Nederland krijgt topinstituut over klimaatadaptatie
6 feb 2017
‘Adaptatie’ heet het wanneer we manieren verzinnen om beter om te gaan met de klimaatverandering. Het is een praktische tegenhanger van ‘mitigatie’, ofwel de poging om via het terugdringen van onze CO2-uitstoot het klimaat te stabiliseren. Lange tijd is adaptatie een weinig populaire strategie geweest; het zou getuigen van luiheid, een excuus om het probleem niet bij de wortel aan te pakken.
Maar adaptatie heeft wel degelijk nut, is goedkoper en heeft bredere politieke steun. Dat lieten wij al zien in een achtergrondartikel uit 2010, dat – zo zeggen we met trots – nog werd genomineerd voor een journalistieke prijs.
In dat artikel schreven we ook: ‘Hoe ziet die adaptatie eruit? Als er één land is waar deze vraag al veel eerder is gesteld, is het wel Nederland. Ruim duizend jaar geleden waren boeren hier sloten aan het graven om de drassige grond bruikbaar te maken. Het water werd met succes getemd. Nederland is rijk aan rivieren, ligt voor meer dan de helft onder zeeniveau en kent toch geen buitengewone vrees bij het vooruitzicht van een sneller stijgende zeespiegel en meer neerslag. Adaptatie is een bekend thema voor de inwoners.’
En we citeerden Jan-Peter Balkenende: ‘Zonder voortdurende adaptatie aan de veranderende natuur was Nederland allang verzonken in de modder.’
Welnu, vandaag toont Nederland zich een wereldleider op het gebied van klimaatadaptatie. Staatssecretaris Sharon Dijksma staat vandaag aan de basis van een nieuw, internationaal kennisinstituut op dit gebied. Het Global Centre of Excellence on Climate Adaptation wil zorgen dat landen en organisaties zich beter kunnen wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Dijksma zegt daarover in Trouw: “Over de hele wereld worden mensen hard getroffen door de opwarming van de aarde. Het historische klimaatakkoord van Parijs laat zien dat aanpassing aan klimaatverandering even belangrijk is als het bedenken van oplossingen om klimaatverandering tegen te gaan.”
Bron: Trouw
Reacties