Lisette Weber-Ziere
In het dagelijks leven getrouwd met Sven en moeder van een dochter (Sophie, 7 jaar)....
Een samenleving waarin privacy niet meer bestaat, is eigenlijk zo gek nog niet. Meer veiligheid, betere service en een eerlijkere samenleving bijvoorbeeld. Hoe mooi zou de wereld zijn als een sollicitatiegesprek wordt gevoerd in volledige openheid? Met een potentiële baas die direct alles van ons weet. Ziektegeschiedenis, hobby’s, burgerlijke staat. Alles. Maar wij weten ook alles van de baas.
Een wereld zonder privacy, wie wil dat nou? Een paar honderd jaar geleden zou het antwoord ‘iedereen’ zijn. Van willen was eigenlijk geen sprake. Het was gewoon hoe het was. We werden geboren, leefden en stierven in het bijzijn van onze familie en dorpsgenoten. Kinderen hadden geen eigen slaapkamer, vaak zelfs geen eigen bed. Ouders ook niet. Huizen bestonden uit één kamer, waar het hele gezin en vaak ook nog wat dieren gezamenlijk leefden. Het woord privacy bestond niet eens. Iedereen wist alles van iedereen.
Tweehonderd jaar later is het helemaal omgekeerd. Privacy is overal. We zetten sloten op onze deuren, telefoons en laptops. Op het internet is het issue helemaal uit de hand gelopen. Afgeschermde Facebookaccounts, gewiste zoekgeschiedenissen en speciale browsers om het IP-adres te verbergen behoren tot het reguliere arsenaal van de meeste websurfers. De verkering is pas echt aan als er toegang wordt gegeven tot een speciaal en diep persoonlijk object van de geliefde: de mobiele telefoon.
Wereldwijd wordt wet na wet aangenomen om de privacy van de burger te beschermen. Maar waartegen worden we dan beschermd? In elk geval niet de overheid, want die is de uitzondering in elke aangenomen wet. Zijn het dan de commerciële partijen die de toegang geweigerd moet worden? Waarom dan? Want zij hebben toch juist belang bij geheimhouding.
We spreken een datahandelaar. Zij wil liever anoniem blijven, want datahandelaren zijn niet zo heel populair op het moment. Een probleem dat we vaker tegen gaan komen. Verrassend genoeg wil zij ook niet dat alle gegevens van iedereen zomaar op straat liggen. ‘Als iedereen, altijd, alles van elkaar weet, heb ik geen bedrijf meer. Mijn bedrijf doet het goed omdat er dingen zijn die geheim zijn maar die andere bedrijven toch willen weten. Dat zijn overigens meestal helemaal geen bijzondere dingen hoor. Ze willen weten wat voor auto iemand rijdt, hoe duur een huis was of bijvoorbeeld of iemand kinderen heeft. Op basis daarvan weten ze namelijk waar het bedrijf het meeste succes kan hebben met haar product. Ik zou niets meer kunnen verkopen als die gegevens op straat lagen.’
Experian, één van werelds grootste handelaren in kredietinformatie en dus ook een datahandelaar, verzamelt ook privacygevoelige informatie. Hoe precies, dat is een bedrijfsgeheim. Maar het is altijd informatie uit het verleden. Telefoniebedrijven, banken en thuiswinkelbedrijven vragen die informatie bij Experian op. Op basis van die, en nog een heleboel andere gegevens, besluit bijvoorbeeld de Vodafone of u in aanmerking komt voor een abonnement met toestel. Als de kans groot is dat u het niet kan betalen, krijgt u geen toestel. Als u geen privacy meer had, wist Vodafone direct of u alleen vroeger of ook nu een betaalprobleem hebt. En dus of u een toestel mee krijgt.
