Aan de gloeilamp is sinds de invoering rond 1930 niet veel veranderd. Het standaardprincipe is nog hetzelfde. David Jonckheer | 16 september/oktober 1997 issue Een gloeilamp is eigenlijk een hele kleine straalkachel waarvan tien procent van de energie wordt omgezet in licht. Een kostbare methode. Eind 1996 bedroeg het gemiddeld aantal gloeilampen per huishouden in Nederland 27. Een energie-efficiëter en duurzamer alternatief voor de gloeilamp is de spaarlamp, die al sinds het begin van de jaren tachtig op de markt is. Op dit moment beschikt ieder huishouden over gemiddeld drie spaarlampen. Deze lamp gaat tien keer langer mee dan de gloeilamp en verbruikt beduidend minder energie. Waar de gloeilamp 75 watt verbruikt, heeft de spaarlamp voor dezelfde lichtsterkte slechts 15 Watt nodig. Bij gemiddeld duizend branduren per jaar scheelt dit dus 60 kWh, dat is bij de huidige energieprijs ongeveer 13 gulden. Hoewel de prijs van de spaarlamp aanzienlijk hoger ligt (tussen de 25 en 75 gulden) is de lamp binnen drie jaar terugverdient terwijl de spaarlamp nog zeven jaar langer meegaat. Wanneer alle gloeilampen in de Nederlandse huishoudens (176 miljoen met een totaal verbruik van 1.3 miljard kWh per 1000 branduren) worden vervangen door spaarlampen levert dit een energiewinst