Marco Visscher|131 november 2010 Philipp Blom Jacqueline Godany In de achttiende eeuw legden intellectuelen de grondslag voor de moderne Westerse maatschappij, die wordt beheerst door de rede en maatschappelijke vooruitgang. Veel van deze geleerden kwamen bijeen in een Parijse salon, die het decor vormt voor het nieuwe boek van de Duitse historicus Philipp Blom,: De vergeten radicalen van de Verlichting. Wat maakte het intellectuele debat tussen 1750 en 1770 zo interessant? ‘Dat kwam door de mensen die erbij betrokken waren. In zijn salon bracht Baron d’Holbach de meest interessante filosofen van die tijd bij elkaar, onder wie Hume, Diderot en Rousseau. Hun ideeën waren gevaarlijk voor de bourgeoismaatschappij van die tijd. Ze vielen bijvoorbeeld het christendom aan, waren aanhangers van het atheïsme en stelden voor een maatschappij te stichten zonder God.’ Hoezo vormden zij een bedreiging? ‘Volgens hen was de geest, het intellect, het meest goddelijke deel van de mens. Dat was gevaarlijk om te zeggen, omdat de Kerk heel veel macht had en alle rijkdom van de gemeenschap bij enkele feodale heersers terechtkwam, die hun onderdanen naar de bliksem lieten gaan. Deze filosofen zochten naar manieren om de samenleving democratischer en opener te organiseren, zodat mensen niet werden gedwongen