150 oktober 2012 Sjamanistische wijsheden en moderne neurowetenschap kunnen ons de weg wijzen naar genezing en spirituele groei. De woorden ‘sjamanisme’ en ‘neurowetenschap’ komen we maar heel zelden in één zin tegen. Hoe komt dat? Wij leven in de tijd waarin het reductionisme de boventoon voert en geest en materie in allerlei opzichten van elkaar gescheiden zijn, uit elkaar getrokken zijn. Dat is niet altijd zo geweest. Eeuwenlang waren sjamanen tevens astronomen, waren tovenaars wetenschappers, waren spirituele zoekers ook ontdekkingsreizigers en durfden wetenschappers risico’s te nemen. Keizers, koningen, tsaren en stamhoofden hechtten grote waarde aan hun opvattingen. Daar kwam een eind aan toen de machthebbers (de pausen en vorsten die hun macht wilden behouden) zieners en visionairs als -ketters -bestempelden en afkondigden dat -religie en wetenschap niet met elkaar te -verenigen waren. Gelukkig is het verband tussen geest en materie, hoewel het naar de achtergrond is gedrukt, nooit helemaal uit het menselijk bewustzijn verdwenen. Wetenschappers hebben altijd vermoed dat er een verbinding bestaat tussen de ziel en het brein. Het idee van deze verbinding is behouden gebleven in enkele fundamentele paradigma’s. Enkele decennia geleden ontstond er weer belangstelling voor dit idee, dat nu werd aangeduid als de eenheid van ziel,