Karl Alexander, professor sociologie aan de Johns Hopkins-Universiteit in Baltimore, heeft een vaste groep van achthonderd personen bestudeerd vanaf hun vierde jaar. Na 27 jaar onderzoek concludeert hij: zomervakanties belemmeren de ontwikkeling van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. Marco Visscher | 115 april 2009 Hoe hebt u de uitwerking van de zomervakantie op leerprestaties ontdekt? ‘We hebben gekeken naar de scores op een vorderingstoets in het voor- en najaar op een school waar deze toetsen al heel lang twee maal per jaar worden gehouden. Zo kwamen we erachter dat kansarme kinderen door de zomervakantie achter raken , terwijl kinderen uit meer bevoorrechte gezinnen vooruitgingen.’ Maar kinderen uit bevoorrechte gezinnen maken in de zomer toch geen huiswerk? ‘Nee, maar hoog opgeleide ouders scheppen een veel gunstiger leeromgeving. Ze hebben een computer in huis en er liggen boeken, kranten en tijdschriften. Kinderen zien hun ouders lezen en het kan zijn dat ze aan tafel praten over wat ze geleerd hebben. Bij gezinnen met een laag inkomen is het minder waarschijnlijk dat ze een boek pakken, of naar de bibliotheek, een museum of de schouwburg gaan, of muziekles krijgen of aan een georganiseerde vorm van sport doen. Toch maken zulke ervaringen