\'Hoe maak je God aan het lachen?\' Vertel hem je plannen voor de komende vijf jaar. Jurriaan Kamp | 26 mei/juni 1999 issue \'De laatste tijd schrijven jullie veel over God\', zei de trouwe lezer. De opmerking klonk niet als een compliment. En inderdaad, het woord God staat regelmatig in Ode. Dat bleek toen we ons onlangs afvroegen of we God wel of niet met een hoofdletter zouden schrijven. We kozen voor wel nadat de eindredactie eerst van niet was uitgegaan. \'Zoek en vervang\' leverde een opmerkelijk aantal treffers op. Waarom God? Ik moest aan de kritische lezer denken toen ik in een tijdschrift op de Ode-leestafel een aardig grapje las. \'Hoe maak je God aan het lachen?\' Vertel hem je plannen voor de komende vijf jaar (of zelfs voor de komende vijf weken). Ik denk dat in dit grapje een verklaring voor de aanwezigheid van God in Ode ligt verborgen. Wij groeien op in deze wereld met de overtuiging dat we ons leven in de hand hebben, althans behoren te hebben. Wie herinnert zich niet het verlangen uit onze jeugd - als iets wat je heel graag wilde van \'thuis\' niet mocht - naar later als we zelf konden