En dan is er natuurlijk nog het broeikaseffect, niet het krachtigste argument om de waterstofeconomie in te voeren. Maar ondertussen is klimaatverandering wel verantwoordelijk voor natuurrampen. Een economie die is gebaseerd op waterstof heeft dat probleem niet. Editors | 59 september 2003 issue Vaak wordt het broeikaseffect genoemd als de voornaamste reden om over te schakelen op duurzame energie. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals aardgas, komt kooldioxide (CO2) vrij. Die kooldioxide hoopt zich op in de atmosfeer en belet de hitte die van het aardoppervlak weerkaatst, te ontsnappen. Dit zogenoemde ‘broeikaseffect’ leidt tot klimaatverandering. De poolkappen smelten waardoor het niveau van het zeewater stijgt. Deze ontwikkeling bedreigt atollen in de Stille Oceaan, maar ook de deltadijken van Nederland. Het recente State of the World 2003-rapport van het World Watch Institute in Washington schat, dat het zeeniveau in 2100 wereldwijd 27 centimeter zal zijn gestegen. In dergelijke voorspellingen ligt het probleem van het broeikaseffect als argument om thans de waterstofeconomie in te voeren. Hoewel wetenschappers overtuigend kunnen aantonen, dat een stijging van het zeewater met zo’n drie decimeter dramatische effecten zal hebben op het leven op aarde – eilanden en landen zullen simpelweg verdwijnen – is zo’n langetermijnperspectief, hoe