Jurriaan Kamp | 105 april 2008 De meest succesvolle marketingcampagne waarbij ik ooit zijdelings was betrokken, betrof – helaas – niet Ode. Het ging in het voorjaar van 1999 om de actie Knuffels voor Kosovo. De Stichting Motherhood had scholen opgeroepen bananendozen te pakken met knuffels en alledaagse voorzieningen voor kinderen en moeders in het door wreed etnisch geweld geplaagde Kosovo. Motherhood had eerder vergelijkbare acties gelanceerd, maar om de een of andere reden – geholpen door de televisiebeelden – werd Knuffels voor Kosovo een ongeëvenaard succes. Het centrum van de actie werd het Feye­noord-stadion in Rotterdam, waar Hélène en onze elfjarige dochter Devika in witte doktersjassen – voor de herkenning – vrachtladingen met liefdevol ingepakte dozen in ontvangst namen. Zowat in de hele omgeving van Rotterdam waren dergelijke dozen niet meer te verkrijgen en uiteindelijk vertrokken uit het stadion ruim tachtig vrachtauto’s naar Kosovo. Ik herinner me dat de telefoon bij ons thuis – Hélène coördineerde de actie in Rotterdam – dagenlang roodgloeiend stond. Een van die telefoontjes kwam van Hanneke Hogerheijde en had niets met de actie te maken. Ze had van een vriendin die bij de actie was betrokken, vernomen dat Hélène ook op zoek was naar