De geluksvogel bestaat

Brian de Mello 29 aug 2022 Zingeving

In hoeverre bepalen onze genen of we het ‘geluksgevoel’ kunnen ervaren? Is de één meer voor het geluk geboren dan de ander? En is de term ‘geluksvogel’ niet zomaar uit de lucht gegrepen? We vroegen het aan geluksdeskundige prof. dr. Meike Bartels.

In de wandelgangen van de Vrije Universiteit in Amsterdam wordt ze ‘de geluksprofessor’ genoemd, maar haar officiële titel luidt hoogleraar in genetics and wellbeing. Vertaald naar het Nederlands: Genetica en Welbevinden. ‘Je mag het ook geluk noemen, maar welbevinden vind ik eigenlijk een betere vertaling. Als dit blad The Optimist mag heten, dan hanteer ik liever ook een Engelse titel’, glimlacht professor Meike Bartels. Ze is gefascineerd door genetica en gedrag, moeder van vier tieners en president van de International Positive Psychology Association.

Gunstige variant

Geen geschiktere persoon om aan te vragen wanneer iemand een geluksvogel is. ‘Genetica is uiteindelijk een loterij; welke genen krijg je mee van wie? Als je bij je geboorte de genetische variant ontvangt die gelinkt is aan een hoger geluksgevoel, dan mag je inderdaad van een “geluksvogel” spreken’, stelt ze.
Aan de hand van tweeling- en familieonderzoek kijken onderzoekers als Bartels hoe mensen onderling verschillen van elkaar, waarbij zij zich als specialisme richt op het aspect ‘geluk’. We leren dat je kunt uitrekenen hoe groot het effect is van genen, om die verschillen te verklaren, en hoe groot het effect van de omgeving is. ‘Door middel van meerdere onderzoeken in diverse landen zien we voor het verschil in geluksgevoel van mensen het stabiele beeld dat veertig procent hiervan komt door verschillen in genetische aanleg en dat zestig procent wordt veroorzaakt door verschillen in de omgeving’, vertelt ze. ‘Als er erfelijke verschillen zijn, dan moeten er varianten op het menselijk genoom, onze genetische code, te vinden zijn die de verschillen verklaren. Tijdens ons meest recente onderzoek hiernaar vonden we meer dan driehonderd plekken over het hele genoom die allemaal hele kleine effectjes hebben op ons geluksgevoel.’ Met andere woorden: geluksvogels beschikken op die plekken over de gunstige ‘ingebakken’ variant.

Geluk als startpunt

Geluk wordt vaak in de literatuur, ook door de oude filosofen, gezien als een eindpunt, een doel waarnaar wordt gestreefd. Bartels keert dat graag om. Bartels definieert geluk als ‘je goed voelen en goed functioneren in de situatie waarin je verkeert’. Die laatste toevoeging verklaart waarom geluk door mensen uiteenlopend wordt beleefd. ‘Het is voor iedereen verschillend. Maar als je je goed voelt, bereik je veel meer en gaat alles beter. Als je bijvoorbeeld wilt dat mensen meer gaan bewegen, of als je wilt dat ze gezonder gaan eten, dan kunnen ze dat doen als ze zich goed voelen. Als je dat doet ga je je misschien ook beter voelen. Maar het is niet per definitie zo dat “geluk” automatisch daarop volgt. Je goed voelen kan ook het begin zijn van verandering. Neem bijvoorbeeld gezondheid en geluk; die zijn aan elkaar gerelateerd. Automatisch leggen mensen het verband “als je gezond bent, ben je gelukkig”. De data wijzen uit dat het net zo goed andersom is. Datzelfde geldt voor veerkracht, het is tweerichtingsverkeer. Als je gelukkig bent, ben je veerkrachtiger, en andersom. Daarom probeer ik erop te hameren dat we, als we het hebben over preventie of interventie, er ook over kunnen nadenken om met geluk te beginnen in plaats van met een negatief startpunt.’

