The Optimist
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
De grote Indonesiëtentoonstelling opende op dinsdag 12 december 2023 voor de tweede keer, en nu staan alle Indonesische beelden ook op hun plek. En die zijn zeer de moeite waard, schrijft Indonesiëkenner Maarten Fornerod.
DOOR: MAARTEN FORNEROD
Twee miljoen Nederlanders zijn verbonden met voormalig Nederlands-Indië en/of Indonesië, inclusief de leider van de grootste partij in de Tweede Kamer – om maar iemand te noemen. Er is traditioneel veel belangstelling voor de geschiedenis van de relatie van Nederland en haar voormalige kolonie, en voor de derde keer wordt in de Nieuwe Kerk in Amsterdam een grote tentoonstelling gehouden.
Waar eerdere tentoonstellingen vooral de nadruk legden op de positieve invloed van het kolonialisme op Nederlands-Indië ofwel het leed wat aan Nederlandse onderdanen in de Tweede Wereldoorlog en daarna is aangedaan, heeft de huidige tentoonstelling veel meer oog voor het leed dat de Indonesische bevolking is aangedaan door Nederland.
‘Door de mist van de geschiedenis komt nu het echte verhaal van Indonesië naar boven, en die is gruwelijk.’ Aan het woord is Annabelle Birnie, directeur van de Nieuwe Kerk, die voor de verzamelde pers de grote Indonesiëtentoonstelling toelicht.
De sfeer in de zaal is goedmoedig, maar de twee belanda’s (Indonesisch voor blanke Nederlanders) tegenover maken een gespannen indruk. Begrijpelijk, want er is veel kritiek geweest op onderdelen van de tentoonstelling. Het gebied van wat voorheen de Gordel van Smaragd heette is een mijnenveld geworden van roofkunst, slavernij en koloniale relikwieën. Probeer dan nog maar eens een tentoonstelling voor iedereen samen te stellen.
Strijdpunt van het moment zijn roofdocumenten, documenten en pamfletten van Indonesische vrijheidsstrijders uit de jaren 1945-1949 die op een of andere manier in Nederland terecht zijn gekomen. Er is een ingewikkeld compromis bedacht, waarbij persoonlijke roofdocumenten niet worden getoond, maar pamfletten wel, maar in een reproductie.
Verder wordt niet vergeten te melden dat er aandacht is voor gender en klimaatverandering, die ook deel uitmaken van het echte verhaal dat uit de mist naar boven komt. Ik denk er het mijne van. Iedere tijd heeft recht op haar obsessies, maar het echte verhaal is toch altijd een functie van de tijdgeest. Naast mij zit de correspondent van de NRC. Eigenlijk is ze studente aan de UvA fluistert ze mij toe, die er door de NRC op uit is gestuurd. Ik vraag mij af hoe zij naar alles kijkt, als jongeling, en hoop niet dat ze mijn boomer-gezucht heeft opgevangen bij bepaalde steekwoorden.
Maar dan gebeurt er iets wat mijn humeur 180 graden doet omslaan. De Indonesische beeldhouwkunstenares Alfiah Rahdini (1990) komt aan het woord. Ze toont en beschrijft twee van haar werken die deel uitmaken van de tentoonstelling, Sri Naura Paramita en Sailor Moonah #2. De eerstgenoemde is een beeld van een jonge vrouw, gebrild maar met gesloten ogen, in lotushouding. Waarom heeft ze haar bril op? Geeft het aan dat de westerse techniek, de bril, en de oosterse mystiek, de meditatie, prima samen kunnen gaan? Of wint het oosten? Bovendien draagt ze een hijab, een Islamitisch hoofdbedekking, en draagt ze een minirok. Een smeltkroes van culturen die een aangename kortsluiting in je hoofd veroorzaakt. Nou ja, aangenaam, in Indonesië moet ze wel eens op de vlucht voor mensen bij wie die kortsluiting agressie veroorzaakt, vertelt ze later.
Sailor Moonah #2 is luchtiger, een zelfportret van de kunstenaar als Sailor Moon, de hoofdpersoon uit de gelijknamige Japanse manga- en animeserie. In dit beeld kijkt de vrouwfiguur zelfbewust de wereld in, haar hijab versmolten met Sailor Moon’s odango haarstijl. Dit was niet onopgemerkt gebleven aan de dame van de museumshop, die, als Rahdini een catalogus in ontvangst neemt, trots een gedeelte van haar animetatoos laat zien die ze zedig onder haar zwarte trui had verstopt. Later, tijdens een kopje koffie en een sigaret, vertelt Alfiah Rahdini (ik mag Alfi zeggen) dat Sailor Moon animefilmpjes haar als kind inspireerde om te gaan tekenen en dat ze op die manier haar liefde voor de kunst ontdekte.
Maar er wacht nog een verrassing. De persconferentie wordt afgesloten door een videokunstwerk van FX Harsono (1949), een van de beroemdste exponenten van de Indonesische Gerakan Seni Rupa Baru, GSRB, de Nieuwe Beweging van Beeldende Kunst die sinds de jaren 70 furore maakt. Writing in the Rain laat de kunstenaar zien terwijl hij zijn naam, vele malen, in Chinese karakters op een glasplaat schrijft, terwijl er water deze karakters wegspoelt. Het symboliseert de onderdrukking van de Chinese cultuur tijdens de Suhartoperiode van 1967-1998. Pas sinds het aantreden van president Wahid in 1999, liefkozend Gus Dur genoemd, is het weer mogelijk de Chinese religie in Indonesië openlijk te belijden en de cultuur uit te dragen. FX Harsono moest zijn Chinese naam, Oh Hung Bun, inwisselen voor een indonesische. Begin dit jaar heeft president Widodo excuses aangeboden voor de wreedheden die in Indonesië de Chinese bevolking zijn aangedaan.
Ik ben om. Het tonen van juist deze twee Indonesische kunstenaars met déze werken laat zien dat de samenstellers van de tentoonstelling moed hebben, en visie. Ik loop daarom vergevingsgezind de Nieuwe Kerk door.
Ik word blij van de collectie opgezette dieren, een jonge tijger, een orang oetang, een comodovaraan. En hoog boven alle dieren een neusaap, die in Indonesië ook wel orang belanda wordt genoemd. Vanwege de grote neus die het dier op een belanda doet lijken. Een knipoog van de samenstellers?
Ik geniet van de prachtige kunstwerken die ten toon worden gesteld. Schitterende schilderijen van Isaac Israels. Een gouden schaamplaat, ergens vandaan, uit de 14e eeuw. Het beroemde portret van de Afrikaanse KNIL militair Jan Kooij, een belanda hitam (zwarte Nederlander). Bijna terloops sta ik in oog in oog met het Amboinsche kruidboek van Georgius Everhardus Rumphius, een van de belangrijkste (en kostbaarste) kruidenboeken ter wereld.
Ik kijk met een half oog naar de levensgrote wreedheden van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), en besef dat wreedheden van alle tijd zijn. Alleen welke slachtoffers worden getoond is afhankelijk van de tijdgeest.
Het echte verhaal bestaat niet en de Indonesiëtentoonstelling toont onze huidige blik. Dat kan irriteren, maar doet het niet bij mij. Ik geniet vooral van de kunst, en daarmee van de kunstenaars die door de eeuwen heen hun werkelijkheid aan mij laten zien.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties