Annemieke Wester: ‘De magiër, die ben je zelf’

The Optimist 14 apr 2023 Zingeving

Ron van Es gaat op zoek naar de reden van ons bestaan. ‘Is er een grondplan?’, vraagt hij zich af. Hierover interviewt hij mensen die hem inspireren. In dit tweede deel spreekt hij directeur Instituut voor Psychosynthese Annemieke Wester.

DOOR: RON VAN ES (INTERVIEW) EN WILLEMIEN BAKSTEEN (REDACTIE)

Zoeken we niet allemaal naar betekenis in ons leven? Een reden van bestaan? Waarom zijn we hier en wat hebben we hier te vinden? Het is een heel oude vraag die bij elke generatie weer springlevend is. Eigenlijk zoeken we dus een plan voor ons leven, een grondplan.

Heeft ons leven een grondplan, of zijn we toevallig op deze plek, in deze familie, in dit leven gekomen? Hoe ontvouwt ons leven zich met of zonder grondplan? Hoe kunnen we kijken naar verleden, heden en toekomst? En zijn onze patronen in het leven verklaarbaar? Is het grondplan dan de draad die begint bij je geboorte en nooit meer ophoudt? De draad die ons verbindt en de draad die ons de weg wijst? Is het de draad die als een touw langs het bergpad omhoogloopt? De draad als de navelstreng van het leven en werkt het als de draad van Ariadne die ons naar de uitgang van onze eigen doolhof zal leiden?

Met deze vragen ga ik het gesprek aan met mensen die mij inspireren en boeien. Mensen die verschillende antwoorden geven op die vraag, maar er altijd in slagen nieuw licht te werpen op die oude, noodzakelijke vraag naar ons bestaan.

In gesprek met Annemieke Wester

Ik heb Annemieke Wester als docent meegemaakt tijdens mijn studie bij het Instituut voor Psychosynthese. Die vijfjarige studie was én een rollercoaster in mijn leven én een reis die nooit meer is opgehouden. Nog elke dag denk ik aan de lessen die ik leerde over mijn leven – zowel over het verleden daarvan als over de ontwikkeling die diep verborgen in mij lag te wachten als een beloftevolle toekomst. In mijn gesprek met Annemieke, die inmiddels directeur is van het Instituut voor Psychosynthese zegt ze: ‘Psychosynthese gaat over de psychologie van de ziel’ en dat heb ik zo ook ervaren. Tijd om terug te keren naar het Instituut in Hilversum en met Annemieke in gesprek te gaan.

Is er een grondplan in ons leven?

(Denkt na) Het hangt er een beetje vanaf hoe je dat beziet. Op een bepaald niveau; ja, en op een bepaald niveau; nee. Wordt een eikenboom onderweg een appelboom? Nee.
Wordt er op een moment een mens geboren op aarde die uniek is? Dan zou ik zeggen, ja. Maar is dat dan iets wat dwingend is waarvan je zegt dat betekent dus dat daar geen vrijheid in zit? Dan zou ik zeggen, nee.

Ik zou zeggen dat een mens wel degelijk een besef van bestemming kan ervaren. Meestal ook in de mate waarin je dat mist -dat er meer is dan wat er tot dan toe is, en dat er nog meer zou kunnen komen- kan dit gemis leidend zijn in een mensenleven. Je kunt je daar op verschillende manieren door laten leiden. Dus wat daar dan uiteindelijk mee gebeurt en hoe je je daarmee verhoudt en hoe je je ontwikkelt naar aanleiding van wat je eigenlijk in jezelf gewaar wordt, ja, dat is niet voorspelbaar. In die zin is er geen voorspelling over hoe het gaat uitpakken. Vandaar dit antwoord op je vraag naar dat grondplan. Op een bepaalde manier is het er wel en is elk mens uniek en is elk mens dus in staat om dat ook te verwezenlijken. Zitten daar dan aanwijzingen in? Ja. Zijn die aanwijzingen objectief verifieerbaar en van buitenaf aan te reiken? Nee. Die zijn eigenlijk alleen via een innerlijke zoektocht te vinden en daar geef je je eigen antwoorden op.

Hoe komt het dan toch dat we zo worstelen?

Bedoel je: waarom is er lijden?

Ja.

Wat bedoel je dan met dat worstelen?

Nou ja, ik sprak gisteren een goede vriend, en we hadden het over de wereld en alles wat er nu gaande is en bij hem bespeurde ik een lijden, zo van: hoe gaan we dit toch als mens oplossen? Eigenlijk is hij het idee verloren dat we dit nog gaan goedmaken. Ik zie hem lijden daarin. Ik probeer dan in het gesprek de opening te vinden waardoor je ook kunt kijken naar de situatie door een andere dimensie aan te spreken en te benoemen dat er meer is dan wij kunnen zien of begrijpen. Ik merkte dat hij dat wel als troost ervaart. Als we ons nu meer bewust worden van ons grondplan zouden we beter kunnen zien waar we heen gaan.

Ja, maar dan zou je nog steeds worstelen.

Dus worstelen hoort erbij?

Ik denk van wel. Als je ziet hoe we geboren worden, is dat al een hele worsteling. En als je ziet hoe een zaadje ontkiemt, hoe steeds de nieuwe fase door het oude heen breekt, dan is dat ook de manier waarop we op krachten komen. Zoals dat bekende verhaal over de man die een vlinder wilde helpen door de cocon alvast open te breken. De vlinder kon daarna niet meer vliegen. Dus door de worsteling raken we er ook mee bekend. Raken we er ook mee vertrouwd. Komt het door ons heen als het ware. Wordt het dus potentieel ook een scheppingsproces. Op het moment dat de worsteling ten dienste komt te staan van wat er eigenlijk nodig is – om te kijken wat kan ík doen, wat is mijn aandeel? – kun je die ook gebruiken om iets te verwezenlijken. Maar het is wel een worsteling en geeft een voortdurend soort spanning tussen wat je ziet wat mogelijk is en wat haalbaar is. Dat is een creatieve spanning.

Je hebt ook de worsteling die gaat over: hoe kom ik van die spanning af? Hoe zorg ik er voor dat ik daar geen last meer van heb? Dat lukt meestal niet. Dat zou betekenen dat je je kunt ontwikkelen naar een niet-lijden; dat je geen gemis hebt. Misschien vervult die manier je een tijdje, maar het gemis gaat natuurlijk niet over. Je hebt namelijk elke ochtend opnieuw honger. Dus dat blijft als het ware roepen: je bent nog niet klaar, er is nog iets te doen voor je. Ik denk dat het worstelen inherent is aan het feit dat wij nog niet af zijn. Dat we in wezen wel heel zijn maar elke dag bezig zijn onszelf te verwezenlijken.

Er is altijd nog meer. Hoeveel boeken jij ook schrijft, of hoeveel interviews jij ook maakt. Het is blijkbaar belangrijk om iets kenbaar te maken, want je doet dat niet voor niets. Dat lukt en tegelijk is er ook iets van, wacht even, misschien moet ik het zo of zo doen. Het lukt en er is meer te doen. Dus wij zijn niet af, maar de wereld is ook niet af. En misschien is het wel de moeite om daarvoor te worstelen? Misschien is het wel helemaal niet nodig om daar vanaf te komen? Misschien is het juist nodig om je ergens kwaad voor te maken. Om je ergens voor in te kunnen zetten.

Het is het oude idee dat schuren glans geeft. Aan de andere kant …(diepe zucht) ) ik zucht … omdat ik het ook best lastig vind om te worstelen … omdat er maar geen eind aan komt … en ik ook veel mensen om mij heen zie worstelen. En zeker in deze samenleving, nu met deze crisis, of beter crises, wordt er enorm veel geworsteld in alle lagen van de samenleving.

We leven natuurlijk wel in hele interessante tijden.

Wat helpt jou zelf bij je worsteling?

Wat mij helpt is een perspectief. Dat is heel eigen aan psychosynthese. Dat is nu eenmaal hoe ik kijk, en dat is dat er wel zoiets is als mijn aandeel, maar dat ik het groter geheel niet overzie. Ik ken niet de bedoeling van de evolutie. Op een bepaald niveau weet ik niet wat goed of fout is. Wat er nu gaande is in de wereld, op zo’n grote schaal en onze bewustwording van het feit dat we nu eenmaal maar één planeet hebben,
roept de vraag op of wij als mensheid zo door zullen gaan. Het zou kunnen van niet. Dat zou voor ons persoonlijk heel vervelend zijn. Of dat betekent dat wij daarmee weg zullen zijn, dat weet ik niet zo zeker.

Dat moet je uitleggen.

Je ziet dat alles in de natuur cyclisch is, dat er seizoenen zijn; dat er voortdurend sprake is van opkomst, groei, terugval en dood. De wereld zelf is al heel lang gaande, wij mensen zijn er in dat opzicht pas net. Soms zie je dat zo mooi op een klok afgebeeld. Wij vinden ons wel erg het centrum van de schepping. Totdat je zegt: maar wij zijn gewoon onderdeel van het geheel, van die hele schepping. Wie zijn wij dan eigenlijk? Welke plek zal blijken dat wij in de hele evolutie hebben ingenomen? Wij kunnen als mensen veel scheppen, maar ook veel vernietigen. En we doen dat allebei. Een van de mogelijkheden is dat we de hele boel opblazen. Misschien komt er dan een nieuwe ronde. Hoe die eruit ziet weet ik niet. Wat mij dan helpt is dat ik niet de drang heb om dat per se te moeten weten. En ergens zullen we dan wel in voortleven.

Waarom heb jij niet de drang om dat te willen weten?

Ik denk dat het onkenbaar is. Er is een werkelijkheid die wij kennen, dan is er een werkelijkheid die wij ontdekken en dan is er een werkelijkheid van het universum, waarvan wij het doel niet kennen. Dus er is een zoektocht naar waarom we hier eigenlijk zijn en waarvoor. Die vind ik heel interessant. Het antwoord daarop is heel individueel en kan door een ander nooit worden gegeven. Dus ik zie het op mijn manier, en iedereen heeft ideeën daarover, om te kunnen leven, maar het definitieve antwoord daarop is nog niet gegeven. Ik onderzoek het liever – goh wat gebeurt er nu weer? Hoe kun je dat bezien? Hoe werkt het, wat is daar gaande? Wat is daar in nodig? En ook: wat is mijn plaats daarin? Wat wil ik daar in betekenen? Dat soort vragen zijn voor mij heel belangrijk.

Dat betekent ook waarschijnlijk dat je een zoektocht hebt gemaakt naar je binnenruimte? Om dan te reageren op de buitenruimte.

Ik denk dat ik die nog steeds maak. Die zoektocht naar waarvoor ben ik hier, hoe zijn wij hier, hoe kun je je daar bewust van worden? Door al dat worstelen leer je waarvoor je hier bent. Om in te lossen misschien wel.

In te lossen?

Ja. Met het feit dat je geboren bent kun je ook zeggen dat er een belofte is om in te lossen. Dat je niet gekomen bent alleen voor jezelf, maar dat elke mens op een bepaalde manier ook een geschenk is voor de wereld. En elke mens wil ook graag iets bijdragen. Natuurlijk gaat het eerst om overleven, maar als dat gelukt is komt er onvermijdelijk die vraag: wat nu? Is dit alles? Dan komen de existentiële vraagstukken. En dat zijn de vraagstukken die naar binnen leiden. Die gaan over bewustzijn.

Als je vanaf 500 jaar geleden kijkt naar het moment van nu, dan kun je wel zeggen: er gaat niks verkeerd. We worden ons namelijk steeds meer bewust van wie we zijn. Als je kijkt wat een ontwikkeling er is geweest! We nemen ons eigen leven misschien teveel als uitgangspunt, maar we moeten natuurlijk verder kijken. En de evolutie werkt alleen maar vooruit. Dus jouw kinderen zijn een verbeterde versie van jou. En hun kinderen weer van hen. Maar als wij blijven kijken met de ogen van ónze jeugd en van ónze ideeën naar de nieuwe generatie dan begrijpen we het niet. Dan zeggen we: o jee, o help, straks gaat het mis. Nee hoor, zij zijn de redding. Zij zijn zich al veel bewuster van zichzelf dan wij toen waren. En wij zijn ons nu trouwens weer bewuster van onszelf dan onze ouders waren. Dus in die zin ben ik ook niet zo pessimistisch (lacht) Ik weet niet waar het heen gaat en we maken ons bestaan nu wel heel moeilijk. Als jij de grond vergiftigt waar je op staat dan vergiftig je ook jezelf. Omdat je deel bent, ben je ook deel van die hele schepping, onlosmakelijk. En dat wat ik met jou doe, doe ik met mijzelf. Wat je in Afrika dumpt aan vuil, dump je dus in je eigen achtertuin. Heel onverstandig.

Jij krijgt hier veel mensen over de vloer. Mensen die zoekende zijn, die antwoorden willen. Merk jij dat het bewustzijn van wie we zijn en wat we bijdragen groter wordt?

Ja. Ik zie dat dat groeit. Ik zie ook dat de behoefte aan plekken in het onderwijs, zoals wij dat hier bieden, enorm toeneemt. Het gaat dan om het leren van de existentiële vraagstukken, waar mensen die klemlopen, roepen: hoe dan? Als ik nu dertigers spreek vertellen ze mij over hun werkgever: wat doet ie eigenlijk voor de wereld? Wil ik daar voor werken? Dragen wij in ons werk dan eigenlijk wel bij? Dat was twintig, dertig jaar geleden helemaal geen vraag in je werk. Toen ging het nog over hoeveel ga ik verdienen? En wat voor carrière maak ik? Dus er is nu veel meer besef van het feit dat het leven over meer gaat dan of ík het goed heb. Het gaat over veel meer dan eruit halen wat er in zit. Er is de behoefte om bij te dragen, om een zinvol leven te leven, om te voelen dat het uitmaakt wat je doet.

We hebben wel geleerd hoe we ons op de buitenwereld moeten afstemmen, en dat is een belangrijk deel, maar als dat wat in jou uniek is niet herkend wordt door de omgeving, loop je daarop vast. Psychosynthese biedt een methode om met dat unieke, die belofte zou je kunnen zeggen, die je voelt, in contact te komen en dat te activeren. Niet zozeer om een leuk of prettig leven te leven, maar wel om een zinvol leven te leven.

Wat ik ook zie dat toeneemt, is dat mensen meer gezag hebben over hun leven. Als ik terugkijk naar mijn beginjaren als docent, zag ik veel mensen die emotioneel reageerden op dat wat je je gewonde kind zou kunnen noemen. Als je kijkt naar hoe het nu gaat zie je toch dat mensen emotioneel meer ontwikkeld zijn. We kunnen nu beter met gevoelens overweg en er ook beter over praten. Je ziet het aan de boeken in de boekhandel, je ziet het aan televisieprogramma’s; mensen zijn meer nieuwsgierig, willen weten hoe ze dit kunnen leren. Er een weg in vinden. Hoe leer ik mijzelf daarin kennen. Wat zie ik dat ik kan inlossen?

Het is dus een hoopvolle beweging die jij ziet?

Heel hoopvol! Wat voor ons de uitdaging is, is om die mensen die precies dit nodig hebben, te bereiken. Je ziet het overigens al veel meer in het onderwijs terug dat we aandacht besteden aan wie je bent, en niet alleen wat de maatschappij wil dat jij wordt. Wat is eigenlijk je talent? Wat zou jij eigenlijk willen? Uiteindelijk is dat wel een specifieke zoektocht die zich in de binnenwereld afspeelt waar wij hier veel kennis en kunde over hebben.

De vraag bij die nieuwe generatie is wel: Hoe leer je je eigen gereedschapskist vullen?

In het tegenwoordige denken, ook in het economisch denken, lijkt het alsof ons leven pas iets is als het iets oplevert, terwijl ik zou denken dat iets al iets is in zichzelf. Een kind heeft ook een ziel, het is niet pas iets als het een krantenwijkje kan lopen. Maar het economisch, commerciële denken heeft zo’n inprint gemaakt dat we opnieuw moeten leren waarden toe te kennen aan ons leven. Niet zozeer in kwantiteit maar in kwaliteit. Ook aan iets als het ook nog heel klein is. Of als het nog heel pril is. We moeten dus leren om het zelf van binnen naar buiten te laten werken. Binnen psychosynthese werkt het zo dat de antwoorden niet van de ‘leraar’ komen, maar je leert zelf dat jouw antwoorden je de weg wijzen. Wij kunnen je hier helpen onderzoeken om dat verder te bezien, maar het is niet zo dat er iemand is die weet heeft over waar jouw leven over gaat. Dat is dus wel een hele andere manier van werken. En ik denk dat dat nog wel meer geleerd moet worden. Onze didactiek betrekt het onbewuste, het onbekende, en maakt gebruik van de verbeelding, dat is voor veel mensen nog wel lastig. Het werkt. Dat zien ze wel. Mensen zeggen dan: maar dat is magisch! En dat is dan ook in zichzelf wel magisch, maar de methodiek is niet per se magisch, die kun je leren. De magiër, die ben je zelf.

Dus jouw rol is voorlopig niet uitgespeeld?

Nee. Psychosynthese gaat over de psychologie van de ziel, niet alleen van de persoonlijkheid. Dat is het besef dat je een ziel bént en je een persoonlijkheid hébt. Wat echt een Copernicaanse revolutie is. Wat dat betekent dat de zon niet om de aarde draait, maar dat de aarde om de zon draait. Het gaat om je ziel, het gaat om je zielenheil, het gaat over bewustwording, over leren van de ziel. De persoonlijkheid- net zo belangrijk overigens, want als die het niet redt heeft de ziel ook niets te doen-, is het gebied van de expressie, het manifesteren.

De hoogtijdagen van psychosynthese gaan nog komen. En ik wil bijdragen aan dat wat komen gaat en de ontwikkeling daarvan.

En dat is wat jij in te lossen hebt?

Ja. Ja, dat zie ik wel als wat ik in te lossen heb. Zelf had ik ook zo’n onbestemd gevoel van: er moet toch meer zijn? Dit kan niet alles zijn? Ik ben hier op mijn vijfentwintigste aan de oriëntatiecursus psychosynthese begonnen omdat ik ook op zoek was naar ‘wat wil ik nou?’ In die cursus zag ik al dat deze manier van leren van een diepere werkelijkheid, ook door de verbeelding, een manier is van leven. Ook een manier is om met anderen samen te zijn, om met elkaar een gemeenschap te vormen, en ja, dat is wezenlijk. Dus daar ben ik sindsdien niet meer mee opgehouden. •

Ron van Es is mentor bij School for Purpose Leadership. Vanaf maart 2023 publiceert Optimist magazine iedere maand een interview van Ron waarin hij inspirerende mensen spreekt over de zin van ons bestaan. De gesprekken zijn online te lezen via www.theoptimist.nl.

Lees ook:
Annemiek Schrijver: ‘Wij lijken sprekend op elkaar’

The Optimist

The Optimist

The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.

Meer over The Optimist >

Reacties

Geef een reactie