Spreken in het openbaar lijkt steeds vaker op spreken tegen een batterij elektronica. Terwijl jij je presentatie geeft, zit het publiek en masse z’n smartphones en tablets te bepotelen. Maar dat hoeft geen probleem te zijn. Dat iedereen met zijn digitale middelen in de weer is, betekent niet dat er niet wordt geluisterd. Wat het doorgaans wél betekent, is dat de toehoorders via social media met de rest van de wereld aan het communiceren zijn. In plaats van je daarover op te winden, kun je het beter in je eigen voordeel ombuigen. Door in Twittertaal te spreken, bijvoorbeeld. Een goede speech bevat een paar goeie oneliners, die kant-en-klaar kunnen worden getweet. Hou ze dus binnen het format van 140 karakters. Er zijn zelfs sprekers die het Twitter-materiaal alvast in hun powerpoint verwerken, zodat het publiek hun geniale ingevingen direct kan overnemen en verspreiden. Om hun Twitterprofiel te verhogen, zetten ze er dan ook maar een vast een hashtag bij. Op die manier spreek je geen zaal van honderd mensen, maar een oneindig veel groter publiek toe. Fantastisch dus, als die twitteraars en Facebookers tegenover je. Eigenlijk moet je je pas zorgen maken als je publiek tijdens jouw verhaal  niet druk aan het