Altijd wel iets te lachen

The Optimist 118 juli / augustus 20092009
David Servan-Schreiber | 118 juli/augustus 2009 issue De vader van tv-komiek Jerry Seinfeld was handels-reiziger in neonreclame en de kleine Jerry mocht vaak mee als hij de buurtwinkels langsging. Hij hield van vreemde anekdotes en vertelde zijn potentiële klanten altijd moppen. Als ze weer in de vrachtauto zaten, zei Seinfelds vader vaak: ‘We hebben misschien niets verkocht, maar we hebben wel gelachen. Dat is nou het mooie van dit werk. Wat er ook gebeurt, er valt altijd wel iets te lachen!’ De lach is als een zonnestraal die de dag opvrolijkt. Als de zaken van de dag af en toe door dat heldere schijnsel worden verlicht, heb je er ’s nachts nog plezier van als je beter slaapt. De lach is een magneet. Al toen we op de speelplaats rondrenden, voelden we ons onweerstaanbaar aangetrokken tot de leeftijdgenootjes die het meeste plezier leken te hebben. (Het schijnt dat kinderen rond hun vijfde tussen de twintig en honderd keer per dag lachen.) In de schoolkantine zaten we het liefst bij de vrienden met wie we het meest konden lachen. En later in het leven, in de kantine op ons werk, zouden we wel willen dat we bij die andere groep konden

Het volledige artikel lezen?

Geen abonnee, maar wil je wel artikelen lezen? Geen probleem. Je kunt losse artikelen kopen via Uhmi. Uhmi is een nieuwe manier om snel en veilig te betalen voor artikelen en direct verder te lezen. Probeer het nu uit en krijg een euro gratis.

Lees met Uhmi voor €0,25 Word Abonnee Log in

Reacties

Geef een reactie