‘Als je je goed voelt, bereik je veel meer en gaat alles beter.’

Trainen in geluk

De hoogleraar geeft aan dat er talloze interventies zijn om het geluksgevoel, ons welbevinden, te verhogen. ‘Tel je zegeningen, bijvoorbeeld. Officieel zou je iedere avond een lijstje moeten maken van vijf dingen waar je gelukkig van bent geworden. Dat is lastig vol te houden, maar je kunt het wel naar jouw situatie vertalen, door bijvoorbeeld stil te staan bij datgene waar je dankbaar voor bent. Als mensen zich bewuster zijn van wat ze hebben, worden ze daar meestal gelukkiger van.’
Tot onze grote vreugde noemt ze nog een andere nuttige interventie: praktiseer optimisme. ‘De Verenigde Arabische Emiraten hebben een minister voor geluk. De opdracht van haar ministerie is om alle beleidsstukken van de regering door te nemen en met een optimistische bril te bekijken, en die om te keren waar nodig. Dat wil zeggen: denken in mogelijkheden in plaats van in problemen.’
Je kunt jezelf trainen om het glas eerder halfvol dan halfleeg te zien, horen we. Dan zitten we met The Optimist al 27 jaar op het goede spoor, bevestigt Bartels desgevraagd. ‘Optimisme zelf heeft ook een erfelijke component. Sommige mensen zijn nou eenmaal optimistischer dan andere mensen, maar je kunt het trainen.’ De vraag rijst: hoe dan? ‘Dat kun je al thuis aan de keukentafel doen met je huisgenoten of naasten. Door niet alleen te vragen “hoe was je dag?”, maar door te vragen “wat was het leukste van vandaag” of “waar heb je het meest van geleerd?”. En als er wel iets vervelends is gebeurd, dan kun je vragen “was er ook nog een positief aspect voor nu of de langere termijn?”.’ In mogelijkheden denken in plaats van in problemen is de kern. Bartels benadrukt dat het trainbaar is, maar voor de een makkelijker dan voor de ander. ‘Het is net als sporttraining’, licht ze toe. ‘Niet iedereen kan door training opeens Champions League optimisme spelen. Sommigen denken dat er een mega-effect optreedt, maar dit effect van training is ook per individu verschillend. Hoeveel mensen kunnen door te trainen uiteindelijk een marathon lopen?’ Dat geldt ook voor een marathon van optimisme.

Samenspel

Voor sommigen bestaat geluk uit het gezamenlijk lopen van die spreekwoordelijke marathon. Moeten we geluk zoeken binnen een collectief? ‘Waar het vaak misgaat, is dat we proberen algemene wetmatigheden te creëren. Zoals: “Een sociaal netwerk is belangrijk voor geluk”. Ja, dat is zo, maar voor de een kan het sociale netwerk uit één persoon bestaan, en voor de ander uit vijftig personen. Voor veel mensen zal een deel van hun geluksgevoel komen uit iets wat via een collectief bereikt wordt. Ik zeg niet dat we gelukkig worden van een individualistische maatschappij, maar mensen zijn verschillend qua interesses, behoeften en uitdagingen.’
Dat verschil manifesteert zich ook in onze mogelijkheden en beperkingen. ‘Het gaat erom dat je bent zoals het samenspel van jouw biologie en jouw omgeving jou maakt’, legt Bartels uit. Als je heel dicht bij jezelf blijft, kun je functioneren. Als je er gedurende je leven achter komt wat je interesses zijn, waar je energie van krijgt, waardoor je geïnspireerd raakt en hoe je kunt functioneren in jouw omgeving, dan ervaar je geluk.’
Hierbij is het belangrijk om datgene te doen wat je zelf wilt. Bartels benadrukt dit omdat we in een maatschappij leven waar de druk enorm hoog is. ‘Die druk zit met name in de verwachtingen die niet altijd aansluiten bij wat mensen willen of kunnen. Maar ook de gedachte dat alles maakbaar is, werkt druk-verhogend. Vorig jaar kwam Kinderen voor Kinderen met een nummer waarin ze zongen “Je kunt worden wat je wilt”. Dat klinkt theoretisch heel leuk, maar iedereen weet dat dat niet zo is. De genetische verschillen zijn er nu eenmaal. Nogmaals, niet iedereen kan een marathon lopen. Dat is geen slecht nieuws, hooguit ontnuchterend. En je kunt iemand helpen om vooruit te komen in het geluksgevoel, maar niet oordelen of die persoon voor zijn gevoel functioneert. Het is maatwerk.’