Maar er zijn nog meer voordelen te noemen van een totale afwezigheid van privacy. Misdaad behoort tot het verleden. De pakkans is immers honderd procent. Ook de zorg verbetert. Een auto ongeluk gehad? Met dank aan de voorspellingssoftware die op de verkeersbeelden is losgelaten is de ambulance bij wijze van spreken al onderweg voordat de twee auto’s elkaar geraakt hebben. De service is nog nooit zo goed geweest want het restaurant heeft uw lievelingswijn al koud staan als u binnenloopt. Ook sociaal verandert er veel. Roddelen kan bijvoorbeeld niet meer. Want door totale openbaarheid, weet iedereen alles al. Doet u het toch? Dan weet het slachtoffer dat u dat deed. Nu we het er toch over hebben. Heel veel van die vreemde sociale publieke geheimen vallen weg. Een collega die in z’n neus peutert? Geen issue, want we weten inmiddels dat iedereen dat doet.
De film The Circle schetst een vorm van de utopie. Het verhaal gaat over een vrouw die steeds meer van haar privacy opgeeft om haar droombaan bij social mediabedrijf The Circle te bevorderen. Op een dag steelt ze een kano vaart ze het ruige water op. Ze verdrinkt bijna, maar wordt gered omdat de camera’s van The Circle haar zagen en dus de kustwacht konden inschakelen. Hierna geeft ze al haar privacy op en draagt een camera waarmee iedereen haar leven kan volgen. Ze vindt zelfs dat iedereen er één zou moeten dragen. De nadelen wegen niet op tegen de voordelen.
Het klinkt misschien als science fiction. Maar dit is wel de lijn die we hebben ingezet. Veertig jaar geleden had niemand gedacht dat de supermarkt van elke klant weet wat hij koopt, al uw reisbewegingen worden geregistreerd en u wordt tijdens het winkelen in de stad continue gemonitord. We delen vrijwillig foto’s van onszelf en onze kinderen, gebruiken een gratis sms-dienst waardoor de provider exact weet met wie wij in contact staan en profileren onszelf door middel van ons zoekgedrag. Als we deze lijn verder trekken, komt er een punt waarop privacy niet of nauwelijks nog bestaat. Niet omdat Big Brother kijkt, maar omdat we allemaal kijken.
Frank van Vonderen, privacy expert bij Verdonck, Klooster & Associates meent dat we zelfs al heel dicht bij deze maatschappij zijn. ‘Op dit moment hebben we de technologie en regelgeving al om een wereld zonder geheimen mogelijk te maken. Waar het aan ontbreekt is de wens of de stem van het volk. We zijn namelijk voor het merendeel stil. Met name de jongeren maken veel gebruik van diensten die op korte termijn een financieel of praktisch voordeel opleveren, maar die op de lange termijn hun privacy kosten. Laat me een klein voorbeeld noemen. De ANWB heeft het al een tijdje over een kastje in de auto dat het rijgedrag meet. Bij veilig rijgedrag krijgt de bestuurder een tientje korting op zijn autoverzekering. Maar wat is veilig rijgedrag? En wat nou als je niet veilig rijdt? In een extreem geval zou je dan zelfs uit de verzekering kunnen worden gezet. Vind dan nog maar eens een verzekering tegen een normaal tarief. Toch zouden er veel jongeren zijn die deze deal aan zouden nemen. Terwijl zij juist de meeste ongelukken maken. Het zijn de oudere generaties die spaarzaam zijn met hun privacy. Als die generaties verdwijnen ontstaat er een samenleving die zorgeloos met de privacy is. Als bedrijven alles van iedereen weten, passen zij hun aanbod aan op uw interesses. Een bijgevolg daarvan is dat de wereld van mensen heel klein wordt. Het nieuwsaanbod wordt namelijk ook geheel toegespitst op eigen interesses. Geen belangstelling voor Noord-Korea? Dan lees je er dus nooit iets over. Sterker nog: dan zie je niet eens dát er nieuws bestaat over Noord-Korea. De wereld zal heel veilig voelen, want misdaad bestaat niet meer en het nieuws over misdaad die er nog wel is, wordt niet meer aangeboden.’
Een schijnzekerheid zoals we hebben kunnen leren van de Amerikaanse verkiezingen. Mensen vormen hun beeld op basis van hun informatie via het internet, via Facebook. Facebook-algoritmen bepalen het nieuws en de opinies die de online lezer aanstaan. Daardoor wordt iedereen voortdurend in zijn eigen beeldvorming bevestigd. Afwijkende meningen worden immers niet getoond. Er ontstaat afstand tot andere groepen in de samenleving die op hun beurt ook weer in hun beeld worden bevestigd, en na de uitslag staat er tot grote verrassing en vol onbegrip een president die je niet in het door Facebook algoritmes bepaalde wereldbeeld past.
