The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Columnist Govert Derix schrijft over een bijzonder besef: hoe te gek de zon is.
DOOR: GOVERT DERIX
Als ik mij niet vergis was het de filosoof Wittgenstein die het loutere feit dat wij bestaan het meest fantastische wonder noemde. Dat is opmerkelijk. In zijn beruchte vroege publicatie Tractatus logico-philosophicus uit 1921 staat de beroemde slotzin dat men moet zwijgen over de dingen waarover men niet kan spreken. Dat hele boekje is te zien als een afbakening van dat gebied waarover men volgens Wittgenstein niets zinvols kan zeggen. En toch roept hij op zeker moment uit dat het botte feit van ons bestaan het meest wonderlijke is onder de zon. Alsof hij de verleiding niet kon weerstaan om, oog in oog met dat wonder, die uitspraak over zijn lippen te brengen.
Ik moest hieraan denken toen ik onlangs in Boekhandel Dominicanen in Maastricht werd geïnterviewd in het kader van de Maand van de Filosofie. Het ging over het thema ‘De natuur was hier’. Op zeker moment kwamen we te spreken over de zon en flapte ik eruit dat we soms vergeten dat de zon altijd schijnt. Ook als het avond wordt en de zon ondergaat: de zon schijnt altijd. De interviewster keek mij verbaasd aan en voegde eraan toe: ‘En voor niets gaat de zon op.’
Eerlijk is eerlijk: als een kind kan ik mij er soms oprecht over verwonderen dat onze zon het ganse etmaal, ongeacht wolken of storm of mist, blijft schijnen. Een prachtig gegeven waarvoor woorden te kort schieten en waarover je misschien dus het beste kunt zwijgen, en het tegelijk toch niet kunt omdat het zo fabuleus is. De zon schijnt altijd. Te gek!
‘Het besef van het wonder van het bestaan is een remedie tegen stress, gezeur en zorgen.’
Terwijl ik me door deze laatste volzinnen laat meeslepen, werpt de zon een weldadig licht over mijn werktafel. Ik kijk haar (de zon is voor mij vrouwelijk, maar dat is stof voor een andere column) aan en kijk meteen weer weg. ‘Net als in de zon kun je niet rechtstreeks in de dood kijken’, luidde een aforisme, van als ik me niet vergis, La Rochefoucauld, een uitgangspunt waarop je een hele filosofie kunt bouwen, wat bijvoorbeeld Plato ook deed. En ook dat is te gek.
Het wonder groeit. Ik weet niet of jij, lezer, het meekrijgt. Maar terwijl ik contact probeer te houden met het te gekke van ons bestaan begin ik te zweven. Het is vroeg op de ochtend, ik heb niets gedronken en het is alsof heel de wereld zich voorneemt er een mooie dag of week of zomer of tijdperk van te maken. Het besef van het wonder van het bestaan is een remedie tegen stress, gezeur en zorgen. Soms. Je loopt op straat, kijkt naar de zon en ineens is het er. Misschien moet je er helemaal geen woorden aan besteden omdat woorden afstand scheppen. Zeg ‘bijzonder’ en het is minder bijzonder. Tegelijk zijn er deze zinnen die het bijzondere als een vangnet uit het water scheppen en naar jou, lezer, omhoog houden. Een citaat van de grote dichter Borges waait door mij heen: ‘Niets ouds is er onder de zon. Alles gebeurt voor het eerst, maar op een eeuwige manier. Wie mijn woorden leest bedenkt ze.’
Deze column was origineel te vinden in The Optimist 199. De grens tussen gekte en genialiteit is soms kleiner dan je denkt. Daarom brengen wij in dit nummer een ode aan de gekkies die bij nader inzien zo gek nog niet zijn.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties