146 mei 2012  Elk pondje gaat door het mondje. Dat wordt er door een handje ingestopt. Maar wat stuurt dat handje aan? Ons instinct is een grote boosdoener. Die staat nog steeds geprogrammeerd op ‘eten als er voedsel is’. In tijden van onregelmatige en onvoorspelbare voedselvoorziening is dat een zinvolle strategie. Maar tegenwoordig is niet schaarste het probleem, maar overvloed. Er is dag in, dag uit meer dan genoeg voedsel. Overgewicht is epidemisch. En wanneer uitsluitend vetten en suikers dat mondje ingeschoven worden, kan de perverse situatie ontstaan dat iemand met overgewicht toch ondervoed kan zijn. We zijn evolutionair duidelijk nog niet aangepast aan de gewijzigde omstandigheden. We zullen dus onze hersens in moeten zetten om dat instinct in te dammen. De voedingsindustrie wil ons graag doen geloven dat daarvoor een ontmoedigende hoeveelheid kennis is vereist van vitamines, omega vetzuren, vezels, antioxidanten en bacteriën. Nu overleefden onze voorouders ook zonder al deze kennis. Onderzoeksjournalist Michael Pollan, van het boek The omnivore’s dilemma, heeft uitgezocht wat voor onze gezondheid doorslaggevend is, en dat valt in zeven woorden samen te vatten: ‘eet voedsel, niet te veel, vooral plantaardig’. Het is dan ook raadzaam om dagelijks walnoten te eten: over salade, in taart,