Medicijn tegen chemoresistentie bij longkanker

Australische onderzoekers ontdekken dat een bestaand medicijn te gebruiken is bij kleincellige longkanker.

Ongeveer vijftien procent van alle longkankerpatiënten heeft te maken met agressieve, kleincellige longkanker. Deze variant is moeilijk vroegtijdig op te sporen en de overlevingskansen zijn miniem met een sterfte tot 95 procent. Alhoewel patiënten goed kunnen reageren op chemotherapie, ontwikkelt zich vaak een resistentie voor deze behandeling waarna de ziekte terugkomt.

MYC-oncogenen

Onderzoekers van de Monash University in Australië gingen op zoek naar genen die vaak in kankercellen te vinden zijn. Ze ontdekten dat een bepaald type oncogeen, de zogenaamde MYC-oncongenen, vaker voorkwam na chemotherapie. Ze brachten deze genen in verband met de eerdergenoemde resistentie. Vervolgens speurden ze in medische databanken naar bestaande geneesmiddelen die het effect van deze oncogenen konden tegengaan.

Fimepinostat

Tijdens hun zoektocht stuitten ze op het middel Fimepinostat, dat al in klinisch onderzoek wordt gebruikt bij de behandeling van hersentumoren bij kinderen. Na experimenten met muizen bleek de levensduur van de proefdieren aanzienlijk te verbeteren. Gecombineerd met andere medicijnen bleek Fimepinostat nog effectiever te zijn. De onderzoekers willen op korte termijn starten met klinisch onderzoek bij mensen.