven om de klachten in toom te houden, maar die hebben vaak ongewenste bijwerkingen. Nieuw onderzoek over de ziekte van Raynaud zou kunnen leiden tot nieuwe behandelmethoden.

Onderzoek

Een team van het PHURI (Precision Healthcare University Research Institute) en BIH (Berlin Institute of Health) voerde een onderzoek uit naar de ziekte. Men gebruikte elektronische patiëntendossiers, een grootschalige biomedische database en een onderzoekbron met genetische en gezondheidsinformatie van een half miljoen Britse deelnemers, om meer dan negenduizend mensen met Raynaud te identificeren.

Uit dit onderzoek kwamen twee genen naar voren die betrokken zijn bij het ontstaan van symptomen van de ziekte. Het eerste heeft te maken met een adrenaline receptor die reageert op stress en zorgt dat bloedvaten samentrekken. Bij Raynaud-patiënten is deze receptor extra actief. Het tweede gevonden gen heeft te maken met de regulatie van het verwijden van bloedvaten. Bloedvaten verwijden bij Raynaud patiënten minder zoals ze normaal wel zouden doen.

Nieuwe behandelingen

De volgende stap is nu om deze onderzoeksresultaten te bevestigen in andere bevolkingsgroepen. Daarna kan er worden gekeken naar nieuwe behandelingen zodat mensen de ziekte onder controle kunnen houden. Zo wijst het onderzoek bijvoorbeeld op een verhoogd risico op Raynaud voor mensen met een genetische aanleg voor een lage bloedsuikerspiegel. Een Raynaud-aanval kan misschien beperkt worden door langere periodes met een lage bloedsuikerspiegel te vermijden. Ook bestaan er al reeds goedgekeurde medicijnen die inwerken op de genen die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen. Er kan dus ook onderzocht worden of die medicijnen een geschikte behandeling kunnen zijn voor de ziekte van Raynaud.