Harmonisering van nationale regels betekent een slag voor de democratie. Marco Visscher | 59 september 2003 issue Half september zal binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) bij de nieuwe onderhandelingen in het Mexicaanse Cancún worden gesproken over buitenlandse investeringen. Dat onderwerp kan een doorbraak betekenen in de ontwikkeling van vele landen, omdat investeringen een kwakkelende economie een flinke stimulans kunnen geven. Waarom is er dan – uit alle windstreken – zo veel kritiek te horen? De plannen die binnen de WTO worden besproken, kunnen een afkalving van de democratie betekenen, zeggen critici. In Cancún zal worden gesproken over een investeringsverdrag dat nationale wetgeving ondergeschikt zal maken aan internationale. Nationale wetten die nu bescherming bieden aan het landschap, de voedselveiligheid, arbeidsrechten of lokale economieën zouden kunnen worden aangevochten door ondernemingen die deze regels als een obstakel beschouwen. Het oordeel – te vellen door de WTO – zal vermoedelijk een keuze zijn die in beide gevallen weinig goeds voor de democratie belooft: óf financiële compensatie voor de mis te lopen winst óf de wet zodanig aanpassen, dat het bedrijf alsnog zijn gang kan gaan. Nationale wetten verschillen nu nog vaak van elkaar. Dat is logisch, omdat ze zijn geformuleerd door nationale overheden die opereren