De afgelopen dertig jaar stelde universiteitsprogramma van Erasmus Britse studenten in staat om in andere Europese lidstaten te werken of studeren. Maar nu de Brexit steeds dichterbij komt, is het nog maar de vraag of de Britten dat straks nog steeds kunnen. Door Kathy Giddins Drie jaar geleden maakte ik de meest cultureel verrijkende en transformerende ervaring van mijn leven mee. Als onderdeel van mijn studie in moderne talen, bracht ik tijd door in Italië en Frankrijk. In elk land volgde ik een half jaar stage. Ik werkte voor een non-profit organisatie en daarna voor een advocatenkantoor. Daar deed ik essentiële werkervaring op, maar vooral levenservaring. Daarnaast leerde ik ook twee vreemde talen. Na dat jaar keerde ik terug naar mijn thuisland Groot-Brittannië. Ik had een nieuwe, frisse blik op de wereld en een groter besef van wie ik ben en wat ik met mijn leven wil doen. Ik kon deze ervaring opdoen dankzij een beurs van Erasmus+, een programma van de Europese Commissie om universiteitsstudenten de kans te geven om in het buitenland te werken en studeren. Sinds de start heeft Erasmus+ al bijna negen miljoen deelnemers gehad. De beurs wordt geprezen vanwege de ondersteuning die het geeft in