The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Met de aankomende gemeenteraadsverkiezingen hebben mr. Lianne van Kalken en dr. Rogier van der Wal een kantelpunt in hun vizier. Raadsleden kunnen volgens hen korte metten maken met polarisatie en machtspolitiek.
DOOR: LIANNE VAN KALKEN EN ROGIER VAN DER WAL
De laatste tijd overheerst voor ons gevoel in de wereld en in Nederland een nogal negatief politiek sentiment. De cocktail van corona, klimaatcrisis, wooncrisis, politieke stagnatie en toeslagenaffaire ligt ons zwaar op de maag. Er is voorlopig geen zicht op betere tijden. Nu kán dit deels een vertekend beeld zijn, zoals John Tierney en Roy Baumeister ons in hun nieuwste boek The Power of Bad uitleggen: slecht nieuws heeft vanwege onze ‘negativity bias’ een veel krachtigere impact dan goed nieuws. Het verschil is dusdanig groot dat je minimaal vier positieve dingen nodig hebt om tegenwicht te bieden aan één negatieve ervaring. Dat is bijna automatisch een kansloze missie, zou je zeggen. Negativiteit voert op deze manier uiteindelijk altijd de boventoon. Maar volgens onze overtuiging klopt dat niet. Positieve politiek is dichterbij dan we denken.
Om te beginnen is er ook een andere kant van de ‘bias-medaille’. Slecht nieuws onthouden we gemakkelijker, maar van goed nieuws worden we blijer, zoals Ben Tiggelaar onlangs in zijn NRC-column beschreef. We moeten beter worden in het kapitaliseren op positieve ervaringen; meer aandacht op wat lukt en dat vaker herhalen. Tiggelaar wijst op de Gable Matrix: een actief-constructieve reactie, waarderend, persoonlijk en op de juiste manier non-verbaal ondersteund kan iemand een flinke impuls geven. Hoe ging dat dan, dat succes? Waarom ging het zo goed? Vertel nog eens hoe goed dat was? Het zijn vragen die we amper stellen, maar die direct een goed gevoel geven.
Ook onderzoekers hebben hier tegenwoordig meer aandacht voor. In de wereld van politiek en bestuur hebben professor Paul ’t Hart en zijn collega’s de laatste jaren wereldwijd onderzoek gedaan naar succesfactoren. Dat heeft een aantal mooie boeken en artikelen opgeleverd, plus een heus succesverhalenfestival, dat begin november in Utrecht plaatsvond. En het Sociaal en Cultureel Planbureau besteedde vlak voor de zomervakantie aandacht aan het thema sturen op geluk, zoals het dat ook in 2012 had gedaan. De conclusie was dat overheden veel kunnen bijdragen aan het geluk van hun burgers. Door geluk een expliciet uitgangspunt van beleid te maken ontstaat een bias en natuurlijke nadruk op positiviteit.
‘In de lokale gemeenschap is er veel wat ons bindt en het is bovendien dichtbij.’
Volgens ons is ook positiviteit in het politieke proces in gemeenten dichterbij dan we vaak denken. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 bieden een grote kans om de positiviteit te versterken en het cynisme te bestrijden. De gemeentepolitiek is daarvoor een heel geschikte arena. In de lokale gemeenschap is er immers veel wat ons bindt en het is bovendien dichtbij. Die focus op verbinding en de vele zaken waarover je het zo eens kunt zijn, krijgt een concrete uitdrukking in zogenaamde raadsakkoorden. Een onlangs verschenen rapport1 laat zien dat dit verschijnsel in opkomst is: waren er in 2014 nog maar 22 gemeenten met een raadsakkoord, in 2018 waren dat er 56. En in 2022 kunnen dat er nog weleens meer worden. Wat is nu zo’n raadsakkoord en wat heeft het met positieve politiek van doen?
