
The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Schrijver Raymundo Resink wilde weten wat ons leven werkelijk rijk en goed maakt. Eén antwoord vond hij in gemeenschap. Hier volgt het relaas van een Amerikaans-Italiaans dorp dat artsen jarenlang in verbijstering wist te houden.
Door RAYMUNDO RESINK
Aan het eind van de negentiende eeuw lopen veel dorpen in Italië leeg. Eén van die dorpen heet Roseto Valfortore. De Rosetanen zijn hun armoede zat en in de hoop rijkdom te vinden in het ‘beloofde land’, maken ze de oversteek naar Amerika. Daar, in de staat Pennsylvania, stichten ze een nieuw dorp onder dezelfde naam: Roseto.
De omgeving moet weinig hebben van de Italiaanse nieuwkomers, dus de Rosetanen leren snel dat ze vooral op elkaar zijn aangewezen.
Vijftig jaar later bestaat bijna elk huishouden in Roseto uit drie generaties: de oorspronkelijke immigranten, hun volwassen kinderen en opgroeiende kleinkinderen. Overdag is het dorp rustig. De kinderen gaan naar school; de ouders werken in een nabijgelegen steengroeve en kledingfabriek. ’s Avonds komt de boel tot leven. Dorpsgenoten lopen bij elkaar naar binnen alsof ze thuis zijn. Ze tillen tafels naar buiten om Italiaanse feestmalen met elkaar te delen. Rosetanen gaan samen wandelen, organiseren samen festivals en vieren samen het leven.
Minder hartziekten
In 1961 krijgt Roseto bezoek van de Amerikaanse arts-hoogleraar Stewart Wolf. Hij komt spreken voor een groepje medici en drinkt na afloop een biertje met een lokale arts. ‘Weet je wat ik raar vind?’, mijmert de arts. ‘Bij ons is er veel minder hartziekte dan in ons buurdorp Bangor.’
Stewart spitst zijn oren. In het Amerika van de vroege jaren zestig is hartziekte een epidemie te noemen. Stewart vraagt om uitleg, maar de lokale arts kan die niet geven. Dus vraagt hij de overlijdensaktes op van Roseto en omringende dorpen.
Verbijsterd bladert Stewart tot zeven jaar terug in de tijd. In het buurdorp Bangor loopt het percentage hartaanvallen netjes mee met het Amerikaanse gemiddelde; in Roseto doen ze het met de helft minder.
Alle sterftes bij elkaar opgeteld, liggen die van Roseto dertig tot vijfendertig procent lager dan het Amerikaanse gemiddelde. En Rosetanen gaan vrijwel nooit naar de dokter.
‘Ze koken met varkensvet en bedekken hun pizza’s met worst en eieren.’
Dood van ouderdom
Stewart doet meer onderzoek. Jaren later zal één van zijn medeonderzoekers zeggen: ‘Roseto kende geen zelfmoord, geen alcoholisme, geen drugsverslaving en nagenoeg geen criminaliteit. Niemand in Roseto leefde van een uitkering en niemand had een maagzweer. Rosetanen gingen dood van ouderdom, that’s it.’
Hoe komt dit? Is het de olijfolie? Stewart huurt elf diëtisten in om mee te kijken terwijl de Rosetanen boodschappen doen en koken. Het komt niet door olijfolie. Rosetanen hebben geen geld voor olijfolie. Ze koken met varkensvet en bedekken hun pizza’s met worst en eieren.
Zijn Rosetanen misschien fitter? Ook niet. In Roseto houden ze van sigaretten, drank en veel eten.
Zijn het de genen? Nee. Italiaanse Rosetanen die elders in Amerika zijn neergestreken, blijken even ongezond als de gemiddelde Amerikaan.
Ligt het aan de geografie? Het klimaat? Het grondwater? Medische faciliteiten? Nee, die zijn allemaal hetzelfde als in omringende dorpen.
Jaren later, wanneer alle mogelijkheden zijn doorgestreept, weet Stewart maar één conclusie te trekken: het ligt aan de hechte gemeenschap, goed voor geest en lichaam.
Eén medaille, twee kanten
Stewart blijft het dorp volgen, juist op het moment dat Roseto’s gemeenschap de eerste scheuren begint te vertonen. Want wat wil de ironie? De inzet van Rosetanen om hun kinderen een beter leven te geven, ondermijnt wat hun leven zo goed maakt.
De jongeren vinden het er doodsaai. Gelukkig en dankzij het harde werk van hun ouders, kunnen ze weg om te studeren. Ze keren terug met andere ideeën. Steeds vaker trouwen ze met niet-Italiaanse Amerikanen. Kerkbezoek daalt, drie-generatiewoningen worden één-generatiewoningen en al gauw blijkt de Amerikaanse droom te groot voor de kleine huisjes. De jonge gezinnen trekken naar de rand van het dorp. Daar staan nieuwbouwwoningen, compleet met hekken, zwembaden en alle gemakken die een mens maar kan wensen.
Terwijl dit alles gaande is, verdubbelt het percentage hartziektes in Roseto. In 1980, bijna twintig jaar nadat Stewart voor het eerst het dorp inloopt, doet Roseto het qua hartaanvallen net zo slecht als de gemiddelde Amerikaan.
Stewarts geeft zijn eerste conclusie een aanvulling: vanaf het moment dat we ons van elkaar verwijderen, zijn we een makkelijke prooi voor de uitdagingen van het leven. We worden vatbaarder voor stress en als stress maar lang genoeg aanhoudt, worden we ziek.
Stewart is niet de enige die dit fenomeen onder de loep heeft gelegd. Ook latere onderzoekers ontdekten dat gezondheid en geluk voor een groot deel worden bepaald door de kwaliteit van onze relaties. Een hechte, steunende gemeenschap houdt stress op afstand, voorkomt ziekte en kan ons zelfs genezen. Een gebrek aan zo’n gemeenschap doet het omgekeerde.
Coaching, therapie en sociale hulp gericht op het individu kan de symptomen misschien wat verlichten, maar willen we onszelf en elkaar echt genezen, dan hebben we allereerst te erkennen dat zelfvoorzienendheid niet bestaat.
Op naar een samen-creërend leven.
Dit artikel is gebaseerd op stukken uit Raymundo’s boek Geld Gaat Nooit Over Geld. Dit boek is vrij online te lezen op een ‘geef wat goed voelt’ donatiebasis op www.geldgaatnooitovergeld.org. Daar zijn ook het e-boek en de papieren versie te bestellen.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties