The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Onze zintuigen zijn onze antennes naar de buitenwereld. Ze maken het ervaren van de wereld om ons heen mogelijk. Samen met ons zenuwstelsel, helpen onze zintuigen ons om onze belevenissen te toetsen aan (collectieve) verhalen, de heersende paradigma’s, die we als ‘waar’ beschouwen. Zijn onze belevenissen in lijn met onze verinnerlijkte verhalen? En zo niet, waar zit dan de incongruentie? En wat doe je met het innerlijk conflict dat zich vervolgens in je ontwikkelt? Negeer je de signalen die je eigen antennes opvangen? Of neem je deze signalen én de verhalen onder de loep?
DOOR: MADELEEN MULDER
Door middel van onze zintuigen ervaren we de wereld om ons heen. Onze zintuigen vormen onze antennes naar de buitenwereld, waarmee we allerlei signalen kunnen opvangen. Signalen die vervolgens door ons zenuwstelsel vertaald worden. Die vertaalslag gebeurt vrijwel automatisch. En dat is (deels) maar goed ook: de hoeveelheid informatie die wij vandaag de dag te verwerken krijgen vanuit de wereld om ons heen is enorm. Bij gebeurtenissen die herhaaldelijk voorkomen, vormt een deel van je neuronen, die tezamen je zenuwstelsel vormen, een lokale sterke verbinding rondom die ervaring. Wanneer een gelijke ervaring een volgende keer binnenkomt, wordt de al aanwezige sterke neuronenverbinding getriggerd. En met die trigger wordt ook meteen de eerdere reactie op de ervaring ‘wakker geschud’. En voilá: de welbekende automatische piloot. Dingen die je regelmatig doet automatiseer je zogezegd, denk aan fietsen of zwemmen. Maar ook gebeurtenissen die een grote emotionele impact op je hebben gehad, blijken diep in je (cel)geheugen gegrift te staan. En bij soortgelijke ervaringen worden de oude herinneringen en reacties daarop automatisch van stal gehaald.
Hoe mensen hetgeen ze met hun zintuigen ervaren intern verwerken, is een uiterst persoonlijke kwestie. Exact eenzelfde gebeurtenis wordt door ieder individu anders geïnterpreteerd. Het is immers onze menselijke natuur dat we allemaal uniek en anders zijn. Daarbij spelen genetische verschillen, opvoeding, cultuur en eerdere ervaringen een grote rol. Zo zijn de waarden en normen die je vanuit je opvoeding en cultuur van herkomst hebt meegekregen verankerd in jou, in de vorm van jouw specifieke neurale verbindingen. Het fundament voor het collectieve verhaal van een groep of cultuur vormen we op deze manier als individuen samen door de verinnerlijking van specifieke normen en waarden.
Collectieve verhalen, ongeacht welk verhaal dat is, zijn een deel van ieder van ons. En verhalen zijn voor mensen van levensbelang. Ze geven ons een kader en houvast in het duiden van de wereld om ons heen. Er bestaan in onze wereld veel verschillende collectieve verhalen, of zo je wil: wereldbeelden. Van oudsher kent de wereld een grote verscheidenheid aan culturen, fysieke leefomgevingen, talen, gebruiken en denkstromingen. Zo zijn velen van ons bekend met het communisme en het socialisme. En inmiddels kennen velen van ons ook het collectieve verhaal van het neoliberalisme, waarbij maakbaarheid, marktmechanismen en kleine rol van de overheid centraal staan. Sinds de opgang van die ideologie hebben neoliberale denkers met behulp van de daarbij horende paradigma’s de afgelopen vijftig jaar, o.a. met de toepassing van flinke shocktherapieën, de diversiteit van onze leefomgevingen en leefsystemen behoorlijk negatief beïnvloed. Naast bovengenoemde paradigma’s bestaan er ook vele andere, zij het veelal gemarginaliseerde en gediscrimineerde of verdrukte, ecocentrische verhalen van verschillende inheemse volken wereldwijd. Doordat onze collectieve verhalen zó uiteenlopen, kunnen dezelfde gebeurtenissen op zeer uiteenlopende manieren ‘vertaald’ worden, en verschillen vertalingen van persoon tot persoon en van groep tot groep. Immers, hoe maakbaar voelt je leven wanneer er in je gezin van herkomst nooit voldoende geld is om als kind een sport te kunnen beoefenen of wanneer elke dag onduidelijk is of er aan het einde van de dag te eten is? Of hoeveel armoede bestaat er als je ouders drie huizen hebben en meer geld bezitten dan ze ooit kunnen uitgeven? En wat betekent een politiek waarin zelfredzaamheid gepredikt wordt vanuit een complex web aan subsidies, voor iemand die niet heeft leren lezen en schrijven? Kortom: het is maar hoe je kijkt.
