Vier mythes over windmolens ontzenuwd Tijn Touber | 89 september 2006 Windenergie heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Oliemaatschappij Shell en energieleverancier Nuon bouwen een gigantisch windmolenpark voor de Nederlandse kust. De windmolens van Duitse en Deense makelij zijn met hun imposante lengte van 115 meter hoger dan de Domtoren in Utrecht. De rotorbladen van glasvezel zijn zo dun, dat je er papier mee kunt snijden. De aanleg van dit park - dat eind dit jaar klaar moet zijn - kost 200 miljoen euro. De 36 windturbines worden samen \'s werelds grootste offshore windmolenpark en zullen meer dan 100 duizend Nederlandse huishoudens voorzien van elektriciteit. Hoewel de productie van windenergie in de afgelopen jaren enorm is toegenomen, blijven veel mensen sceptisch. Volgens het vakblad Refocus zijn vooroordelen daarvan de oorzaak. De redactie ontkracht een aantal hardnekkige mythes. Mythe 1: Windmolens werken alleen als het waait Als er geen wind staat, heb je niet zoveel aan windmolens, en daarom zijn ze inefficiënt, zo redeneren sceptici. Immers, wie vertrouwt op windmolens moet bij windstilte altijd terugvallen op andere energiecentrales. Dat zou de emissiebesparingen weer tenietdoen. Intussen bewijzen meer dan tweehonderd onderzoeken het tegendeel. Er zijn geen grote obstakels en de