Van het eerste woord Het is geen beeld te maken. Dit \'blinde\' beeld zorgt voor de eerste verwarring. Door zich te concentreren, kan de dyslecticus door het blinde beeld heen prikken, \'Het\' zeggen en zich ertoe dwingen naar het volgende woord te springen. Het woord bruine produceert een mentaal beeld van een kleur, maar heeft geen vastomlijnde vorm. Als het kind zich blijft concentreren, zegt het \'bruin\'. Het woord paard verandert het bruine in een paard met die kleur. Zich concentrerend zegt de dyslecticus \'paard\'. Editors | 39 juli/augustus 2001 issue Het woord sprong zorgt ervoor, dat de voorkant van het bruine paard zich verheft. Het kind concentreert zich weer en zegt \'sprong\'. Bij het woord over komt de achterkant van het bruine paard omhoog. De dyslecticus zegt \'over\'. Het woord de zorgt opnieuw voor een blind beeld. De verwarring neemt toe, maar de verwarringsdrempel is nog niet bereikt. De dyslecticus moet zijn concentratie nu verdubbelen om naar het volgende woord te gaan. De kans is groot, dat hij verzuimt \'de\' te zeggen. Het woord stenen produceert het beeld van een steen. Het kind zegt \'stenen\'. Omheining verandert de stenen in een stenen omheining. Het kind: \'omheining\'. En zorgt weer