Na de verkiezingen zijn er twee zaken die geregeld moeten worden: er moet een college gevormd worden, gedragen door een meerderheid van de raad. En er moet een inhoudelijk programma geformuleerd worden. Bij een klassiek coalitie-akkoord gebeurt dit door een beperkt aantal partijen: de coalitie. De rest van de raad is daarmee automatisch ‘oppositie’ en komt in eerste instantie buitenspel te staan. Hen rest slechts oppositie voeren. Daar straalt de positiviteit niet direct vanaf. Natuurlijk kun je ook op een positieve manier oppositie voeren, maar dat is over het algemeen de uitzondering: uiteindelijk gaat het toch vooral om verzet en tegenspel tegen wat de coalitie aanvoert. Dat lokt een tweede golf van negativiteit uit. Coalitiepartijen voelen zich aangevallen en niet begrepen, omdat elk plan op oppositie stuit. Omdat ze hebben afgesproken om elkaar ‘vast te houden’ rest hen niets anders dan samen de loopgraven in te duiken en de strijd met de oppositie aan te gaan. Zo ontstaat vanuit de groef waarin het traditionele coalitieakkoord raadsleden plaatst als vanzelf een opeenstapeling van tegenstand en verzet tegen elkaar; van negativiteit, waarin elke winst voor de één het verlies voor de ander betekent. Partijen vieren niet het gedeelde succes, maar de overwinning op de ander. Van daaruit is het vervolgens nog maar een kleine stap om de tegenstander als vijand te zien en het gevecht als een oorlog…
Het is zaak uit die negatieve spiraal te komen; niet alleen levert die weinig constructiefs op, maar in toenemende mate levert het bestuurders en raadsleden ook buiten de raadszaal bedreigingen op, zowel fysiek als online. Niet voor niets spreekt expert Caroline Koetsenruiter al over Nederland als ‘agressieparadijs’, waarbij vrouwelijke en gekleurde politici nog extra in de vuurlinie liggen. Ook D66-fractievoorzitter Loes ten Dolle uit Winterswijk vroeg hier onlangs aandacht voor (‘Ik was al elf keer dood geweest als alle bedreigingen waren uitgekomen’) en weigert te accepteren dat dit erbij hoort. Zij pleit voor vertrouwen boven wantrouwen.
Bij het raadsakkoord verandert de toon radicaal. Niet een select aantal partijen kiest de poppetjes en bepaalt het programma, maar (bijna) de hele raad doet mee. Wie wil doet mee. Dat meedoen kan op allerlei manieren, maar in elke variant is het principe hetzelfde: politiek gericht op wat partijen delen en wat hen verbindt. Positieve politiek dus.
Zo kan het raadsakkoord de inspiratiebron zijn voor radicale verandering in de lokale democratie. Niet buitenom, maar juist in het hart. Raadsleden zoeken naar manieren om polarisatie en het elkaar vliegen afvangen te verlaten. In plaats van machtspolitiek krijgt juist de gedeelde inhoud ruim baan. Niet gericht op het uitmelken of creëren van verschillen, maar het zoeken naar overeenkomsten met het raadsakkoord als basis. In het traditionele coalitieakkoord is die basis andersom: partijen staan letterlijk vanaf het begin tegenover elkaar en sublimeren vervolgens dat gedrag.
‘Positieve politiek lijkt moeilijk, maar ligt eigenlijk binnen handbereik.’
Raadsakkoorden zijn uiteraard geen panacee. Maar het gezamenlijk committeren aan een agenda met maatschappelijke doelen, waarbij gefixeerde rollen en posities worden losgelaten, creëert de basis voor positieve meerderheidspolitiek. Dat is dan de regel, niet meer de uitzondering. Raadsleden kunnen over de hele breedte van de raad verbinding zoeken, en drijfveren en idealen worden weer leidend. Wij worden daar blij van: positieve politiek lijkt moeilijk, maar ligt eigenlijk binnen handbereik.
