Zijn moeder zei altijd: ‘Er is maar één ding erger dan druk zijn, en dat is niet-druk zijn’. Filosoof René ten Bos (1959) heeft – gelet op zijn bomvolle agenda – niet alleen goed naar haar geluisterd, maar ook haar wijsheid meegekregen. In gesprek met de man wiens verantwoordelijkheid als Denker des vaderlands medio april 2019 eindigde, terugblikkend op twee jaar ‘denkerschap’. Misschien worden we er wijzer van. Ten Bos komt uit Twente en pendelt met regelmaat tussen zijn werk- en woonplaats Nijmegen (‘inmiddels ook een fileparadijs’), zijn vriendin in Utrecht en diverse wetenschappelijke bezigheden in onder andere Groningen. ‘Ik heb het altijd wat moeilijk in het westen’, bekent hij. De geboren Tukker kan de rust van de oostelijke kant van Nederland waarderen. ‘Ik heb het voordeel dat als ik de deur uitloop, ik binnen tien minuten in de rimboe sta. Dat vind ik mooi; bossen en polderlandschap liggen op loopafstand, wonend op een heuvelrug.’ Diepe prutser In het centrum van Utrecht, waar we elkaar spreken, gonst en giechelt het van alle kanten, maar toch ontstaat er een rustmoment naarmate het gesprek vordert. In een mum van tijd gaat het over het filosofische onderwerp Sport. Ten Bos’ liefde voor zijn