Marco Visscher | 115 april 2009 Jeremy Courtney Foto: Farah Nosh De Amerikaan Jeremy Courtney verhuisde in 2007 van Turkije naar Sulaymaniyah in Noord-Irak, waar hij ging werken voor een hulporganisatie. Hij leerde er een gezin kennen met een tienerdochter die op een wachtlijst stond voor een operatie aan een aangeboren hartafwijking. Hartafwijkingen komen veel voor onder Koerdische kinderen in Noord-Irak, wellicht door de nawerking van de chemische aanvallen van Saddam Hoessein in 1988, of misschien vanwege de huwelijken binnen de eigen familie die gebruikelijk zijn in sommige stammen. Courtney ontdekte dat er naar schatting vierduizend Koerdische kinderen aan een aangeboren hartafwijking lijden; ze worden gauw moe, kunnen niet spelen met vriendjes, en vallen nogal eens flauw vanwege een laag zuurstofgehalte in het bloed. In Irak is geen ziekenhuis dat de uitrusting heeft om dergelijke operaties te kunnen uitvoeren, en de medische en reiskosten om ze in het buitenland te laten verrichten, bedragen een dubbel jaarinkomen van een doorsnee Irakees gezin. Daarom besloot Courtney dit meisje en anderen zoals zij te helpen. ‘Soldaten en diplomaten kunnen niet alles oplossen’, zegt hij. ‘Sommige dingen kunnen alleen worden opgelost door praktische liefdadigheid, handel en creativiteit.’ Met zijn vrouw Jessica en vriend Cody