Vitaliteit hervinden in een wankele wereld

The Optimist 21 okt 2022 Samenleving

Kijkend naar de verleidingen die de Griekse held Odysseus wist te weerstaan, vraagt Gerrie Strik zich af of we ons opnieuw kunnen verbinden met de vitale krachten van de natuur. Zonder ons te laten meeslepen door aantrekkelijk maar destructief vooruitgangsdenken.

DOOR: GERRIE STRIK

Alleen door zichzelf aan de mast van het schip vast te ketenen en de oren van zijn bemanning dicht te stoppen met bijenwas ontkwam Odysseus aan het gezang van de Sirenen. Van alle mensen waren aan hem de grootste gaven van macht en kennis geschonken, en hij had aandeel in alle gaven en kennis van zijn broeders. Wat doet hij ermee? Met zijn buitengewone vernuft weerstreeft Odysseus alle vitale machten en krachten die heersen over de wereldzeeën, zelfs de zang van de Sirenen deert hem niet. Stevig vastgeklonken aan de mast van zijn schip vaart hij hen voorbij. Maar is het mogelijk de zang van de Vogelvrouwen te horen en verder te varen?

Relativering

In zijn vertelling Het zwijgen van de Sirenen, beweert Franz Kafka van niet. Het gezang van de Sirenen zegt Kafka, drong overal doorheen, en de hartstocht van degenen die verleid werden zou heel wat sterkere middelen dan ketenen en mast verbroken hebben. Maar daar dacht Odysseus niet aan toen hij als een kind zo blij met zijn onnozele hulpmiddelen de Sirenen tegemoet voer. Hij hoorde hun zwijgen niet, hij geloofde dat zij zongen en hij de enige was die hun gezang kon weerstaan. Hij voer aan hen voorbij en zijn blikken gleden langs alles af. Eerst was er alles, toen was er niets. Bij zijn vastberadenheid verzonken de Sirenen in het niet. Juist toen hij hen het meest nabij was, had hij geen enkele weet meer van hen.
Kafka waagt het Odysseus in de kern van zijn wezen te relativeren. Niet zijn slimheid maar zijn mateloze mannelijke ambitie maakte de nauwe passage vrij waarin hij de verbinding met zowel de vrouwen als de goden verloor. Misschien, zegt Kafka, was hij zelfs zo listig, dat zelfs de godin van het noodlot niet in zijn binnenste kon doordringen. Misschien zelfs, heeft hij, hoewel dat met ons mensenverstand bijna niet meer te begrijpen valt, werkelijk geweten dat de Vogelvrouwen zwegen, en heeft hij zijn schijnvertoning alleen maar als schild tegen hen en de goden opgehouden.

‘Er is een groot verlangen terug te keren naar het vitale, ontkende, het geminachte.’

Inzicht

Sinds het eind van de negentiende eeuw wordt de evolutie van het menselijke bewustzijn voorgesteld als een stijgende lijn. Het begon met primitief animisme, dat vervolgens een stadium van een al even primitief geloof in goden doormaakte en culmineerde in de grote monotheïstische godsdiensten, om ten slotte uit te monden in de vergevorderde ontwikkelingstoestand van vandaag, zijnde een van ieder geloof in het bovennatuurlijke gezuiverd rationalisme. Volgens deze opvatting heeft de vooruitgang de natuur niet alleen overwonnen, maar was dat ook noodzakelijk om de onvoorspelbare rampen die zij in petto had, te beheersen. Tegen de Goden kan men zich alleen verdedigen door er zich van af te wenden. Eerst door een schild tegen hen op te houden. Vervolgens door over te gaan tot de aanval.
De Odyssee verhaalt van de verheven grootsheid van de mens die de grenzen van de natuur overschrijdt en haar onderwerpt aan zijn wil. Langzamerhand daagt het inzicht dat we in de slimme Odysseus misschien toch niet de vervulling, niet het schitterend hoogtepunt van de schepping zijn, maar de beëindiging ervan. We zijn ons gaan realiseren dat als er een ‘parlement van schepselen’ zou bestaan, de kans groot zou zijn, dat de mens werd weggestemd, omdat zijn aanwezigheid te dodelijk is voor het hele ecosysteem.
De mythe van Odysseus, waarin de held van het weten zich inspant om zijn ‘goede’ doel te bereiken is, kortom, niet zo vitaal meer. De held is oud en tragisch geworden. Odysseus kan zijn grote narratief niet langer legitimeren. Niet alleen omdat de aarde bezwijkt onder zijn almaar toenemende winzucht. Ook omdat de aard van zijn kennis alle vitaliteit verloren heeft.

Herbezinning

Inmiddels zijn er tekenen te bespeuren dat het Westen niet meer zo vastberaden gelooft in het vooruitgangsdenken. Bewegingen als de ecokritiek, het ecologisch feminisme, #MeToo, de LHBTI+-beweging maar ook een hernieuwde belangstelling voor religie en spiritualiteit laten zien dat een voor velen problematisch geworden mens- en wereldbeeld en de vreugdeloze zelfbeleving die daaruit voortkomt, dwingt tot een herbezinning op wie wij zijn. Zo ontstaat een nieuwe zoektocht naar identiteit, en een nieuwe belangstelling voor spiritualiteit. Deze interesse wint aan invloed op het moment dat het besef groeit, dat het in die kennis om meer gaat dan om achterhaalde en reeds lang voorbijgestreefde inhouden.
Wellicht maakt het afnemende geloof in het vooruitgangsdenken ons ontvankelijk voor een herwaardering van wat wij ooit als ver beneden ons vooruitgangsgeloof beschouwden. Er is een groot verlangen terug te keren naar het vitale, ontkende, het geminachte, om dit weer op te nemen in ons bewustzijn. Hoe kunnen we wat materieel, tastbaar, sensueel en waardevol was in het collectieve verleden op persoonlijk niveau opnieuw doorleven en eigen maken? Hoe verbinden we ons opnieuw met de vitale krachten van de aarde? Met de vogels op de reling, en het zonlicht in de zeilen van de geschiedenis? Als je goed luistert kun je de stem van de Vogelvrouwen bijna weer horen, hoe zij zich in het diepst van de nacht uit hun schaduwen losmaken om te kijken hoeveel schade het grote schip – waar we samen op zitten – inmiddels heeft ondervonden. •

Dr. Gerrie Strik is rector aan De Vrije Hogeschool te Zeist (www.vrijehogeschool.nl).

The Optimist

The Optimist

The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.

Meer over The Optimist >

Reacties

Eén reactie op “Vitaliteit hervinden in een wankele wereld”

Geef een reactie