Andere maatschappijen dan de onze zijn al verder in het opgeven van hun privacy. Een overheid die al uw correspondentie leest, weet met wie u bevriend bent en waar u was is daar niets bijzonders. Een collega journalist reageert op het laatste AIVD-lek en antwoordt: ‘u dacht toch niet dat de overheid níét meeleest?!’
We probeerden bij universiteiten en grote bedrijven een socioloog te spreken over de mogelijkheden van een wereld zonder privacy. Vrijwel niemand durfde te reageren en degenen die dat wel durfden, wilden beslist niet bij de eigen naam genoemd worden. Privacy ligt té gevoelig. Het kleine beetje onderzoek dat er gedaan is dateert óf uit de Sovjettijd of gaat over de mogelijkheden om privacy juist beter te garanderen.
‘Zowel bedrijven als overheid weten op dit moment al heel veel.’
Na lang aandringen reageert Marcel de With*: ‘zowel bedrijven als overheid weten op dit moment al heel veel. Het is de laatste jaren heel gemakkelijk geworden om iemand “oppervlakkig” te leren kennen. Als ik iemands naam google vind ik vaak meteen zijn of haar Facebook- en LinkedIn-profiel. Daarmee weet ik hoe hij eruit ziet en dus zijn huidskleur of vermoedelijke etniciteit, waar hij ongeveer woont, wat zijn hobby’s zijn en waar hij werkt. Maar ook of hij getrouwd is, gelovig is en met wie hij bevriend is. Die informatie maken we zelf beschikbaar, maar is voor een “kwaadaardige overheid” al makkelijk te misbruiken. Als de regering op een dag besluit dat iedereen met rood haar naar Zeeland moet verhuizen, zijn ze met één zoekopdracht per bewoner op Facebook voor meer dan vijftig procent klaar. Ruim 9,5 miljoen Nederlanders hebben namelijk een Facebookprofiel, vaak met foto. Die informatie maken we zelf, vrijwillig beschikbaar. In Nederland is de angst voor een dictatuur naar de achtergrond verdwenen. De jongere generatie vindt het juist raar als iemand géén Facebook heeft. Terwijl de oude generatie maar blijft wijzen op het verleden. Blijkbaar is de maatschappelijke trend dus toch richting minder privacy.’
Daarmee wil hij overigens niet zeggen dat we ook naar een wereld die totaal zonder geheimen is bewegen. De With: ‘Er blijven altijd zaken die iemand liever niet op straat ziet liggen. Bijvoorbeeld omdat het zijn reputatie kan schaden of omdat het té persoonlijk is. Ik ken maar weinig mensen die op internet bekend willen maken dat ze tien jaar geleden eens zijn opgepakt voor een vechtpartij. Hetzelfde geldt voor de seksualiteit van een persoon. Daar blijft toch veel schaamte over bestaan. Een laatste grens die ik veel hoor is rond het onderwerp “kinderen”. Een moeder plaatst gerust een foto van zichzelf, maar niet die van haar kind. De angst voor kindermisbruik is daar te groot voor. Maar die angst voelt ze blijkbaar niet voor zichzelf”.’
In Nederland waarderen we gebruiksgemak en service. Wij maken onze privégegevens daarom voornamelijk beschikbaar als dat ons leven makkelijker maakt. De With: ‘Je zou kunnen zeggen dat privacy een soort digitale munteenheid is geworden. Vind ik het belangrijk dat mijn favoriete koffietentje ’s ochtends alvast mijn vaste koffierecept klaar heeft staan? Dan mogen ze in ruil daarvoor mijn gegevens hebben. Als ik een voordeel zie in hun dienst, betaal ik daarvoor met mijn privacy.’
* Marcel de With is een gefingeerde naam. De echte naam is bij de redactie bekend.
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Mooi om van een complex verschijnsel een heldere samenvatting te kunnen lezen. En interessant dat het verdwijnen van onze privacy veel voordelen heeft.