The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Na het schrijven van zijn boek We lopen in twee werelden besloot Casper Stubbé een reis te maken naar de oudste bomen en bossen ter wereld. In dit artikel maakt hij ons deelgenoot van het eerste deel van zijn reis.
DOOR: CASPER STUBBÉ
Afgelopen zomer werd een droom werkelijkheid en kocht ik mijn eerste huis: een oude brandweerwagen uit 1981, met achterop een Unimog militaire ambulance-unit met een bed, toilet en keuken. Vierwielaandrijving, hoog op de wielen, nauwelijks roest en maar 72 duizend kilometer op de teller. Hij geeft me de mogelijkheid om langs de oudste bomen en bossen van de wereld te gaan. Dat kan natuurlijk ook met een jeep, maar met dit ‘huis’ kan ik de tijd nemen en overal zo lang blijven als nodig is. Zo kan ik oefenen met het verbinden met de werkelijkheid; uit mijn verhaal zakken en de werkelijkheid de leiding geven. Dit is het onderwerp van mijn boek dat afgelopen zomer uitkwam: We lopen in twee werelden. In oktober schreef ik erover in The Optimist.
In Nederland is de brandweerwagen een raar ding. Iedereen vraagt: ‘Wat is het? Wat verbruikt het? En hoe ga je je geld verdienen?’ Voor mij duidelijk tijd om te vertrekken. Ik was het meest nieuwsgierig naar Afrika, maar het was nog onduidelijk of dat zou lukken door Corona. Tunesië leek de meeste kans te hebben, dus begon mijn tocht naar Italië. De route ernaartoe liet ik bepalen door de oudste bomen en bossen die ik onderweg zou tegenkomen.
De oudste boom van Frankrijk staat dicht bij de Italiaanse grens en niet ver van Le Lavandou, een klein vakantiedorpje aan de kust, waar ik op mijn vijftiende ben aangereden door een dronken motorrijder. Het kostte me bijna het leven, maar met veel geluk en liefdevolle zorg was ik na een paar maanden weer opgelapt. De oude bomen brachten me terug naar de plek van mijn tweede geboorte. Eenmaal daar kwam de maan net op en sprong ik meteen het zwarte water in om opnieuw hallo te zeggen tegen mijn bondgenoot in dit leven, de dood.
Een stam die ‘uit elkaar gevallen is’ kom je veel tegen bij de oude bomen. Het hout is dan opgegeten door schimmels, waardoor de stam in aparte delen splitst. De boom leeft rustig verder, want die heeft alleen het deel achter de bast nodig. Daar pompt hij water naar de takken, waar de bladeren (of naalden) zonlicht en water transformeren in eten.
Tussen de oude stukken bast groeien vaak weer nieuwe stammen. Wat een prachtig beeld geeft van weerbaarheid en levenslust.
Italianen reageerden heel anders op mij en de brandweerwagen. Bijna iedere voorbijganger zei: ‘Fantastico!’ Soms met tranen in hun ogen van ontroering en twee keer was het de politie die even langs reed om te zeggen hoe ‘fantastico’ ze de wagen vonden.
Het was een goede weerspiegeling van mijn binnenwereld. In Nederland had ik geen idee waar ik aan begon. Waar ik heen zou gaan, of hoe ik dat ging betalen. Eenmaal op reis stelden die vragen zich helemaal niet meer en was alles zoals het was. Fantastico.
De oude bomen onderweg de leiding geven betekent dat ik op rare plekken terecht kwam. Het is regelmatig even zoeken en soms de wagen klem rijden in straatjes die niet bedoeld zijn voor een vrachtwagen.
Bij de bomen ben ik zo lang gebleven als het goed voelde. Een kleine ceremonie, wat water geven, het innerlijke dialoog zijn gang laten gaan, energiewerk doen als dat past, afval opruimen. Even zorgen voor de plek.
De bomen werden persoonlijkheden, al vind ik het vermenselijken van bomen wat knullig. Het zijn duidelijk bomen, maar net zo verbonden met het web van het leven als wij. Bij hen zijn voelt als een ontmoeting met ‘iemand’ die de eeuwen en millennia voorbij hebben zien gaan. In hun aanwezigheid zijn doet wat met je en ze blijven bij je.
Toen was het tijd voor de oversteek naar Afrika. Tunesië was twaalf uur varen, maar door de coronamaatregelen mochten we na aankomst niet door de douane. Ook al gaf de informatie van het Ministerie van Buitenlandze Zaken aan dat dit wél kon. Dus in het echt zijn we er geweest, maar formeel niet. Gekke wereld is het toch.
Na zeven uur wachten werd ik weer op de boot teruggezet. Alleen nu ging hij niet naar Sicilië, maar naar Rome. Stond ik daar weer, terug in de kou en regen. Maar de oude bomen hadden de leiding en niet mijn plan. Ik had wel al veel oude bomen gezien, maar nog niet een oud bos. Dus ben ik die gaan bezoeken.
Het ontmoeten van een oude boom vanuit intentie is ceremonieel. Daar had ik er een aantal van gehad en dat was ‘fantastico’. Een oud bos ontmoeten was veel moeilijker. Niet één ding om te zien en minder context van de verhalen van mensen over het gebied.
