Als je buitenwereld opruimt, ruim je ook je binnenwereld op. Jurriaan Kamp | 26 mei/juni 1999 issue De spullen om ons heen beïnvloeden onze gemoedstoestand. Je voelt je lekker aan een opgeruimd bureau, met je nieuwe trui aan of op je vertrouwde fiets. Andersom wekt de slecht functionerende broodrooster ergernis en niemand brengt voor zijn plezier een bezoek aan het riool. De Chinezen ontwikkelden duizenden jaren geleden een filosofie over de relatie tussen mens en materie: feng shui (spreek uit: feng shwee). Feng shui is een methode om harmonie te scheppen in de omgeving waarin je leeft en werkt. De leer geniet de laatste tijd grote belangstelling in het Westen. Vooral omdat feng shui heel praktisch aangeeft hoe je de materie om je heen moet ordenen om jezelf lekkerder te gaan voelen. Materie moet dienen om de mens een gevoel van geborgenheid te geven. Maar te veel materie hindert. Rommel wekt onrust, geeft onzekerheid. Dat besef heeft onze voorouders - ook zonder kennis van de Chinese wijsheid - ongetwijfeld geïnspireerd tot het concept van \'de grote schoonmaak\'. Je bent energetisch verbonden met de dingen om je heen, verklaart feng shui het \'grote schoonmaakgevoel\'. Als je huis gevuld is met objecten