‘Erfelijkheid verklaart verschillen tussen mensen, niet hun uiteindelijke welbevinden.’

Jong beginnen

Hoe zit het met materialisme en geluk? Het winnen van de loterij zal ieder voor zich anders ervaren, geeft ze ter illustratie mee. ‘Geld heeft voor verschillende mensen een andere waarde. Wie niet veel om geld geeft, kijkt met minder interesse naar het winnen van een grote geldprijs. Sommigen halen geluk uit het creëren van herinneringen, niet uit materiele zaken. Laatst zei iemand: Ja, maar ik hou superveel van koken, dus ik droom van een fantastische keuken. Dat is iets materialistisch, maar het zou mij echt gelukkig maken.’
Geld maakt niet gelukkig, maar geen geld is in dat geval op z’n minst ‘onhandig’ te noemen. Ons bewustzijn ontwikkelen als het gaat om de dingen die onze passie vormen, is volgens Bartels van belang voor ons welbevinden. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Is dit een pleidooi om het met de paplepel in te gieten?
In het kort: ja. Zij pleit ervoor dat al op de basisschool, op jonge leeftijd, wordt gestart met het meegeven van het idee dat een glas halfvol of halfleeg kan zijn. ‘Het is zinvol om dat verschil en de bijbehorende consequenties vroeg bij te brengen. Want het kan veel mensen op latere leeftijd helpen.’ Dit zouden we lessen in geluk kunnen noemen, of met een meer wetenschappelijke term ‘emotieregulatie’.

Katalysator

Wie na het lezen van dit artikel het gevoel krijgt niet tot de genetische geluksvogels te behoren, of niet van jongs af aan het halfvolle glas mee te hebben gekregen, kan troost putten uit het volgende: als iets erfelijk is, betekent dit niet dat het niet kan veranderen. ‘Erfelijkheid verklaart verschillen tussen mensen, niet hun uiteindelijke welbevinden. Training is een bepalende factor hierin. Ik gebruik graag sportanalogieën om dit duidelijk te maken. Kijk bijvoorbeeld naar jouw fysieke conditie. Die is erfelijk bepaald door middel van je hart- en vaatsysteem, maar door te trainen kun je je conditie verbeteren. Als iedereen dat zou doen, schuift de hele verdeling een stukje op naar de positieve kant, de een wat meer dan de ander.’
Datzelfde geldt voor optimisme. Geluk als katalysator van optimisme en omgekeerd, impliceert dat er van een zelfversterkend effect sprake is. Hoe beter je je voelt, hoe beter je functioneert, hoe optimistischer je bent, hoe gelukkiger je bent – concluderen we voorzichtig? Meike Bartels bevestigt dit, met de kanttekening dat in ieder mensenleven vervelende of rampzalige dingen gebeuren die het feest kunnen verstoren. ‘Maar het belangrijkste voor de lezers van dit blad is misschien wel om te onthouden dat je altijd kunt trainen om een grotere optimist te zijn.’ •

Brian de Mello

Brian de Mello

Brian de Mello (1965) heeft een passie voor tekst en creatie. Die kan hij kwijt...

Meer over Brian de Mello >

Reacties

Geef een reactie