Door het bos lopen alsof je contact maakt met een boom voelde als dezelfde uitdaging die ik ervaar met mijn vechtsport. Hoe behoud je de verbinding met het veld, terwijl je beweegt en onder druk gezet wordt? Die ontspannen alertheid waar een zen tuin, of een Qigong-houding bij helpt, maar dan in beweging. Dat blijft een uitdaging.
Niet door het veld lopen, maar in het veld bewegen.
Zoiets.
Het meest leerde ik van een nachtje slapen op de grond. Toevallig weer bij volle maan. Wat alles zilver kleurt.
De eerste les van de reis was leren de tijd te nemen. Leven in een brandweerwagen en langs de oudste bomen en bossen trekken vraagt vooral veel geduld.
De tweede les is dat ik tot nu toe net zoveel bij bomen heb gestaan als bij water. Ik vind mezelf regelmatig op dezelfde manier communiceren met regen, mist, beekjes, rivieren, zee, sneeuw, ijs en condens.
De derde les moest dus wel grond zijn, want geduld, water en grond zijn de context voor gezonde bomen. Het oude bos hielp me een handje. Om de één of andere reden verwachtte ik groene bergen, want zo ken ik bergen van wintersport. Het oudste beukenbos van Europa is dus kaal in de winter. Wat best cool was, want je zag dus overal de grond.
Geen vogels. Geen insecten. Geen bladeren. Geen bloemen. Geen andere mensen. Geen wind. Alleen maar stilte en de essentie van het bos; de grond.
In een holle stam van één van de oude bomen stond een houten plank met een geschilderde tekst erop. Hij vertaalde naar de perfecte uitleg voor het samenzijn met deze oude reuzen:
‘You are in a unique environment and its protection is also your responsibility.
Make your ego silent and follow that source of natural energy. Pay attention in becoming aware of the emotions that come up and follow them. Make space in the temple of your spirit. You will feel the echo of your inner freedom, taken by the hand by the thousand year old witnesses.
Silence therapy.
Listening is an unlimited gift, allow yourself a small retreat, a moment of calm that allows you to cancel the restlessness and go in the depth of yourself, rediscovering the essential.’
En met dat geschenk uit een oude boom ben ik nu weer thuis. De wagen weer gerepareerd en aangepast naar mijn inzichten om ermee te leven in de winter. Nu komen de lente en de zomer eraan, wat waarschijnlijk weer een totaal nieuwe ervaring wordt. De oude bomen en bossen waren zo rijk als ik droomde. Dus voorlopig leven we rustig verder op dit pad.
Het schrijven van het boek was 3,5 jaar worstelen met een verhaal over dat we geen verhalen moeten volgen. Hoe prik je door de ‘taal’ van verhalen heen?
Het boek gaat over de werkelijkheid, waar dingen gebeuren, en onze verbeelde werkelijkheid waarmee we groepen mensen organiseren en betekenis geven aan wat er gebeurt. Zo hebben organisaties altijd een bijdrage aan de werkelijkheid, zoals gezondheid de bijdrage is van de zorgsector, opgeleide jongeren van onderwijs en welvaart van de economie. Onze verbeelde werkelijkheid is alleen al best lang hetzelfde, terwijl de werkelijkheid continu verandert. Een wereld vol met mensen, klimaatcrises, schaarste, groeiende sociale en economische ongelijkheid. Allemaal dingen waar we geen organisatie voor hebben en de oude organisaties het niet lukt om tot een realistische reactie te komen. Mijn inzicht van het boek schrijven is dat we niet slimmere organisaties nodig hebben, maar een nieuwe verbinding met de werkelijkheid. Vandaaruit kan weer een nieuwe verbeelde werkelijkheid ontstaan die past bij (en dienend is aan) de werkelijkheid van nu.
Het voelt nu alsof dat hele proces nog een paar keer over moet. Hoe promoot je een boek zonder anderen te willen overtuigen? Zonder je eigen verhaal centraal te zetten? Zonder dat anderen denken dat je een oplossing presenteert?
Toch wil ik dat veel mensen het boek gaan lezen, want het is een goed boek, dat bijzonder goed past bij deze tijd. Hoe doe je mee aan de plunderende maatschappij zonder zelf het probleem te zijn? Ik ben er nog niet over uit.
Ik heb het boek niet geschreven, dat heeft het boek zelf gedaan. Ik heb niks nieuws bedacht en het biedt zeker geen oplossingen. Eerder de uitnodiging om in de problemen te zakken.
Ik heb nu een podcast opgenomen met Mark waarin het gestalte van het boek naar voren komt. En Liza schreef een goed artikel over ons gesprek over het boek. Dus het wordt al meer dan alleen een boek.
We gaan rustig verder, je leert het immers door het te doen. En de bomen en bossen helpen daarbij, weg uit hoe het hoort en opnieuw verbinden met de werkelijkheid. Die altijd complexer en rijker is dan ons voorstellingsvermogen.
Als je updates wilt ontvangen over mijn reis kun je je aanmelden op www.welopenintweewerelden.nl. Waar ook het boek te kopen is waarin ik mijn perspectief op de globale crises uitleg.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties