Op bezoek bij de klimaatboer

Laura Boeters 24 jun 2022 Natuur & Milieu

Neem een kijkje op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de termen ‘duurzaamheid’, ‘landbouwmaatregelen’ en ‘aanpak stikstof’ vliegen je om de oren. Maar wat zegt het gezonde boerenverstand? We gaan op bezoek bij de klimaatboeren voor het leven van Bodemzicht.

Het is 1 mei 2022. Vanuit de Randstad rijden we naar het Gelderse Malden, richting Bodemzicht, de regeneratieve boerderij van Ricardo Cano Mateo en Anne van Leeuwen. Bij aankomst worden we hartelijk ontvangen door Van Leeuwen die ons aan het begin van het zandweggetje opwacht. We strekken de benen, wandelen naar het erf en sluiten aan bij de rest van de geïnteresseerden die zich vandaag heeft aangemeld voor een rondleiding.
Er staan twee tafels, gedekt met koffie, thee en eieren. Verse klimaateieren welteverstaan, bedoeld voor de verkoop. ‘Van blije buitenkippen die veel vers gras en insecten eten’, staat er op het krijtbord geschreven.
We staan voor een gigantische tuin, de professionele moestuin van Bodemzicht. Even verderop is Cano Mateo druk in de weer met werkzaamheden op de boerderij. Als de laatste mensen zijn gearriveerd, voegt Van Leeuwen zich bij de groep en trapt zij de rondleiding af. Ze vertelt over de regeneratieve boerderij: ‘De definitie van regeneratief is het vergroten van de levensdragende capaciteit van een plek. Als klimaatboeren willen we dus méér dan alleen duurzaam zijn. Duurzaamheid gaat over het verminderen van je negatieve impact op de wereld. Met Bodemzicht willen we juist een positieve impact maken. We vangen meer CO2 af dan dat we uitstoten, laten meer leven groeien dan we vernietigen en maken daar ook nog een verdienmodel van.’

Stop met ploegen

We volgen Van Leeuwen over een pad van houtsnippers. ‘Welkom in de groentetuin. Dit is onze no dig market garden. In lelijk Nederlands ook wel de “niet-graaf groentetuin”, we wachten nog steeds op een fantastische vertaling’, zegt ze met een knipoog. ‘Dit is dus een tuin waar wij niet ploegen of spitten. Waarom niet? Als je ploegt keer je de bodem om. Hierdoor oxideert de koolstof die in de bodem ligt opgeslagen, om vervolgens als CO2 de lucht in te gaan. Bodemkering in de landbouw is daarom verantwoordelijk voor een groot gedeelte van de uitstoot van broeikasgassen. Wanneer je ploegt, verdampt het water uit de bodem ook nog eens en wordt het bodemleven blootgesteld aan de zon, waardoor het afsterft. Door niet te spitten of te ploegen dragen we met deze tuin bij aan de bodem, terwijl we er toch gewoon eenjarige groente telen voor de verkoop.’
De groentetuin was voorheen een grasveld, dat de klimaatboeren eenmalig verhoogden met paden van houtsnippers en kweekbedden van plantaardige compost. ‘De paden en bedden zijn zo’n twintig centimeter hoog. Hierdoor kunnen we direct telen in de compost. Wat je hier ziet is geen kale bodem, maar een dikke laag mulch die de bodem bedekt. Het enige wat wij nog met de bodem doen, is het toevoegen van twee tot drie centimeter compost in de winter.’

‘Laten we niet meer in goed en fout, maar in relaties gaan denken.’

Schimmels als boeren

In de groentetuin houdt een aantal watersproeiers de bedden vochtig. Niet alleen omdat de planten water nodig hebben om te groeien, maar ook voor de schimmels, zo leren we. ‘Het gave van dit tuinsysteem is dat het ervan uitgaat dat schimmels betere boeren zijn dan mensen. Waarom? Omdat schimmels in de bodem verwikkeld raken met de plantenwortels. Deze krijgen van de plant door welke voedingsstoffen die nodig heeft. Als mens kun je dit niet zien, maar de schimmels weten dit wel. Wanneer je stopt met ploegen, zorg je ervoor dat een heel rijk netwerk aan schimmels de tuin runt en dat de planten precies krijgen wat ze nodig hebben.’
‘De regeneratieve beweging in Europa bestaat nog niet zo lang. De Zweed Richard Perkins is hierin een voorbeeld. Hij had jarenlang een regeneratieve boerderij, waarvan hij vijftien jaar zijn data bijhield. Per vierkante meter had hij met de no dig-methode 5 tot 25 keer meer opbrengst van zijn gewassen dan op de conventionele manier. Ik hoop dat heel veel andere mensen ook op deze manier gaan boeren, want we zouden er al onze gemeenschappen mee kunnen voeden. Omdat je geen machines gebruikt zeggen mensen weleens “het is arbeidsintensief”, maar bij Shell zouden ze zeggen “het creëert werkgelegenheid”, dus why not? In mijn ideale wereld werkt een kwart van alle Nederlanders gewoon weer op het land. En als iemand als boer heel gelukkig wordt van machines, en de hele dag op een tractor wil zitten, dan moet hij dat gewoon doen. Bij ons past het niet zo. Wat absoluut niet betekent dat we anti-tech zijn. Zodra er een drone komt waarmee ik bessen kan oogsten, sta ik vooraan in de rij.’

Klimaateieren

De oogst uit de groentetuin wordt tussen mei en november verkocht via groentepakketten, ook leveren Van Leeuwen en Cano Mateo producten aan restaurants. ‘We hebben nu genoeg oogst voor 100 groentepakketten en werken samen met 5 restaurants. Uiteindelijk wil ik naar 150 groentepakketten en leveren aan 6 restaurants. Met een groentetuin van 3000 m2 kun je dus vrij intensief telen’, vertelt Van Leeuwen.
We lopen langs een vijver, gaan weer terug door de poorten van de groentetuin en komen uit bij het een zwart gebouwtje dat iets weg heeft van een tiny house. ‘Dit is ons bio based werkstation. Er zit een mini kantoortje in, een was- en pakstation waar onze groenten binnenkomen, een koelruimte en een eierpakstation. De eieren van onze kippen noem ik klimaateieren, maar officieel bestaat die categorie niet. We verkopen de eieren nu nog alleen aan particulieren. Als ik aan ondernemers, zoals restaurants en winkels wil leveren, heb ik een gecertificeerd eierpakstation nodig volgens de EU-hygiënecode. Daar zijn we momenteel mee bezig, maar het toepassen van de wet- en regelgeving op onze kleine, gemengde praktijk is niet altijd even gemakkelijk. Wetten en regels zijn nu vooral gemaakt voor grootschalige, industriële landbouw.’
We lopen achterom, langs een polytunnel waar zaailingen worden gekweekt, en staan aan de rand van vijf hectare land dat ook nog bij Bodemzicht hoort. ‘Welkom in ons veld. Deze grond zijn we nog aan het regenereren. Toen we hier begonnen was het een treurig, afgemaaid landschap met een verdichte bodem. We zijn nu twee jaar verder, waarbij we gebruik hebben gemaakt van holistisch geplande begrazing. De grassen die hier nu staan, zijn anderhalf tot twee meter hoog en groeien in een vruchtbare bodem. Dat is met onze aanpak dus erg snel vooruitgegaan.’ Van Leeuwen pakt een handje grond van de bodem en laat het rondgaan in de kring aandachtige luisteraars die om haar heen staan. ‘En het ruikt nu ook heel lekker naar schimmels.’

‘In mijn ideale wereld werkt een kwart van alle Nederlanders gewoon weer op het land.’

Bodembouwers

Een stukje verderop in het veld staat een horde kakelende ‘bodembouwers’. Het zijn de kippen van Bodemzicht. Door de vogelgriep is hun plek momenteel afgesloten met een speciaal soort net om ze te beschermen. ‘Normaal, als er geen vogelgriep is, hebben we hier alleen afrastering en onze zelfgemaakte kipmobielen staan die we over ons hele veld kunnen verplaatsen. In een gezond ecosysteem staat een kudde heel dicht bij elkaar, als beschermingsmechanisme tegen roofdieren. De kudde blijft niet erg lang op dezelfde plek, en het duurt lang voordat ze weer op dezelfde plek terugkeren om te grazen. Dat natuurlijke ritme komt de bodem ten goede, en hebben we als mens verstoord toen we dieren gingen opsluiten tussen vaste hekken. Met onze kippen creëren we die natuurlijke “kudde-impact”. Ze scharrelen rond, eten insecten en vers gras en bouwen met hun kudde-impact levende bodem. Daarna verplaatsen we ze weer een stukje verder. Alleen wanneer je dieren verplaatst, zoals in een kudde, zullen ze ook echt vers gras en verse insecten kunnen eten. Onze kippen vangen zelfs af en toe een woelmuis, dan lijken het net kleine velociraptors.’
We kijken uit over het land. Genoeg ruimte voor heel veel koeien, zou je denken. ‘Op vijf hectare land kun je zo’n drie koeien houden, anders ben je al aan het overbegrazen. Drie koeien is voor ons geen businesscase, daarom kozen wij voor kippen. Het is belangrijk te waken voor het denken in absolute waarheden als “de koe is slecht” of “groente is goed.” Laten we kijken naar hoe iets in zijn context werkt en geteeld wordt. Dan begrijp je pas of iets een goede of slechte impact maakt. Zo zeggen ze dat stikstof een probleem is. Maar we staan hier naast 249 poepende kippen en het stinkt bijna niet. Waarom niet? Omdat als er genoeg vegetatie en bodemleven is, de mest direct wordt opgenomen en er weinig gasvormige stikstof ontsnapt. Het is dus niet zozeer een probleem als de relaties en verhoudingen maar kloppen. Dus laten we niet meer in goed en fout, maar in relaties gaan denken.’
Wandelend over het veld zie je de eerste aangeplante fruitbomen. Het prille begin van de toekomstdroom van de klimaatboeren. ‘Omdat de bodem nu verbeterd is, kunnen we bomen en struiken gaan aanplanten. Over tien jaar is het hier een eetbaar paradijs vol met leven, met meerjarige planten zoals asperge, aardpeer, bessen, kweepeer, appel en tamme kastanje. En zo werken we van een verschraald stuk land naar een overvloedig open boslandschap toe.’ •

Meer informatie en rondleidingen: www.bodemzicht.nl

Laura Boeters

Laura Boeters

Laura maakt sinds 2017 deel uit van het redactieteam van The Optimist. Ze is altijd...

Meer over Laura Boeters >

Reacties

Geef een reactie