De vraag is hoe bewust we zijn van het collectieve verhaal dat in ons verankerd is en van de individuele ‘vertaalslag’ van onze zintuigelijke ervaringen – welke onder andere in het licht van dat collectieve verhaal gebeurt.
Het is ons bewust zijn, ons stilstaan bij hetgeen onze zintuigen ervaren, waardoor we opmerkzaam kunnen worden van het collectieve verhaal dat wij verinnerlijkt hebben, en de waarden en normen onderliggend aan dat verhaal. Pas wanneer we écht stilstaan bij hetgeen we ervaren, kunnen we ons gewaarworden van dat wat er daadwerkelijk is. En ook worden we ons veelal dan pas gewaar van de uitkomst die onze veelal automatische vertalingen in het licht van het collectieve verhaal opleveren. Wat leert dit ons over onze zintuigen? En over de toetsing van onze zintuigelijke ervaringen aan onze waarden en normen, aan ons collectieve verhaal? En hoe gebruiken we dit vervolgens in het bewust worden van dat wat er daadwerkelijk is? Van dat wat er leeft in ons?
Wanneer onze zintuigelijke waarneming niet strookt met de vertaling die onze eigen automatische piloot genereert, ontstaat er twijfel. Allereerst twijfel of de persoonlijke beleving wel klopt (‘ik heb het vast verkeerd gezien/gehoord/gevoeld’). Echter, wanneer de incongruentie tussen de eigen ervaringen en vertaling onmiskenbaar wordt, brengt dit je wereldbeeld, je eigen verinnerlijkte collectieve verhaal, langzaam aan het wankelen. En hoe ongelofelijk vervelend dat is weten we allemaal wel. Want wat als de grootste pestkop uit je klas ineens een bijzonder aardige en onzekere medeleerling blijkt na het maken van een groepsopdracht, en jij na drie jaar nu eigenlijk wel vrienden met hem wilt worden? Hoe doe je dan afstand van alle dingen die jij, en de rest van je vrienden, al die jaren over hem gezegd hebben? Hoe stel je je mening bij zonder als inconsequent, twijfelaar of afvallige gezien te worden? Hoe moeilijk voelt het als je innerlijk kompas kapot is, en je je eigen ‘waarheid’ bij moet of wílt stellen? Wat als het verhaal dat zó lang zó vertrouwd voelde, waarmee jij je identificeerde, niet langer klopt? Want wie ben jij, wie zijn wij, zonder kloppend collectief verhaal? En hoe groot is onze individuele angst om ‘verstoten’ te worden uit de groep wanneer we onze mening bijstellen? Hoe moeilijk vinden we het om buiten de groep te vallen?
Wanneer we de ingrijpende gedragsveranderingen beschouwen die velen van ons in de afgelopen anderhalf jaar durende crisisperiode geïntegreerd hebben, geeft dit in het licht van bovenstaande wellicht te denken. Ben je je bewust van de gedragsveranderingen die je hebt geïntegreerd? En wil je deze behouden? Of vraag je je weleens af wat deze van buitenaf opgelegde veranderingen op lange termijn daadwerkelijk opleveren? Voor jou, je leefgemeenschap, de wereld? Begin je inmiddels misschien een beetje te twijfelen aan het nut of de juistheid van je eigen aangepaste gedrag, en de almaar groeiende stress en polarisatie in samenlevingen wereldwijd door steeds verdergaande maatregelen? Sta even bewust stil bij de collectieve gedragsveranderingen die stukje bij beetje zijn doorgevoerd en die aanhoudend door de mainstream media als ‘normaal’ zijn aangemerkt. Ervaar jij deze maatregelen en de gevolgen daarvan in de samenleving, in familie en binnen vriendengroepen als ‘normaal’? Welk gedrag klopt voor jou wel? En welk gedrag niet of steeds minder? En als je je bewust bent geworden van je eigen antwoorden, wat doe je daar dan mee?
