Ik lach, dus ik besta
118 juli / augustus 20092009
Blaine Greteman | 118 juli/augustus 2009 issue Twee neanderthalers lopen een kroeg binnen, bestellen een biertje en luisteren naar de bezoekers, die lachend zitten te kletsen. Plotseling keert de ene zich om naar de andere en fluistert: ‘Niet ineens raar gaan doen, maar zo te horen is dit een tent van de homo sapiens.’ Hoe weet een neanderthaler dat hij in een kroeg zit met homo sapiens? Door het gelach. In een café van de neanderthalers had je misschien veel gegrom en gesnuif opgevangen, maar waarschijnlijk weinig gegiechel, omdat lachen - dat onmiskenbare onderdeel van onze kroegpraat - nog niet in zijn huidige vorm was geëvolueerd. Inmiddels besteden we veel aandacht aan ‘wie het laatst lacht’, maar degene die als eerste in dat zo herkenbare ‘ha-ha-ha’ van ons uitbarstte, maakte een grote evolutionaire sprong naar het menselijk bestaan zoals we dat nu kennen. Lachen is alom aanwezig. Alle zoogdieren doen het, in de een of andere vorm. Chimpansees lachen: ze hijgen vol verrukking in reactie op gekietel of een klunzige manoeuvre, zoals werd opgemerkt door niemand minder dan Charles Darwin zelf. Het is ook een van de eerste dingen die baby’s leren beheersen. Maar inmiddels stellen de wetenschappers twee uiterst
Het volledige artikel lezen?
Geen abonnee, maar wil je wel artikelen lezen? Geen probleem. Je kunt losse artikelen kopen via Uhmi. Uhmi is een nieuwe manier om snel en veilig te betalen voor artikelen en direct verder te lezen. Probeer het nu uit en krijg een euro gratis.
Lees met Uhmi voor €1,00 Word Abonnee Log in
Reacties