Dat vraagt overigens nog wel iets van de maatschappij. Geen fixatie op groei en competitie, maar liever inzetten op coöperatie en op brede welvaart. Toenemende aandacht voor sociale rechtvaardigheid en het overbruggen en verkleinen van onwenselijke verschillen. Blij zijn met compromissen als ‘gulden middenweg’, met constructieve samenwerking als inzet, en niet de scherpe randen opzoeken met polariserende stellingnames. Het vraagt om een andere politieke cultuur, zoals ook Wouter Koolmees aangeeft in zijn afscheidsinterview als minister met de Volkskrant (15 januari 2022): ‘Het afbrokkelen van de constructieve krachten binnen de politiek is eerlijk gezegd mijn grootste zorg.’ Specifiek van de media vraagt het een andere insteek, weg van de waan van de dag, van sensatiezucht, zoeken naar wat er misgaat en het grootmaken van incidenten. En oprecht geïnteresseerd zijn in oplossingen, in goed nieuws, wat er wél lukt. De rol van de media mag je daarbij niet onderschatten, omdat zij zoals Jurriën Rood al heeft betoogd in zijn boeiende studie Wat is er mis met gezag? een belangrijke rol hebben als intermediairs tussen gezagsdragers en samenleving. Voor je het weet draag je als media bij aan stemmingmakerij en afrekenjournalistiek, aan perspectivische vertekening en blikvernauwing. En omgekeerd kun je juist ook mee de toon zetten om een ander maatschappelijk klimaat te helpen creëren en daarmee een aantrekkelijker perspectief te bieden aan wie dat nog niet zo duidelijk ziet.
Het vraagt ook iets van het leiderschap: de moed om positie te kiezen, ergens voor te gaan staan en waar nodig ook tegenspraak te leveren, de rug recht te houden als het eigen morele kompas daarom vraagt. Ook in dat spoor zijn er hoopvolle ontwikkelingen, zoals het Kompas voor publiek leiderschap laat zien dat topambtenaar Mark Frequin recentelijk publiceerde op basis van een lange reeks gesprekken. En de start van een nieuwe directie Dialoog en Ethiek bij het ministerie van BZK, onder de bezielende leiding van Erik Pool. Decentraal zijn er ook diverse mooie voorbeelden van lokale en provinciale leiders die transparant en constructief proberen invulling te geven aan hun taak en daarmee uitstijgen boven het politieke gekrakeel en machtspolitiek.
Onze oproep moge helder zijn: laten we ons tot het uiterste inspannen om Nederland ‘high trust’ te houden, juist nu dat onder druk staat door de elkaar in hoog tempo opvolgende crises. En stimuleer denken dat opbloeit in dat spoor, door er de schijnwerper op te zetten en het in zijn kracht te zetten. Waar wachten we nog op? •
1 Een routekaart voor raadsakkoorden. Varianten, ervaringen en lessen, een rapport geschreven door Lianne van Kalken, Geerten Boogaard, Martijn van der Steen en Wouter Scherpenisse (april 2021, samenwerking van Erasmus School of Law, Erasmus School of Social and Behavioural Sciences en de Stichting Thorbecke Leerstoel in opdracht van de Vereniging voor Raadsleden).
Dr. Rogier van der Wal is senior projectleider bij Platform31, een onafhankelijke kennis- en netwerkorganisatie in Den Haag. Hij is ook Thorbeckefellow en doet samen met Geerten Boogaard onderzoek naar politieke stijlen en praktische wijsheid. Hij studeerde klassieke talen, wijsbegeerte en bestuurskunde en promoveerde aan de VU op een ethisch werk van de Romeinse staatsman, redenaar en filosoof Marcus Tullius Cicero.
Mr. Lianne van Kalken is onderzoeker staatsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Thorbeckefellow aan de Universiteit Leiden; zij doet promotieonderzoek onder begeleiding van prof. Geerten Boogaard (Thorbeckehoogleraar) naar het ‘fenomeen’ raadsakkoorden. Daarnaast is zij fractievoorzitter van GroenLinks in de gemeenteraad van Vlaardingen.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties