Al jaren is de anti-rooklobby in de Verenigde Staten actief. Juist de laatste tijd lijken de afschaffers zoals ze ook worden genoemd, succes te boeken. Rob Soetenhorst | 14 mei/juni 1997 issue Onlangs erkende een van Amerika\'s grote tabaksfirma\'s dat het welbewuste politiek van de branche is geweest om jonge mensen te verleiden te gaan roken, ongeacht de al zo lang bekende risico\'s die roken inhouden. Vorig jaar zomer kreeg in de staat Florida een roker en longkankerpatient een schadevergoeding. De jury oordeelde na een lang lopend proces dat het roken van sigaretten \'buitensporig gevaarlijk\' was. Deze voorbeelden evenals het volgende worden aangehaald in The New Republic (24 november 96). In diezelfde tijd ontroerde vice-president Al Gore de Democratische Conventie tot tranen toe met zijn jammerklacht over zijn zuster die na veertien jaar verslaving aan longkanker was overleden. Pas een dag later gaf hij toe dat de Gore\'s hun familiekapitaal danken aan hun zuidelijke tabaksplantages. Gore gaf daarmee een van de onoplosbare dilemma\'s aan van de anti-rooklobby. De gevaren voor en de verslavingskansen van rokers zijn al tientallen jaren bekend. En niet alleen bij de industrie maar juist bij het publiek. De antirokers verwijten de industrie hun onderzoeken die wijzen