De stevige verbindingen tussen bepaalde clusters neuronen in geval van ingesleten gedrag, maakt dat gedragsverandering veel aandacht vraagt. Want die diep ingesleten, bekende paadjes voelen o zo vertrouwd en vanzelfsprekend, en verdwijnen hierdoor niet zomaar vanzelf. En daarnaast voelt nieuw gedrag in eerste instantie altijd onwennig en ongemakkelijk. Werk aan de winkel dus! Het goede nieuws? Als er één onderdeel van ons menselijk lichaam is dat zich door herhaalde oefening kan aanpassen, is het wel ons zenuwstelsel en ons brein. Niet voor niks is het gezegde: ‘oefening baart kunst’. Het zenuwstelsel vormt een extreem complex én adaptief systeem. Mensen zijn daarmee fantastisch toegerust om zich continu aan te passen aan een immer veranderende omgeving. In gevallen dat het je lukt je aandacht vast te houden in het nu en hetgeen je ervaart bewust op te merken, schep je ruimte voor andere reacties en perspectieven dan het bekende paadje aflopen dat je veelal automatisch inslaat. Is bewust zijn wellicht dan niks meer of minder dan het willens en wetens verblijven in de tussenruimte tussen een inkomende ervaring en de reactie daarop? Zodat in die tussenruimte ruimte voor het niet weten kan ontstaan? En zitten misschien juist in dié ruimte, in dat niet weten, een veelvoud aan perspectieven en mogelijkheden verborgen?
Wanneer je even stilstaat, in de tussenruimte tussen vraag en antwoord, en je mening, oordeel of reactie uitstelt. Word je je dan bewust dat er misschien wel een veelvoud van antwoorden op vragen kan bestaan? Dat er meerdere visies op een zaak zijn? En kun je dan het inzicht verduren dat je er mogelijk niet aan ontkomt bepaald eigen ‘verworven’ gedrag geheel of deels te kwalificeren als incongruent met het collectieve verhaal waar jij in gelooft, of ooit in geloofde? Kun je het inzicht toestaan dat het oude, neoliberale verhaal van groei, controle en maakbaarheid wellicht ten einde loopt, of al ten einde is gelopen? En kun je het verduren dat je niet weet welk verhaal of verhalen daarvoor in de plaats komt?
Jezelf deze vragen stellen, ongeacht het antwoord, vraagt om moed. En wanneer deze vragen twijfel oproepen, vraagt dit om vertrouwen het ongemak van die twijfel te verduren. En om te vertrouwen dat antwoorden en oplossingen zich zullen aandienen, ondanks de twijfel, onzekerheid en het niet-weten. En wellicht vraagt het vóór alles om het loslaten van het oude. Het accepteren dat dit verhaal zijn tijd gehad heeft en er bewust afscheid van nemen. Om na dat afscheid van je vertrouwde wereldbeeld ondanks de onzekerheid en het niet-weten toch op weg te gaan. Gelukkig kunnen we als mensen veel leren van alle ervaringen die we opdoen, en kunnen we uit dat gegeven ook immense hoop putten voor de toekomst. Immers, wanneer we in de afgelopen anderhalf jaar gedragsveranderingen op de globale en collectieve schaal door konden voeren zoals gebeurd is, kunnen we dan in eenzelfde tijdsspanne oud gedrag ontleren, nieuw gedrag ontwikkelen en daarmee een beweging maken richting een duurzame, rechtvaardige en inclusieve samenleving? Het is allicht het proberen waard, toch?
Madeleen Mulder (1975) is een creatieve toekomstgerichte adviseur met ruime
bedrijfsjuridische- en systeemkennis en ervaring. Vanuit transparantie en verbin-ding brengt ze mensen graag in beweging voor een meer
menswaardige samenleving.
Illustratie: Marianne Zuur
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties